Het Château Marmont mag dan een van de chicste hotels van Los Angeles zijn, de luxueuze omgeving is bijzaak voor de vele filmsterren die er logeren. Het belangrijkste verkoopargument van de Marmont is immers zijn discretie:

hier kunnen de gasten doen wat ze willen. En dat is heel wat.

Als het Château Marmont ooit zou adverteren, dan zou de reclame er ongeveer zo uitzien: een paginavullende, rijk gekleurde foto van een appartement met twee slaapkamers en een vleugel in de woonkamer. Rechts onderin, in kleine letters, de huur per nacht: $2035. En dat is dan zonder de extra’s gerekend. Zoals een art-decovaasje met twee dozijn rozen ($250) of drie gekoelde flessen champagne en hors d’oeuvres, die op ieder moment van de dag of nacht aan de deur worden afgeleverd en waar een prijskaartje van $650 aan hangt.

De geschiedenis die kleeft aan iedere zetel, iedere deurklink, ieder bed in dit hotel, is echter niet in geld uit te drukken. Dit is de plek waar Clark Gable Jean Harlow verleidde, en wel terwijl zij op huwelijksreis was met haar kersverse echtgenoot Harold Rosson. Hier bespiedde kluizenaar-miljonair Howard Hughes zonnebadende sterretjes vanuit zijn penthouse. Billy Wilder rammelde tussen deze muren zijn eerste scripts uit de schrijfmachine. Elizabeth Taylor verzorgde er Montgomery Clift na zijn bijna dodelijke auto-ongeluk. En hier maakte Johnny Depp kennis met Winona Ryder, de liefde van zijn leven.

Het filmvolk dat het Château frequenteert, doet dat evenwel niet vanwege de royale dekbedden of knipmessende bedienden. Het hotel, gemodelleerd naar het gotische kasteel in de Franse Loirevallei waar Leonardo da Vinci zijn laatste adem uitblies, biedt iets duurzamers dan pracht en praal: discretie. Hier kunnen de hotelgasten zichzelf zijn, hoe excentriek, dromerig of paranoïde dat ook mag wezen. Die ontspannen, licht heimelijke sfeer is zo aantrekkelijk dat veel hotelgasten maanden, soms zelfs jaren in het Château verblijven. Greta Garbo deed het al in de jaren dertig. In de jaren zeventig behoorde Robert de Niro bijna tot het meubilair. Keanu Reeves noemde het Château thuis in de jaren negentig. En tegenwoordig behoort Josh Hartnett tot de vaste kliek.

Het Château Marmont leent zich perfect voor de rol van ‘Hotel California’, zoals het etablissement is vereeuwigd in de pophistorie toen The Eagles hun melancholische hit hier schreven. Dat komt gedeeltelijk door de opzet van het gebouw. Oorspronkelijk was het bedoeld als chique appartementencomplex, en de meeste kamers hebben dan ook de voorzieningen die horen bij een permanente woning. Toen de depressie toesloeg vlak na de bouw in 1929 transformeerde het Château tot hotel en begon het zijn carrière als schuilplaats buiten de schijnwerpers van het filmsterrendom, een plek waar overspel en ondeugende fantasieën de vrije baan krijgen in de beschutting van gegarandeerde privacy.

Voor schandaaltjes moeten de paparazzi elders zijn. De compromitterende foto van een met Britney Spears verstrengelde Colin Farrell op het penthouseterras is een pikante uitzondering. Maar de enige plek waar de persmuskieten normaliter kans maken op een glimp van de ‘rich and famous’ is aan de ingang van het hotel. En dan nog krijgen ze maar een milliseconde om hun camera’s te laten klikken. Zo lang kost het de hotelgasten namelijk om de garage in te schieten en meteen door te lopen naar de liften die direct toegang verschaffen tot de kamers.

Eigenaar André Balazs heeft ooit gezworen dat hij handtekeningenjagers eigenhandig de deur uit zal gooien. Maar die belofte heeft hij nog nooit waar hoeven te maken. Het Château heeft geen restaurant of bar waar sterspotters dagenlang op de loer kunnen liggen. De enige reden om iemand ooit de deur te wijzen, is het niet betalen van de rekening. Het overkwam een jonge, totaal onbekende Warren Beatty aan het begin van zijn carrière en Red Hot Chili Peppers-gitarist John Frusciante op het hoogtepunt van zijn heroïneverslaving. Maar geen van de leden van het hotelpersoneel zal hierover ooit uit de school klappen.

Château Marmont is geen plek voor de aandachtzoekers en glamourverslaafden van het sterrendom. Het hotel is de natuurlijke habitat voor bezoekende schrijvers uit New York en is dat al sinds de satirische dichteres Dorothy Parker er verbleef met haar decennia jongere beau. Toch staan er soms opvallende namen op de gastenlijst. Zo gebruikt Demi Moore het hotel als vaste vergaderplaats. Vin Diesel en Eminem boeken met regelmaat een kamer. Voor popsterren variërend van Rolling Stone Mick Jagger tot Peppers-frontman Anthony Kiedis heeft het Château een hoog nostalgische waarde. Hier reden de ruige mannen van Led Zeppelin – die in de jaren zestig het tv-werpen van de vijfde verdieping tot rocksport verhieven – hun Harleys door de lobby en Jim Morrison, onder invloed van drank en drugs, wierp er zich van een afdakje in een korte poging tot vliegen.

Aan Europese jetsetters heeft het het Château nooit ontbroken, maar tegenwoordig zijn de Australiërs de meest dominante groep buitenlanders. Lang voordat ze Tom Cruise leerde kennen, ging Nicole Kidman in op de uitnodiging van haar Deadly Calm-regisseur Philip Noyce om haar eerste maanden in Hollywood in het hotel te spenderen. Haar goede vriendin Naomi Watts checkt nog steeds geregeld in, net als Cate Blanchett en Geoffrey Rush. Regisseur Baz Luhrmann koos voor het Château om er zijn succesvolle première van Moulin Rouge te vieren en bleef er enkele maanden.

Een deel van de aantrekkingskracht van het Château Marmont is op het conto te schrijven van eigenaar André Balazs. En dat terwijl Mister Marmont zijn loopbaan zeker niet begon als aspirant-hotelier. Hij studeerde journalistiek en bedrijfskunde aan gerenommeerde Amerikaanse universiteiten en maakte zijn fortuin als directeur van een bedrijf gespecialiseerd in biotechnologie. Met het geld dat hij verdiende met de verkoop wierp hij zich op de hotelmarkt. In Los Angeles opende hij The Standard op Sunset Boulevard en de downtown Standard, in New York The Mercer en in Miami het Raleigh Hotel. Maar het Château Marmont is anders. Dit is zijn hoogstpersoonlijke speeltje, onderneming en hobby tegelijk.

Balazs kocht het hotel in 1990, vlak nadat Steven Spielberg had besloten van de koop af te zien omdat men hem had verteld dat termieten de fundering hadden aangevreten. De nieuwe eigenaar maakte geen half werk van de renovatie. Hij bemoeide zich hoogstpersoonlijk met ieder detail, tot de handdoekhaakjes in de toiletten toe. En er was nogal wat te vervangen, stutten, plamuren en herdecoreren. Het hotel stond dertien jaar geleden aan de rand van de bouwkundige afgrond en velen dachten dat het daar ook in zou donderen. De neerwaartse spiraal richting totaal verval werd al ingezet in de hoogtijdagen van seks, drugs en rock-‘n-roll. Na het uitdoven van de sterrenfabriek van de grote filmstudio’s en het vertrek van het infame Rat Pack, stond de rockgeneratie aan de deur om haar plek op te eisen. Hipsters, bloemenkinderen en LSD-discipelen lieten weinig heel van het toch al wrakke meubilair en de onbewoond-eiland-rust. Vlak voordat hij de Verenigde Staten ontvluchtte vanwege een seks met een dertienjarige in een van de hotelkamers, leefde Roman Polanski hier als de gevierde regisseur van Rosemary’s Baby. Later schreef hij in zijn autobiografie dat ‘je op de gang bijkans stoned werd van de dampen die door de sleutelgaten naar buiten dreven’.

En dat was eind jaren zestig, een periode die nog mild was in vergelijking met het daaropvolgende slopende decennium. Gram Parsons, zanger van The Flying Burrito Brothers en dikke vriend van collega-junk Keith Richards, woonde in het Château ten tijde van zijn laatste, fatale morfine-whisky-cocktail. En ook het Château zelf ging bijna aan de excessieve jaren zeventig ten onder. Het zal de aftandse sfeer van vergane glorie zijn geweest die Blues Brother John Belushi deed besluiten om in 1982 een van de bungalows in de hoteltuin te huren. En er zich een overdosis toe te dienen. Maar André Balazs wist door de dikke laag van geaccumuleerde smerigheid heen te kijken. Daaronder vond hij een hart dat nog klopte. Met de trage slag van een patiënt op de eerste hulppost, maar toch. In 1991 begon de langzame reanimatie. Uit het legioen decorbouwers en art directors dat de stad bevolkt, pikte hij Shawn Hausman om zijn larger than life-set nieuw leven in te blazen. Hij stroopte veilingen en beurzen af voor passend meubilair. En de fresco’s in de koepels van de lobby kregen een nieuwe lik verf.

Voor de heropening in 1996 zorgde Balazs voor een subtiele pr-stunt door de geschiedenis te doen herleven in The Château Marmont Hollywood Handbook. Daarin zijn onder meer kopietjes te zien van de aantekeningen die de staf maakte over de beroemde gasten. Zo werd het restaurantpersoneel in telegramstijl op de hoogte gesteld van Orson Welles‘ eetgewoonten met de boodschap: ‘Alleen verse tomaten bij het ontbijt (hij is een hypochonder!)’. En ook van de huidige gasten worden dergelijke minidossiers van eigenaardigheden bijgehouden, alleen nu per computer. De hacker die dat systeem weet te kraken, zal er een schat aan roddels aan overhouden. Maar wellicht zijn de beelden vastgelegd door beveiligingscamera’s nog interessanter. Die zouden inzicht geven in welke supersterren het liefst naakt zwemmen en met wie. Of hoe gonzo-journalist Hunter S. Thompson erin slaagde om tijdens een scriptbespreking met Johnny Depp, Benicio Del Toro, Josh Hartnett en Nick Nolte zijn arm bijna te amputeren door hem in een onbewaakt moment door een ruit te slaan.

Er zijn vast ook ooggetuigen die dat allemaal kunnen vertellen, maar Balazs en zijn staf houden, behalve de sfeer, ook de traditie van discretie in ere. De woorden van Harry Cohn, stichter van Columbia Pictures, gelden nog steeds: ‘Als je in problemen wil geraken, doe

het dan in het Château Marmont.’

Door Virginia Campbell

De heimelijke sfeer van het Château Marmont is zo aantrekkelijk dat veel hotelgasten maanden, soms zelfs jaren in het hotel blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content