Grrronda

© FOTO: JURGEN ROGIERS

Paul Baeten Gronda, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde en Kentucky, mijn land, duikt elke week onder in de kelders van de populaire cultuur.

Omdat de sympathieke Mechelse mannen van Telenet er niet in blijken te slagen om zelfs maar een of twee echt goede films in hun digitale aanbod op te nemen, stuitte ik onlangs uit armoede op Michael Douglas’ pseudoklassieke personage Gordon Gekko, die in de ondermaatse sequel op Wall Street, namelijk Wall Street: Money Never Sleeps, het volgende zegt: ‘ The one thing I learned in jail is that money is not the prime asset in life. Time is.’

Wat echt fantastisch nieuws is voor mij, aangezien ik betreurend weinig money heb, maar wel vreselijk veel time. Te veel time, eigenlijk. Wat tegelijk een noodzaak, een luxe en een probleem is.

De tegenstelling in het leven van een schrijver is dat je genoeg tijd moet vrijhouden om de wereld rondom te herkauwen om er iets van te kunnen maken waarvan mensen die je boeken lezen, zouden zeggen: tiens, zo had ik het nog niet bekeken, maar dat je er ook voor moet zorgen dat je genoeg beleeft om boeken te schrijven.

Het komt er dus op neer om te leven alsof dat op zich je beroep is, en op gezette tijden als het ware je eigen brein vast te pakken, diep in de ogen te kijken en te zeggen: en nu ga je rustig blijven zitten en doen wat ik zeg. Namelijk aangeven wat ik moet schrijven als ik straks mijn laptop openvouw.

Dat is een relatief eenvoudige opgave voor veel mensen, maar voor aandachtsgestoorde ongeduldlijders zoals ik maakt dat proces op zich al een groot deel uit van het werk. Veel van mijn tijd – waar ik dus gelukkig veel van heb – gaat dan ook naar het misleiden van het eigen brein.

Het is geen nieuws dat het een goede truc is om je lichaam bezig te houden met iets relatief eenvoudigs, om zo beter te kunnen nadenken. Enkel daarom al reis ik vaker met de auto naar Italië dan met het vliegtuig. Autorijden is perfect om te kunnen nadenken. Tijdens de pakweg drie uur tussen Basel en Luxemburg die ik over Franse wegen rijd, kan ik soms meer werk verzetten dan op een maand thuis in de zogenaamde werkkamer.

Een andere goeie is met de fiets rijden. Ik leen daartoe soms de Bianchi die mijn broer ooit kocht, en trek een pakje aan waarvan ik tijdens de eerste 27 jaar van mijn leven nooit had gedacht dat ik het ooit zou aantrekken. Het probleem is dat het mooi weer moet zijn, en dat ik de eerste tien ritten niets anders doe dan rood aanlopen, hoesten, rochelen, dampen en hijgen als een Vangheluwe aan het ballenbad van de IKEA. Tegen de elfde keer ben ik in een halve wielrenner veranderd, vind ik boeken schrijven tijdverlies en overweeg ik een verhuis naar een schoon dorptjen in West-Vlaanderen. Wielrennen fucks with your mind. En daar komt bij dat je moet opletten om niet te vallen en je arm te breken.

Het was tijdens het schrijven van mijn eerste boek, de lokale succesroman Nemen wij dan samen afscheid van de liefde – wat had ik gedronken toen ik die titel verzon? – dat ik de optimale omgeving ontdekte om rustig te kunnen nadenken. En dat was de roeiafdeling van de fitnessclub. Nou, ‘roeiafdeling’… de vier toestellen in de hoek van de club, naast de gewichten en de buikspieroefeningenapparaten.

Roeien is fantastisch. Nuance: op een bootnabootsende machine in een droge club, zonder water of regen zitten te roeien, dat is fantastisch. Je vindt een ritme, de beweging is repetitief en natuurlijk, je sluit je middels een iPod af van de schreeuwerige radio die doorgaans in fitnessclubs speelt, à la limite sluit je de ogen, en je roeit, je roeit als een zot, tot je er bent. En je bent er nooit natuurlijk.

Als ik drie dingen mocht kiezen waarmee ik de rest van mijn leven zou vullen, dan zouden dat zonder twijfel schrijven, naar soul luisteren en roeien zijn.

Bijkomend voordeel is trouwens dat je er zo moe van wordt, dat na de sessie zelfs de onnozelste Hollywoodproductie die via de Telenet digiblablabubbelbox binnenstroomt zonder probleem verteerd kan worden. Fysieke vermoeidheid is een zegen als je woont waar wij wonen.

Meer informatie en praktische tips vind je terug in mijn forthcoming lifestyleboek Start to row, mathafackaazz!.

Paul Baeten Gronda

‘Roeien is fantastisch – toch op een bootnabootsende machine in een droge club’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content