Robbe De Hert (opgetekend door Désirée De Poot),Halewyck, 200 blz., euro 19, 95

De enige film die Robbe De Hert voor zijn zevende verjaardag had gezien was Bambi, en, zo schrijft hij in dit verbijsterende, soms wraakroepende, autobiografische boek, ‘de lotgevallen van dat arme hertje terroriseerden toen al vier jaar mijn dromen’. Als het volwassen hert dat op de achterflap in een tekening van GAL tegen een volle maan de kop afwendt terwijl een stel zwarte wolven hem naar de hals vliegen, moeten die dromen vandaag peanuts lijken. Want op de ‘culturele’ nachtmerrie die uit zijn boek opdoemt, had niemand hem kunnen voorbereiden. Niet dat De Herts verhaal over de onwaarschijnlijke soap van het door ‘ons’ betaalde Vlaamse filmbeleid van de laatste decennia als heilig schrift moet worden gelezen. Neen, het moet gewoon gelezen worden. De Hert wordt makkelijk afgedaan als kleurrijk fantast. Zijn frontale aanval tegen de nieuwe filmpaus die niet meer weet waar zijn kop in het zand te steken en op tv blijft uitpakken met Anyway the Wind Blows en Kassablanca, twee films die door het vorige Fonds Film Vlaanderen werden gesubsidieerd, wordt door de meeste players snel geneutraliseerd. Maar als u dit heerlijk vlot boekje in één ruk hebt uitgelezen – het is in elk geval spannender dan Geeraerts’ kopieerwerk De Zaak Alzheimer – kunt u niet anders dan het hoofd schudden.

Zeker, De Hert is een beetje schizofreen. Zijn boodschap is hier en daar dezelfde als die van de zichzelf feliciterende Vlaamse filmwereld, die nu met de staart tussen de benen overal gaat verkondigen dat films maken een verschrikkelijk moeilijke zaak is. Of dat cinema een ‘stiel’ is, geen ‘kunst’. Zoveel onzin van toch bevoorrechte subsidiegenieters, die gesteund door een handvol onwetende bedienden telkens weer het lef missen om te doen wat de door de kiezer-belastingbetaler gefinancierde beleidsovereenkomst uitstippelt, wordt men nooit gewoon. Films maken moeilijk? Polanski zei het al: ‘Je zet gewoon een camera op en gaat erachter staan. Anybody can do it.’ Simplistisch? Niet simplistischer dan de manier waarop in Vlaanderen over film wordt nagedacht. Maar wat maakt een mens zich druk: nadenken over het verleden, iets opsteken van de filmgeschiedenis telt niet voor Vlaanderen. Alleen de toekomst telt. Flanders Technology, Flanders Language Valley, Flanders Image en Vlaams Audiovisueel Fonds. Het maakt allemaal deel uit van dezelfde ramp. Als de cinema hier iets zal betekenen, dan zal het ondanks de subsidies zijn, omdat na alle jaren van achterlijkheid en middelmaat een opwaartse beweging onvermijdelijk lijkt. Allee, ne mens moet blijven geloven, niewaar? Jo Smets

Focus trakteertWIN één van de 10 boeken het drinkend hert in het nauw Zie pagina 3

Bram van Moorhem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content