Paul Baeten Gronda, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde en Kentucky, mijn land, duikt elke week onder in de kelders van de populaire cultuur.

Omdat ik deels opgroeide op vers citroenijs, zelfgeplukte boomvruchten en druipende watermeloen in een dorpje aan de Spaanse oostkust, omdat ik hou van de geur van zonnecrème van het betere Franse A-merk, en ook wel omdat ik graag als een luie kat in mijn tuin op een deken lig na te denken over wat er weer maar eens neergeschreven dient te worden voor de eeuwigheid en nog tijden daarna, ben ik er lang van uitgegaan een zomermens te zijn.

Dat brengt mee dat ik vanaf begin oktober tot april loop te zeuren over het uitblijven van de zomer. En ook dat ik rond deze periode weleens last heb van wat onnozele weekbladen en opvulstukjes in de kranten graag een herfstdipje noemen. Nou, ik ga ervan uit dat ze het zo noemen. Hoe zou je het anders noemen? Winterdepressie klinkt meteen zo suïcidaal, en zo erg is het natuurlijk ook weer niet.

Maar goed, dit jaar, en dat moet voor het eerst zijn in vijftien jaar of meer, kijk ik geweldig uit naar de gure herfst en de hopelijk Siberische winter. Vreemd, want als je net als ik een bril en een grote neus hebt, dan houdt het koude seizoen vooral in dat je met een soort rode seintoren midden op je façade rondloopt, en daarnaast ook nog eens een kwartier lang door condens wordt verblind telkens je een naar drekkige sneeuw en vettig haar stinkend café binnenwandelt.

En daar zit net het geniale: je moet helemaal geen café binnenwandelen. Je mag gewoon om zes uur de luiken sluiten, het haardvuur aanwakkeren en hele dikke sokken aantrekken over de sokken die je sowieso al aanhad. En die op zich ook al best dik waren.

Boeken lezen, slapen, films bekijken, bijpraten over een grote tas thee, gaan winkelen in Antwerpen, joggen in het bos, Parijs bezoeken en schrijven. Het zijn niet alleen acht van de tien dingen die ik het liefst van al doe, het zijn ook stuk voor stuk activiteiten die het best tot hun recht komen als ‘buiten’ iets is dat je van achter een raam bekijkt en ‘de zon’ iets wat je weleens in een western ziet ondergaan.

Kortom, ik kan niet wachten tot de geuren van brandhout, whisky en groentesoep weer de boventoon zullen voeren in ons huis.

Wie dat perfect lijkt te hebben begrepen, is de Amerikaanse zangeres Lucinda Williams, die ik jaren geleden ontdekte in de AB in Brussel (niet te verwarren met de befaamde AB in Oostkamp) en die ik sindsdien samen met onder andere Alison Krauss tot een van de beste levende niet-klassieke zangeressen beschouw.

Toevallig zag ik deze week de video van haar nieuwe single Copenhagen op YouTube, en sindsdien heb ik minstens 783 mensen aangeraden, gevraagd of botweg bevolen om ernaar te kijken. En dat doe ik nu nog eens. En niet alleen dat: koop ook meteen die plaat, Blessed, wat je echt niet veel tijd kost. En als je daar dan toch bent, koop dan ook al haar vorige platen. En als je moet kiezen, omdat platen nu eenmaal wat geld kosten, ga dan voor Car Wheels on a Gravel Road uit 1998 of World Without Tears uit 2003. Op die laatste plaat staat met Over Time misschien wel een van de mooiste melancholische nummers die ooit zijn opgenomen.

Als je de muziek van Lucinda Williams hebt, dan kan je mogelijk begrijpen waarom ik hier maar niet kan wachten tot we echt de ultieme afdaling in druk en temperatuur inzetten. Sommige kunst smaakt namelijk beter of slechts uitsluitend in bepaalde jaargetijden. Net als groenten en fruit, eigenlijk. Je zou gemakkelijk een culturele seizoenskalender kunnen opstellen. Schilderijen van Hopper? Herfst, anders werkt die eenzame stedelijkheid niet. Films van Fassbinder screenen? Lente, anders spring je uit een raam. Boeken van Arthur Japin lezen? Nooit, want kostbare tijd verliezen blijft kostbare tijd verliezen. Dat geldt voor alle seizoenen.

Maar Lucinda Williams is dus herfst en winter, sowieso. Omdat zij doet met een seizoen wat muziek nu eenmaal kan doen: de mooie kanten ervan bijkleuren, in dit geval vooral met dieprood en smeerbruin, en de vervelende kantjes op een of andere manier laten vergeten, of zelfs omdraaien. ‘Lekker koud weertje vandaag’, zou je bijvoorbeeld kunnen gaan zeggen. ‘Hopelijk wordt het morgen lekker glad op de baan!’

Paul Baeten Gronda

‘Lucinda Williams kleurt de mooie kanten van de herfst bij.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content