Paul Baeten Gronda, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde en Kentucky, mijn land, duikt elke week onder in de kelders van de populaire cultuur.

Paul Baeten Gronda

Aah, wie wordt er nu niet gelukkig van samen met heel veel onbekenden op een afgebakend terrein rond te lopen in een dampende mengeling van dor gras, slappe friet, uitheemse roepers in ontbloot bovenlijf, bejaarden met T-shirts van ‘legendarische’ festivaledities uit de jaren 80, verraderlijke exotische hapjes, plasjes bier hier, poeltjes zweet daar en enkele spatten bloed?

Want, ja, er kan veel gezeurd worden over festivals. En dat gebeurt ook. Ze zijn te groot, te klein, te duur en er is ook altijd iets met de bierprijs. Enfin, ‘iets’, doorgaans is de kritiek dat hij te hoog is, behalve op Krocke Le Zoute, waar wordt geklaagd dat de champagne zo naar bier smaakt. Tja. Zoals mijn Tante Lotje zaliger altijd zei: ‘Zuip uzelf op de camping dan al kapot met wodka of van die zelfgestookte shit voor je de wei op trekt, gij zijt toch geen mieke, zeker?’

Omdat ik zelf geen veertien meer ben, ga ik niet naar Rock Werchter, Pukkelpop of andere plaatsen waar de schone jongelingen elkaar vinden en met vorte henna bekladden en/of experimenteel betasten ter voorbereiding op effectieve voortplanting.

Sinds enkele jaren durf ik met andere oude zotten naar het ondergewaardeerde country- en bluegrassfestival Blue Highways in Utrecht te trekken, met onze huifkar. Alle countryfestivals ter wereld zijn trouwens ondergewaardeerd, dat is een vereiste in het genre. Net zoals een technofestival minstens tien mensen met een auditieve handicap voor het leven moet opzadelen en freejazzfestivals nooit meer dan zes bezoekers mogen aantrekken – of in sommige gevallen acht, maar dan moeten die elkaar wel al vijftien jaar ‘goed tot zeer goed kennen’. Of nog: dat een festival dat Rock Werchter heet in fucking Werchter moet plaatsvinden, en niet in Poelkapelle, dat nochtans naast Werchter ligt, maar het niet is.

Maar alle Coldplays op een stokje, zoals het cliché gaat: voor een klein land hebben we heel veel, heel goede en erg gevarieerde festivals. Doe er je voordeel mee, en als het tegenvalt, houd je er toch enkele onvergetelijke gadgets of een levenslange degout voor Mexicaanse worst aan over.

Maar hoewel ik goede herinneringen heb aan enkele optredens van supergroepen op superfestivals, zijn het toch de lokale, ietwat dieper in de grond stekende, DIY-festivals die mij de mooiste herinneringen hebben opgeleverd. En dat zeg ik niet om de alternativo uit te hangen. Nou, misschien ook wel daarom, maar het heeft toch vooral met intensiteit te maken. De groepen stonden dichterbij, er werden cd’s en T-shirts gekocht waardoor de toegangsprijzen altijd meer dan redelijk bleven en als een formule aansloeg, groeide een undergroundfestivalletje al eens uit tot een groter niche-evenement. En dan kon je van op een afstandje toekijken en zeggen: pff, ik was er al bij van voor ze commercieel gingen, de kapitalistische zwijnen. En hoe plezant is dat?

Mijn tip zou dus iets zijn in de zin van: ga vooral naar de grote festivals, want je kunt er zonder schaamte in het bos kakken en misschien vind je een lief dat ook fan is van The Avett Brothers. Maar ga ook buiten het seizoen eens binnen bij je lokaal jeugdhuis, of bij kleinere clubs en bars, waar vaak fantastische bands aan- en optreden. Vaak ook heel slechte, maar dat is dan een goed moment om aan de merchandise geld uit te geven voor groepen die dat verdienen.

Want de meeste grote acts op dat festival waar je straks honderd euro of meer voor betaalt, zijn ook kleiner begonnen, en zijn kunnen groeien omdat mensen hun cd’s en hun T-shirts kochten, zodat ze demo’s konden opnemen die op een dag werden opgepikt door platenlabels of producers die hen groot maakten. Vandaag werkt het wat anders, met nieuwe inkomstenmodellen en een andere, eigenlijk gezondere machtsverhouding tussen publiek, artiest en wat dan ‘de industrie’ heet. Maar dat wilt niet zeggen dat nieuwe, beginnende bands de steun kunnen missen. Van facebookfans alleen kun je niet leven. En we kunnen toch niet naar Linkin Park en Anouk blijven staren? Die speelden al toen ik nog haar had. En waren toen trouwens al even slecht. Als ik een gadget had, zou ik er nu mee smijten. Circle pit!

‘Het Blue Highways Festival is ondergewaardeerd – zoals elk countryfestival .’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content