PB Gronda, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde en Kentucky, mijn land, duikt elke week onder in de kelders van de populaire cultuur.

Ik weet niet of het iets te maken heeft met het geschiedkundige feit dat mijn Zwitserse nichtje Eliane in 1987 tijdens een onschuldig kinderspel een voleiken deur dichtsloeg op mijn rechterringvinger, waardoor die tot op heden een zekere vorm van verminking vertoont, net als mijn linkerringvinger, trouwens, die een jaar later, tijdens een ander onschuldig kinderspel, in een Leuvens scharnier kwam vast te zitten, of dat het gewoon te maken heeft met het feit dat alle Zwitsers na jaren van diepgravend onderzoek humorloze wankers gebleken zijn, maar ik ben niet gek op ‘ the land so boring they named it’ Zwitserland.

En als je net als ik pendelt tussen het zuidelijke Europa aan de Po en het kleine schilfertje Europa aan de Noordzee, dan moet je met de auto helaas weleens door het grootste kleine land ter wereld. Gekken in rode Audi’s staan je als het ware op te wachten in Basel, om dan het hele traject tergend traag voor je te rijden over de te smalle rijstroken. Als je echt niet anders kunt, en halt houdt op Zwitsers grondgebied, dan zal een rood-wit leger van sleutelhangers in de vorm van een koebel en koebellen in de vorm van een sleutelhanger je van op de gekste plaatsen hangen aan te staren. Alles is geregeld, alles is net gepoetst en alles is precies zoals het hoort. De hel, met andere woorden. Geef mij maar een echt land, waar je moet vechten om te overleven, zoals de Verenigde Staten. Of Mexico. Maar dan toch liever de Verenigde Staten.

Wat ik doe om de Zwitserse sfeer te verdrijven – buiten onverantwoord snel rijden – is naar muziek luisteren die haaks staat op het anale, correct bemeten, smetteloze van de omgeving. En dan kom je als vanzelf bij reggae uit. Maar daar kan ik maar een kwartier naar luisteren, dus ga ik voor de tweede beste oplossing: country.

Meer bepaald Caroline Herring. En nog meer bepaald haar fantastische debuutplaat Twilight uit 2001, en het wondermooie Lantana uit 2008. Inderdaad, twee platen van een en dezelfde muzikante. De cd’s van Caroline Herring komen enkel uit mijn map in Zwitserland. Elke keer opnieuw. Niet omdat de muziek niet meer luisterbeurten verdraagt, maar om mezelf te conditioneren. ‘Oh neen, we moeten door Zwitserland’ omvormen naar ‘Ja! We zijn er! We kunnen Caroline Herring nog eens opzetten!’

Geen Zwitser is Zwitsers genoeg om nummers als Caroline Moon, Ringside Rodeo of Standing in the Water te verprutsen. Of ik moet hem nog tegenkomen. Wat bijna onmogelijk is, want ik moet intussen álle Zwitsers zijn tegengekomen op de bochtige, door vervelende tunnels geplaagde rotwegen tussen de echte landen, Frankrijk en Italië.

Er is de voorbije jaren natuurlijk een hausse van country, folk en folkachtige muziek geweest. Plots was in een flanellen hemdje doen alsof je net nog hout bent gaan kappen in de schuur niet langer lachwekkend, maar net sexy. Met even geslaagde als hippe exponenten als Fleet Foxes, The Decemberists, The Avett Brothers en ga zo maar door. Natuurlijk moet het dan indie heten, omdat de meeste mensen bij het horen van het woord folk nog steeds diarree krijgen. Dat is echt waar.

Caroline Herring is niet hip. Op grote festivals zal ze waarschijnlijk nooit staan en ze klinkt zonder twijfel vaker door een stel versleten speakers dan door een trendy koptelefoon. Ze ziet er dan ook uit zoals de vrouw die in een westernfilm in de schaduw van een wildere, blondere vrouw, ook wacht op de terugkeur van de held, maar uiteindelijk genoegen moet nemen met een kat, een stuntelige vriend of het geluk dat de zes kinderen met wie haar eerste man haar heeft opgescheept haar geven. Ze ziet er daarnaast ook uit als een vrouw die zich daar niets van aantrekt, en allang blij is dat ze vaak thuis kan zijn bij haar gezin in Atlanta, waar ze liedjes zingt over haar geboortestreek in Mississippi.

Maar dat wil niet zeggen dat ze het erg zou vinden om plots door opvallend veel Belgen beluisterd te worden. Misschien komt ze hier dan wel eens touren. En in dat geval rij ik desnoods zeven keer door Zwitserland om haar te kunnen zien. Nu ja. Zes keer.

Paul Baeten Gronda

‘Voor Caroline Herring rij ik zelfs zes keer door Zwitserland.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content