PB GRONDA, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde, Kentucky, mijn land en Onder vrienden, duikt elke week in de populaire cultuur.
PB GRONDA
Ja, vroeger las ik wel recensies, vooral voor muziek. Cd-besprekingen heette dat toen. Heet dat nu nog zo? Waarschijnlijk wel. Ik lees ze alleszins niet meer. Cd-besprekingen, theaterverslagen, boekrecensies, filmreviews, ik steek er mijn tijd niet in. Niet dat ik mijn tijd dan in nuttigere dingen steek. Verre van. Of je moet met een koptelefoon op je hoofd en een niet eens aangesloten gitaar op je buik in een zetel liggen wachten tot de muze verschijnt ‘nuttig’ noemen.
Wat zou een goede recensie moeten doen? Je ofwel iets nieuws leren kennen en je een idee geven van hoe het leest/klinkt/voelt, zodat je kunt opmaken of het iets voor jou zou kunnen zijn. Of iets waarvan je al lang weet dat het bestaat, bijvoorbeeld omdat het de nieuwe JK Rowling of Coldplay is, beoordelen.
Van de eerste soort recensie kunnen er volgens mij niet genoeg geschreven worden. Exact om die reden lees ik bijvoorbeeld The Believer of ga ik online eens kijken bij The Rumpus of Mojo. Die functie – aanraden, au fond – wordt ook vervuld door vrienden, trailers op YouTube en noem maar op. Het is volgens mij ook de vorm die nog een toekomst heeft.
Het is intussen wel zo dat die soort recensie in het beste geval ondervertegenwoordigd is en in het slechtste geval volledig wordt opgevreten door de tweede soort: een persoonlijke mening over iets waar meestal ook alle andere mediamerken over schrijven.
Dat kan op zich best nog tot een goed resultaat leiden. Wie lang bij een krant of blad blijft, leert de smaak van de recensenten kennen, en kan daar dus min of meer iets mee aan. Maar er zijn ook veel zwaktes aan dat mechanisme.
Bijvoorbeeld die persoonlijke mening. Natuurlijk is die nodig, anders konden robots onze films en boeken wel bespreken. Maar vroeger, en dan spreek ik over alles voor de nineties, waren stromingen in de kunsten duidelijker omlijnd en stabieler dan nu. Je kon als criticus dus, als je er tijd en werk in stak, een goed beeld krijgen van wat de norm was, en vanuit die kennis en je natuurlijk persoonlijke smaak een nieuwe plaat of een nieuw boek in de weegschaal leggen. Marc Didden die in de jaren zeventig voor Humo over rockmuziek schreef: daarmee zat je goed. Ik kan dat weten, want ik was toen nog niet geboren.
Vandaag is er van alles veel tegelijk en wordt de recensent dus een individu met veel te weinig tijd dat liefst beschikt over wat uitgevers graag ‘een vlotte pen’ noemen. En die mensen vinden ‘het’ dan goed of niet, soms met enige raison, vaak ook afhankelijk van omgevingsfactoren. Het weer, een al dan niet vlotte stoelgang, eventuele ruzie met het lief, een helse plotwending in Thuis, dat soort dingen.
Kortom, vaak krijg je te maken met volledige willekeur. En dan breng ik de kleinmenselijke en mediapolitieke factoren nog niet in rekening, die niet altijd een rol spelen maar in het kleine Vlaanderen toch nog te vaak.
Vertel me dus minder dat je massaproduct nummer 798 slecht vindt, maar raad me iets aan dat ik nog niet kende en waar je zelf alvast van hebt genoten. En je gaat zien, iedereen gaat veel blijer zijn.
Wat recensenten vinden is tegenwoordig vaak afhankelijk van omgevingsfactoren: het weer, een al dan niet vlotte stoelgang, een helse plotwending in Thuis…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier