Paul Baeten Gronda, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde en Kentucky, mijn land, duikt elke week onder in de kelders van de populaire cultuur.
Het liefst van al zou ik ergens in een warm klimaat in een van de buitenwereld verborgen tuin rustig zitten te schrijven, terwijl ik naar The Band luister, mijn voeten laat baden in een helder, voorbijklaterend beekje en slechts nu en dan opsta om mezelf – naar gelang het uur en het weer – een nieuw glas ijsthee, wijn of whisky uit te schenken, waarbij ik het geschrevene bij zonsondergang herlees, versteld sta van mijn schijnbaar ongelimiteerde mogelijkheden in de Nederlandse taal, enig collegiaal medelijden ervaar voor al die andere schrijvers, die, als ze een zeldzame goede dag hebben, misschien tot mijn middel reiken, vervolgens mijn slapende dochter nog een kus geef en de zoete nacht induik met… een boekske.
‘Een boekske?’, hoor ik u allen luidop schrikken? Wat bedoelt onze geliefde huiscolumnist hiermee? Heeft hij het op pejoratieve toon over een roman van Yates of Coetzee, dan wel over een glossy vakblad uit de wereld van Natalia’s onderbroek, te weten: de Story, Dendagallemaal of de Paris Match? Of, ten derde: heeft hij het – Here, vergeef hem – misschien over de perfide sekstoestanden die normloze geslachtszieken en circusbazen van erotisch allooi nog steeds op dun stinkend papier drukken, terwijl er ondertussen zoveel prima websites bestaan?
Wees gerust, lieve vrienden, niets van dit alles ligt nog maar in de schaduw van de waarheid.
Het boekske dat mijn voorkeur zou krijgen na een lange dag literaire prinsenarbeid in het hierboven trefzeker geschetste paradijs, zou uit het westen van de Verenigde Staten komen. Want inderdaad, ergens ver weg bestaat een wereld die heel anders is dan de onze: een wereld waar kinderen vrij kunnen spelen met baarddragers, de zon kind aan huis is in plaats van een verre tante die soms komt logeren, een wereld waar kattenpis naar Flowers van Kenzo geurt en waar daklozen enkel dakloos zijn omdat zij daar zelf zo over hebben beslist, omdat ze daken niet neig vinden. Die wereld bestaat echt en hij heet… Vilvoorde!
Ik bedoel: San Francisco!!
En in San Francisco woont de schrijver Dave Eggers die met de centen die hij onder andere verdiende met zijn boek A heartbreaking work of staggering genius McSweeneys oprichtte. Een uitgeverij van onder andere een gelijknamig magazine dat voornamelijk rond literaire fictie en humor draait maar ook van – en nu komen we bij mijn boekske – The Believer.
The Believer is hands down het beste magazine ter wereld. Ja, akkoord: The New Yorker en Harper’s zullen er ook wel geraken als ze flink hun best blijven doen en niet aan de drugs geraken. Maar die magazines zijn bekend. Niet het geval met The Believer. Ten bewijze: fans van The Believer op Facebook: 37. En zonder mij en mijn goede vriend Sem maar 35. Dit blad, ter vergelijking, heeft er 6 483.
Mogelijke conclusie: fans van The Believer hebben wel wat beters te doen dan een hele dag te liken en te taggen. Eveneens mogelijke conclusie: The Believer moet vanaf vandaag door veel meer mensen gelezen worden. En niet alleen omdat de geur die vrijkomt als je dat plastic hoesje wegtrekt alleen al de moeite is om een levenslang abonnement te nemen, omdat onder de vaste columnisten van The Believer mensen zitten zoals Nick Hornby of omdat ’s werelds fijnste schrijvers, van Zadie Smith tot een beginner uit New Jersey, elkaar terugvinden in dit maandelijkse wonder van kunst volgens de letter.
De essays in The Believer zijn nooit, maar dan ook nooit minder dan uitstekend geschreven. In bijna alle gevallen zijn ze ook nog es interessant en geestig. Een recensie in The Believer is exact een pagina lang, en raadt ons boeken aan die we misschien nog niet kenden, in de plaats van het massamediasysteem, dat boeken die we al in alle andere massamedia gezien hebben, afbreekt dan wel ophemelt, naargelang de profilering van het betreffende medium. Wie The Believer leest, heeft voor de rest niet veel meer nodig. Er zijn maar twee dingen waarop een boeiende mens zich in zijn leven moet abonneren. Het eerste is The Believer, het tweede kan mij geen kloten schelen. Dat mag u zelf kiezen. Nadat u The Believer hebt gelezen.
‘Het beste magazine ter wereld.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier