De Zweedse misdaadauteur Hakan Nesser (58) schreef al twintig boeken, waarvan de helft met commissaris Van Veeteren als hoofdpersonage. Nesser zegt dat hij Van Veeteren bedacht op een regen-achtige dag, waardoor de commissaris even neerslachtig werd. De meeste Van Veeterens zijn inmiddels ook voor televisie bewerkt en dat heeft, samen met de vele bekroningen, Nesser een relatieve faam opgeleverd. Hij is weliswaar minder beroemd dan Henning Mankell of Sjöwall & Wahlöö, maar moet niet voor hen onderdoen. Het opvallendste verschil is dat de voornaamloze Van Veeteren in een fictief land woont en werkt: Nesserland, dat kenmerken van Zweden, Duitsland en Nederland verenigt.
In zijn eerste vijf verhalen is Van Veeteren commissaris, daarna is hij gepensioneerd en werkt hij in een antiekzaak. Hij is dan ook een gecultiveerde man, die houdt van componisten als Mahler, Bruckner en Vivaldi, veel leest, een fervent schaakspeler is en een fles wijn waardeert. Kortom, een intelligente kerel, die wel eens nukkig en een beetje cynisch kan zijn. Hij heeft dus heel wat gemeen met collega’s als Ian Rankins Rebus, Mankells Wallander of Morse van Colin Dexter. Dient het nog vermeld dat zijn huwelijk kapot is, zijn zoon aan de heroïne zit en hij zijn dochter nauwelijks nog ziet? Zo leren we in elk geval de vijftigjarige politieman kennen in Het grofmazige net, Nessers thrillerdebuut.
Het verhaal draait om leraar Mitter, die met een flinke kater wakker wordt en achter de vergrendelde badkamerdeur zijn vrouw verdronken in bad vindt. Veel herinnert hij zich niet meer van de avond ervoor. Wel dat hij een flink aantal flessen wijn heeft ontkurkt met Eva, ze gevrijd hebben en dan… tja. Hij denkt dat Eva vermoord is en verwittigt de politie, die hem onmiddellijk als eerste en enige verdacht beschouwt. Maar dan gebeurt er iets wat de politie toch doet twijfelen en ontdekt commissaris Van Veeteren dat Eva geen onbesproken verleden heeft en dat er in de lerarenkamer van de school waar Mitter lesgeeft vreemde dingen aan de gang zijn. Nesser, die zelf jarenlang voor de klas stond, kent het onderwijsmilieu goed en schrijft er boeiend over. Hij speelt in dit debuut nu en dan fijntjes met de lezer en geeft hem genoeg elementen om zelf de zaak op te lossen zonder in het klassieke whodunitpatroon te vervallen.
Het vierde offer wordt voor Van Veeteren een race tegen de tijd als in Kaalbringen drie mensen met een bijl vermoord worden. Tussen de drie moorden lijkt geen enkel verband te bestaan, tot een plaatselijke vrouwelijke rechercheur Van Veeteren verwittigt dat ze iets op het spoor is gekomen en vervolgens van de aardbodem verdwijnt. Gevreesd wordt dat ze het vierde slachtoffer van de ‘hakker’ wordt.
De terugkeer is in de eerste plaats het relaas van een politieprocedure. Weinig actie, maar een stevige constructie met veel flashbacks, waarin we beetje bij beetje te weten komen of een man die in de cel heeft gezeten voor twee moorden wel degelijk de dader was. Van Veeteren blijft lang op de achtergrond wegens een darmoperatie, maar blijft waakzaam. Zoals steeds mooie dialogen en een franjeloze stijl. In Carambole beleeft Van Veeteren een persoonlijk drama. Hij werkt als gepensioneerde in een antiquariaat en verneemt van de politie dat zijn zoon is vermoord. We volgen de zaak via de ogen van zowel de rouwende vader als de rechercheurs en de moordenaar. Een van de beste in de reeks, maar u leest toch best eerst een paar andere.
Fred Braeckman
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier