Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, van wie dit voorjaar de nieuwe roman Straus Park verschijnt, duikt elke week in de populaire cultuur.

Het leven zou heel wat aangenamer zijn als het niet voortdurend zo leuk werd gemaakt. Zonder al het kabaal waarmee zelfs de kleinste banale gebeurtenis wordt verkocht, zouden we misschien onze aandacht vaker kunnen verleggen naar dingen waarvan we genieten. In mijn geval in een schommelstoel zitten en naar Little Feat luisteren en tegen mezelf zeggen: ‘Allez, Little Feat, wat een groep is me dat nu toch.’

Maar onze aandacht wordt voortdurend afgeleid door dingen die grappig en spannend zijn. De gecopywrite stroom van heet nieuws, internet-memes en trending topics. Maar ook in de gewone wereld van straatstenen en winkelstraten. Broodjeszaken en strijkdiensten worden via heel erg lokale reclamegoeroes opgepompt tot je denkt: shit, ik heb geen wit hemd aan, zou ik hier wel een smos kaas durven gaan bestellen? En je kunt geen aannemerscamionette meer zien of er staat wel een soort spitsvondige spreuk op.

Gelieve alle vormen van spitsvondigheid meteen te staken. Want de meeste dingen zijn helemaal niet grappig of spannend. Diesel tanken: grappig noch spannend. Iemand die een ongeluk heeft op de E40: grappig noch spannend. Een gast uit Westerlo die van gevelreiniging zijn professionele activiteit heeft gemaakt: geen reden tot hilariteit of woordspelingen.

Heel veel dingen zijn wat ze zijn. En dat is niet erg. Integendeel zelfs: gelukkig maar, of we zouden tegen tien uur ’s ochtends kapot van de adrenaline ergens aan de kant moeten gaan liggen. Zoals Daan.

Toch lijkt het zo dat, terwijl veel mensen net op zoek zijn naar rust, de meeste vormen van communicatie opgesmukt moeten worden. Gelijk waarover het gaat. Onze samenleving gaat daardoor stilaan lijken op een feestmaal bij mijn schoonfamilie, waar iedereen bij aanvang al luid en door elkaar spreekt (je zou kunnen zeggen: ‘roept als een waanzinnige’, maar dat zou respectloos zijn), zodat diegene die erbovenuit wil komen éxtra hard moet roepen. Krijsen, brullen, met iets tegen de muur kloppen, wat dan ook om de aandacht te trekken. Dat is echt heel tof. In met de volumeknop regelbare films over het pittoreske leven in het rurale zuiden. Riso amaro, bijvoorbeeld. Maar in het echte leven is dat eigenlijk niet echt nodig. Ik heb concerten van Brusselse metalcorebands meegemaakt in de Sojo in Kessel-Lo die me met minder oorsuizingen naar huis stuurden. En dat in tijden toen oordopjes nog werden gebruikt om in de drummer zijn neusgaten te steken.

En het blijft allemaal onschuldig, tot er plots overal mensen worden neergekogeld of ‘grappige moorden’ in de uitsmijterrubriek terechtkomen. Want alles wat buiten de Vlaamse landsgrenzen gebeurt, is toch maar toneel, niet? Als er in een buitenwijk van New Delhi een moeder haar kleine in een emmer verdrinkt, dan is dat perfect voor de woordspeling: ze gooide het kind met het badwater weg. En nu hoopt u dat ik dat nu even zelf heb uitgevonden. Helaas.

Informatie moet niet entertainen, ze moet, sla me nu dood, informeren. De interpretatie, die kan ik zelf wel aan. En met mij de meeste mensen die kunnen lezen.

P.B. GRONDA

ALS ER IN EEN BUITENWIJK VAN NEW DELHI EEN MOEDER HAAR KLEINE IN EEN EMMER VERDRINKT, GOOIT ZE HET KIND MET HET BADWATER WEG. EN NU HOOPT U DAT IK DIE WOORDSPELING EVEN ZELF HEB UITGEVONDEN. HELAAS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content