Twee jaar na de dood van zanger/gitarist en songschrijver Adrian Borland en dertien jaar na de split van de groep zijn de eerste drie albums van The Sound op cd heruitgebracht door het kleine Londense label Renascent. Een essentieel stukje Britse popgeschiedenis.

Peter Van Dyck

The Sound. ‘Jeopardy’, ‘From The Lions Mouth’, ‘All Fall Down’ (Renascent/Music Shock)

Volgens jeugdvriend en latere manager Stephen Budd was Borland op zijn 14de al een gitaargenie, aangevuurd door de agressie van The Stooges en MC5 en door de arty trekjes van David Bowie, Roxy Music en The Velvet Underground. Zijn eerste groep, The Outsiders, vormde hij toen hij 18 was. Borland liet zich meeslepen door de furie die de Sex Pistols toen net hadden ontketend, maar omdat hij geen working class lad was, werd hij niet geaccepteerd door de punkscene.

Met bassist Graham ‘Green’ Bailey en drummer Michael Dudley gooide hij het als The Sound over een andere boeg en nam hij de EP Physical World op. Hij overtuigde Budd om een eigen label op te richten, Torch Records, en hun manager te worden. Al snel was de interesse gewekt van Korova Records, een dochtermaatschappij van Warner die al verwante zielen Echo & The Bunnymen onder dak had. Borland wou graag scheep gaan met een grote firma, omdat de toenmalige onafhankelijke labels in zijn ogen ‘van povere kwaliteit’ waren. The Sound kon ook samen met The Bunnymen op tournee. De connectie met die groep zou hen daarna blijven achtervolgen. Borland had eerder een nuchtere attitude, terwijl Bunnymen-leider Ian McCulloch het liefst een grote bek opzette. Eigenlijk was The Sound een atypische groep uit Londen. Met imago was het trio niet bezig. Ze waren, met songs die je tot nadenken stemden, voorvechters van het New Realism.

Muzikaal drukte The Sound de voetsporen van Joy Division. Een atmosferisch geluid was hun handelsmerk. Borland keerde zich met zijn gevoel voor melodie af van de punk. Debuut Jeopardy was een _ met Benita ‘Bi’ Marschall aan de toetsen en voor een schamele 14.000 frank opgenomen _ veredelde demo. Het is de ruwheid die het tot zo’n krachtig statement maakt. Al kunnen de withete passionele songs, zoals het apocalyptische Missiles, achteraf naïef worden genoemd, de kreet van dit nummer over de nucleaire dreiging, who the hell makes those missiles/when they know what they can do, kwam hoe dan ook recht uit het hart. Tijdens optredens zou Borland de tweede regel veranderen in and who the hell lets them, daarmee suggererend dat iedereen verantwoordelijkheid draagt.

De cd-versie van Jeopardy is verrijkt met een tekstboekje en vier live-tracks, afkomstig van de EP Live Instinct, die twee decennia geleden exclusief in Nederland werd verspreid. Daar had de groep namelijk de trouwste aanhang. Het valt overigens op dat The Sound een grotere afzetmarkt vond op het Europese vasteland dan in de heimat. Voor het Britse publiek waren ze klaarblijkelijk te ernstig.

The Sound heette een doemgroepje te zijn. Borland sleepte een reputatie van zwaarmoedige jongen met zich mee. Toch bevatte zijn muziek onmiskenbaar positieve energie. De songs waren melancholisch en confronterend, maar er sprak ook hoop en verlangen uit. De eerste lijnen van Sense Of Purpose, de tweede track op het tweede album From The Lions Mouth zijn in dat licht veelbetekend: look in my eyes/see the lust and the love (cynisch hoe in het tekstboekje hate in plaats van love staat gedrukt). Borland speelde graag met licht-donkerschakeringen. Hij zocht een evenwicht tussen positieve en negatieve gevoelens. ‘Soms denk ik dat ik schizofreen ben’, gaf hij ooit toe.

Klassieker

From The Lions Mouth, uit ’81, is een ware klassieker. Op uitdrukkelijk verzoek van de songschrijver staan op deze cd géén extra tracks. De plaat was perfect zoals ze was. Nieuw bandlid Max Mayers leverde een verdienstelijke bijdrage: zijn keyboardspartijen zijn panoramisch en eenvoudig tegelijk, ze staan volledig in functie van de songs. Silent Air gaat over Ian Curtis, de zanger van Joy Division die de hand aan zichzelf sloeg, maar is geen morbide hommage. Opmerkelijk is dat Borland, die zovele jaren later zelf vrijwillig uit het leven zou stappen, op dat moment zelfmoord afwees als antwoord op het tranendal dat de aardkloot soms lijkt. ‘Ik zie ook wel dat de wereld full of shit is, dat hij soms ondraaglijk en lelijk is, maar ik heb nooit gedacht aan de oplossing waarvoor Ian Curtis koos. Ik heb ook niet het gevoel dat het van meer lef getuigt om te blijven leven, ik heb angst voor de dood.’

Het nummer New Dark Age schetst een beangstigend beeld van een tijd waarin de rechtse krachten, Thatcher en Reagan, regeerden. Toch boog Borland zich vooral over personal politics. In Possession had hij het weer over zijn innerlijke tweestrijd: there’s a devil in me and there’s a god in me. Zijn boodschap was: als je een betere wereld wil, moet je bij jezelf beginnen.

From The Lions Mouth was genuanceerder in zijn ideeën dan Jeopardy. Het groeide een beetje ongewild uit tot een conceptplaat over de profeet Daniël, die op de hoes in een leeuwenkuil staat afgebeeld. Bijbelse symboliek voor het gegeven dat de groep zichzelf voor de leeuwen geworpen zag. Met open vizier, slechts gewapend met een overtuiging. In een song als I Can’t Escape Myself stelde Borland zich kwetsbaar op en maakte hij allerminst een geheim van zijn persoonlijk falen.

De religieuze referenties werden louter bovengehaald om een anti-godsdienstig manifest te maken. Op dat vlak was The Sound de tegenpool van U2. ‘Als God bestond, dan nog zou ik hem verwerpen’, verklaarde Adrian Borland in ’82 in muziekkrant Oor. ‘Ik weiger me aan zijn autoriteit te onderwerpen. Je moet in jezelf geloven, niet in een of andere hogere macht die het allemaal voor je regelt.’

Als producer voor From The Lions Mouth werd Hugh Jones _ dankzij platen met Echo & The Bunnymen, Simple Minds en The Undertones op dat ogenblik een hotte naam _ binnengehaald. Korova Records investeerde zwaar in de plaat, in de hoop dat The Sound the next big thing zou worden. Maar de groep, die roem voorspeld werd, toerde zich te pletter. Dat versterkte hun live-reputatie, maar de platenverkoop stelde teleur.

The Sound startte de voorbereiding van All Fall Down, de ‘moeilijke derde’, onder zware druk van de platenfirma. Alleen al het idee dat ze een opvolger moesten maken van een meesterwerk werkte verlammend. Kwam daarbovenop dat ze in de richting van de corporate rock werden gepusht.

Borland was te koppig om zonder slag of stoot de wensen in te willigen. De relatie met Korova Records verzuurde en de nervositeit steeg. All Fall Down werd in weinig ideale, zelfs chaotische omstandigheden opgenomen. Warner verloor alle vertrouwen in de toekomst van The Sound en beschouwde de groep tot het einde van het contract alleen nog maar als een fiscaal handige kostenpost.

Ontreddering maakte zich meester van The Sound. Al stonden op All Fall Down nog sterke nummers als Party Of The Mind, Monument, We Could Go Far en Calling The New Tune, het album gaf de indruk iets te krampachtig afstand te willen nemen van From The Lions Mouth. Party Of The Mind was een interessant experiment met een tapeloop van twee lachende meisjes. Andere nummers klonken dan weer als een halfslachtig compromis. ‘We werden in alle richtingen tegelijk geduwd’, schrijft Dudley in de hoesnota’s. Het schip raakte op drift.

Graham Bailey: ‘Ik hoop dat ooit nog de originele versie van We Could Go Far uitkomt, zonder de onnodige basdrum die er werd opgezet op vraag van dezelfde platenmensen die achteraf kloegen dat het album niet commercieel genoeg was en ons bijgevolg zonder pardon dropten.’ Drie tracks waar Warner geen heil in zag, staan als bonus op de cd.

Nachtmerrie

De tournee die op All Fall Down volgde, was een regelrechte nachtmerrie. De groep had compleet geen discipline. Met een niet al te best ontvangen plaat en zonder deal was het tijd voor bezinning. Op de in ’85 verschenen EP Shock Of Daylight stonden warempel liefdesliedjes: wie had dat ooit van Borland gedacht. ‘In wezen ben ik romantisch. Ik zou het vreselijk vinden om op mijn vijftigste nog alleen te zijn’, verklaarde hij in ’84 in Oor.

Het volwaardige album Heads And Hearts dat een jaar later op de markt kwam, was uitstekend, maar tikte evenmin aan. The Sound was te rauw voor het grote publiek en te gepolijst voor de alternativo’s. De niet bepaald slanke Borland was niet zo hip en fotogeniek als Bono of Ian McCulloch. Hij riep al wel eens ondiplomatisch: World, fuck off.. ‘Bono en de zijnen hadden de zakelijke kant van de popmuziek gewoon veel beter door dan wij’, getuigde hij later.

In Acceleration Group, een nummer op de daaropvolgende plaat Thunder Up, legde Borland uit hoe The Sound zich voelde: wij tegen de rest van de wereld. Ondanks het jarenlange geploeter had de zanger op zijn 29ste huis noch auto. Hij wilde van The Sound een begrip maken en geloofde dat hard werken volstond. ‘Omdat we het nooit als doel hadden gesteld om de wereld te veroveren, kan ik moeilijk stellen dat er iets fout is gelopen’, neemt Bailey het nu filosofisch op.

Feit is dat The Sound bij momenten het slachtoffer werd van zijn eigen wisselvalligheid. Gerotzooi met alcohol en drugs eisten hun tol. Borland durfde tijdens optredens het publiek wel eens de huid volschelden. De public relations hadden beter gekund.

Na een halverwege gestaakt optreden _ Borland stuikte in elkaar _ in het Nederlandse Zoetermeer in ’88 keerde de groep naar huis. The Sound overwoog een tijdelijke stop, zodat de frontman kon bekomen. Ondanks alle goeie raad wilde Borland niet van ophouden weten. Dudley: ‘Toen besloot ik om de groep te verlaten, goed beseffende dat de groep dan zou splitten. Dat was de enige manier om te verzekeren dat Adrian zou breken met wat hem fysiek ondermijnde.’

De breuk voelde als een echtscheiding, getuigen de heren. Ze zagen elkaar sindsdien niet meer. Bailey gaf zijn leven eind jaren ’80 een drastische wending. Op vakantie in New Orleans ontmoette hij de vrouw met wie hij zou trouwen. Hij verhuisde definitief naar Amerika. Intussen gescheiden, vult hij zijn dagen met de opvoeding van zijn zoon en de uitoefening van een proper job. Ook Dudley zei de muziek vaarwel: ‘Na acht jaar The Sound was het onmogelijk om nog bij een andere groep te gaan spelen. Die jaren, en zeker de anti-climax, bleken zo traumatisch dat ik dringend orde in mijn leven moest scheppen. Ik ben uiteindelijk IT-manager geworden en voel me daar goed bij.’

Borland woonde enkele jaren in Haarlem en nam met begeleidingsgroep The Citizens nog drie solo-albums op, maar werd nauwelijks nog geïnterviewd. Hij tuimelde in diepe depressies, en de frustratie omdat hij nooit de cultstatus wist te overstijgen, hielp hem daar uiteraard niet bij. Op 26 april ’99 gooide hij zich voor een trein. Hij was toen 41.

Bailey: ‘Ik mis hem. Het is moeilijk naar onze platen te luisteren zonder overvallen te worden door gevoelens van droefheid en gemis. Adrian en ik waren vrienden vanop de basisschool.’ Binnenkort mogen we nog een postuum solo-album verwachten: Harmony & Destruction. Raar genoeg zou ook deze plaat niet deprimerend van toon zijn. De muziek was sterker dan de mens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content