PB GRONDA, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde, Kentucky, mijn land en het nieuwe Onder vrienden duikt elke week in de populaire cultuur.

Een nieuw jaar en dus herstellende levers, uitgezette magen, kleine oogjes, heel wat spullen om op eBay te gooien, de nodige nonkels die allemaal Bart heten weer gezien en ook: goede voornemens. In het historische Familieraad zou ‘Stoppen met roken’ hét topantwoord geweest zijn op de vraag wat het goede voornemen was van honderd Vlamingen. Er zijn veel goede redenen om niet te roken of ermee te stoppen. De laatste spot van de Vlaamse Liga tegen Kanker is er geen van.

Als kind draaide ik ooit een meter plakband rond het pakje Philip Morris van mijn tante. Zij was veel ouder en wist dus al hoe je plakband weer kon verwijderen. Daar had ik als achtjarige niet op gerekend. Dus gooide ik het beschadigde pakje in de open haard. Vuur is vaak een heel goede oplossing. Sigaretten weg, tante boos, ik tenminste een paar uur van haar leven gered en toch voorzichtig tevreden over de actie.

Sindsdien is er niet veel veranderd. Nee. Wacht. Alles is veranderd. Maar de tante rookt nog en ik ben nog altijd tegen alles waar rook uitkomt en geen schoorsteen of een machine achter de PA op een dorpsfuif is. Dat maakt me onhip, onverdraagzaam, onartistiek, N-VA’chtig rechts, fascistoïde, fout, whatever, zeker in een tijd waarin kunstenaars zoals Jan Fabre werk maken met het roken als metafoor van de ultieme vrijheidsbeleving. Misschien moeten we de pensioenleeftijd voor kunstenaars verlagen. Voor mij mogen ze morgen de openbare parken en drukke winkelstraten rookvrij maken, op z’n New Yorks. En al zeker de pleintjes die ik nu samen met mijn eenjarige dochter moet ontvluchten omdat idioten er en masse sigaretten en sigaren zitten te roken ‘omdat ze dat gadverdamme binnen niet meer mogen’.

Toch vind ik de spot die de Vlaamse Liga tegen Kanker lanceerde tegen het ‘gedwongen meeroken’ compleet misplaatst. In die tv-spot wordt de kijker op het verkeerde been gezet: terwijl we een woonhuis worden binnengeleid, insinueert de geluidsband dat er een kind wordt geslagen door zijn pa. Heel erg onaangenaam. Maar, oh verrassing, het blijkt om een gezin te gaan waar de twee ouders roken in het bijzijn van hun tv-kijkende kinderen. Te leren les is niet dat rokende ouders gezelligere ouders zijn, maar dat roken in het bijzijn van kinderen ‘eigenlijk mishandeling’ is.

Ten eerste: hoe slecht roken ook is, je kind tegen zijn knuit meppen, is, en daar zijn de meeste opvoedkundigen het over eens, toch erger. Roken: bromsmurf-slecht. Kind bij elkaar slaan: gargamel-slecht. Strafbaar ook, trouwens. Door het echte probleem naast een veel groter en pijnlijker probleem te plaatsen, ridiculiseer je het. Een doodbloedend verkeersslachtoffer tonen en dan zeggen: ritsen is eigenlijk ook belangrijk… Werkt niet.

Ten tweede: de tagline. ‘Roken in het bijzijn van kinderen is eigenlijk mishandeling.’ Het gaat hem om die ‘eigenlijk’. Had er niet mogen staan. Die staat voor: we weten wel dat we wat overdrijven, maar kom, als het even kan, doe dan misschien die sigaret uit. Of: rook er maar drie in de plaats van vier. Oké? Nee? Ook goed, we konden maar proberen. ‘Roken in het bijzijn van kinderen is mishandeling’, had het moeten zijn. En het is nog waar ook.

PB GRONDA

ER ZIJN HEEL WAT GOEDE REDENEN OM TE STOPPEN MET ROKEN. DE SPOT VAN DE VLAAMSE LIGA TEGEN KANKER IS ER DAAR GEEN VAN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content