Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

De split van Kruder & Dorfmeister liet Wenen maar korte tijd verweesd achter. In het zog van beide elektronicapioniers is in de Oostenrijkse hoofdstad een nieuwe dansscène opgestaan, met Vlado dZihan en Mario Kamien als voortrekkers. ‘Wij willen op onze platen het westen en het oosten met elkaar verbinden. En Wenen is daarvoor de ideale uitvalsbasis.’

Door Ben Van Alboom

‘Gran Riserva’, uit op Lowlands. In concert: op 26 oktober in Meetingpoint, Pentascoop Kortrijk. Info: 0497-44 40 66

Met de verleidelijke samenraapsels van down beat elektronica en wereldse instrumenten uit hun debuutalbum Freaks and Icons stonden dZihan & Kamien de afgelopen jaren op nagenoeg elke loungeverzamelaar. Twee jaar en een mixalbum later ligt de opvolger in de winkel. Gran Riserva is een bijzonder fijne plaat waarop de heren samples van hun vaders, twee doorwinterde jazzmuzikanten, kruiden met de slagkracht van percussievirtuoos Sammy Figueroa.

Om de composities op het album naar behoren in te kleuren, deden ze ook nu weer een beroep op een klein leger muzikanten uit Istanboel. In Wenen stelden ze het album onlangs voor met een twintigkoppig Turks orkest. Na het optreden vertelde Mario Kamien ons jammer genoeg dat het waarschijnlijk bij die ene keer blijft: ‘Eigenlijk willen we dit voor de rest van ons leven doen, maar ik vrees dat we dan eerst een geldtransport zullen moeten overvallen. Of miljoenen platen verkopen. Voorlopig is het veel te duur om met een twintigkoppig orkest de wereld rond te trekken.’

‘Gran Riserva’ is opgedragen aan jullie vaders. Zo vader, zo zoon?

Mario Kamien: Ik weet het niet. Natuurlijk heeft hun muzikale verleden ons tot op een bepaalde hoogte beïnvloed. Zo stond in het huis van Vlado altijd een drumkit in de woonkamer en mijn vader had een gigantische jazzcollectie, waarmee ik dagelijks werd geconfronteerd. Wat niet betekent dat ik daar vanzelfsprekend van hield. Ik had meer een zwak voor funk. Zelfs het punktijdperk heb ik van dichtbij meegemaakt. Als je jong bent, moet je niet voortdurend zitten grasduinen in het verleden. Daar heb je later nog tijd genoeg voor. Eerst moet je rebelleren. De jaren van verstand volgen wel. Dat was bij mij althans het geval.

Hoe staan jullie vaders dan tegenover het album? Op de hoesfoto lijken ze alvast maar niet de juiste houding te kunnen vinden.

Kamien: Je ziet ze inderdaad denken: ‘Wat staan wij hier in godsnaam te doen?’ (lacht) Ze hadden er anders best zin in. Het heeft gewoon even geduurd om ze aan het idee te laten wennen. Maar ze houden wel degelijk van onze platen. Ze stappen constant op ons af om meer uitleg te vragen. Ik denk evenwel niet dat ze dat ook van ons verwachten. Je mag niet vergeten dat we nog altijd met twee verschillende dingen bezig zijn. Met twee noten en een computer maken wij al een nummer. Zij hebben daarvoor een volledige partituur en een heuse band nodig. Vlado en ik staan bovendien aan het hoofd van een eigen platenlabel, terwijl onze vaders enkel als muzikant werken.

Heeft de stad Wenen dan een grotere invloed op jullie werk gehad?

Kamien: Hier hangt iets in de lucht, dat is een feit. Toch moet je ook rekening houden met onze verschillende achtergronden om te begrijpen waarom onze platen zo apart klinken. Vlado komt uit Sarajevo. Hij werd, zeg maar, geboren achter de muur. Voor we elkaar leerden kennen, had hij bovendien al met Goran Bregovic en Emir Kusturica samengewerkt aan de filmscore van Arizona Dream, terwijl ik toen niets van klassieke muziek wist. Zelf kom ik trouwens uit Zwitserland, hoewel mijn ouders uit Duitsland en Italië afkomstig zijn. Ik denk dat wij op onze platen proberen om het westen en het oosten met elkaar te verbinden. Wenen is daarvoor de ideale uitvalsbasis. Dat je voor onze nummers languit achterover kunt gaan liggen, zou ik evenwel niet onmiddellijk toeschrijven aan het gemoedelijke karakter van de stad, al hebben we dat zonder twijfel wel gemeen met andere muzikanten uit de regio.

Thievery Corporation zei onlangs dat het bijzonder comfortabel werken is in een stad waar niemand van verwacht dat er ook nog muziek wordt gemaakt. Zij komen uit Washington, jullie uit Wenen.

Kamien: Daar is zeker iets van aan. Wenen is Londen niet. In Londen krijg je bijvoorbeeld voortdurend het gevoel dat je mee moet zijn. De ene trend is er nog niet overgewaaid of de andere dient zich al aan. Probeer dan maar eens toonaangevend te zijn. Het heeft zeker voordelen om op een sneltrein te zitten, maar wij doen het liever wat rustiger aan. Wenen nodigt niet uit om onafgebroken hip of trendy te zijn. Als je het hier elke zes maanden over een andere boeg gooit, maak je jezelf belachelijk. Het publiek zou onmiddellijk afhaken. We nemen dus gewoon de tijd om aan nieuw materiaal te sleutelen. Uiteindelijk maakt het allemaal ook niet zoveel uit waar je vandaan komt. Trends komen en gaan. Goede muziek blijft. Er is dus nog leven na Londen. (lacht)

Jullie hebben er maar twee jaar over gedaan om de opvolger van ‘Freaks and Icons’ klaar te stomen. Niet zo evident voor twee drukbezette deejays.

Kamien: Dat is meteen ook de reden waarom we het afgelopen jaar zelden nog de hort opgingen. Er spookten zoveel nieuwe ideeën in ons hoofd rond dat we direct weer aan de slag gingen. Maar we wilden in elk geval geen tweede Freaks and Icons maken. We zijn nog altijd bijzonder trots op het album, maar intussen is het voor ons iets te gemakkelijk geworden om gewoon een paar beats onder een sample van een Braziliaanse melodie te plaatsen. We hadden een nieuwe uitdaging nodig. Daarom zijn we dit keer zelf met een flink aantal muzikanten de studio ingedoken. We hielden jamsessies met drums, strijkers, koperblazers, basgitaren, piano. Achteraf haalden we dat alles netjes uit elkaar en kneedden het tot een geheel. Werken met echte muzikanten heeft zonder meer zijn vruchten afgeleverd.

Deden jullie dat dan ook al niet op jullie debuutalbum?

Kamien: Minder. Alles op Gran Riserva hebben we speciaal opgenomen voor het album. Dat was vorige keer niet altijd het geval. Het is wel zo dat we in het verleden al verschillende keren met muzikanten uit Istanboel hebben samengewerkt. We bevonden ons bijgevolg niet op onbekend terrein. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Istanboel minstens een even grote invloed heeft op ons werk dan Wenen. Nochtans zijn het twee verschillende werelden. Istanboel houdt in feite het midden tussen Calcutta en New York. Het is er immens druk en toch ook weer uitermate gezellig. De geestdrift van Istanboel en de rust van Wenen vormen de basis van onze platen. Al hebben we dit keer ook lange tijd in Toscane gezeten om aan het album te werken.

Vandaar ook de titel van het album.

Kamien: Precies. We hebben ons er zonder aarzelen overgeleverd aan het lokale assortiment wijnen. Na verloop van tijd begonnen we zelfs kenners te worden. We konden de goede flessen er zo uithalen. Dat gevoel hadden we ook toen we de muziek voor het album aan het bijeenscharrelen waren. Tegelijkertijd is de titel ook een eerbetoon aan onze vaders, twee flessen goedbewaarde wijn.

Kamien: Dat is niet juist. We hebben naar de films gekeken! (lacht) Je hoeft je echter geen zorgen te maken, want het waren van die onschuldige softpornofilms waarin hooguit een enkele borst te zien is. Dertig jaar later zijn ze eerder grappig dan opwindend. Het leuke eraan is dat ze een beroep deden op aanstekelijk eenvoudige keyboarddeuntjes om sfeer te scheppen. En daarvan hebben we op dit album een aantal samples gebruikt.

‘In Londen heb je voortdurend het gevoel dat je mee moet zijn. Probeer dan maar eens toonaangevend te zijn. Als je het in Wenen elke zes maanden over een andere boeg zou gooien, dan maak je jezelf belachelijk. Het publiek zou onmiddellijk afhaken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content