GOUD IN DE MOND
Vorig jaar kwamen ze uit de lucht vallen met de single Black Video, inmiddels heeft SX bevestigd met Arche, het album dat deze week zijn livepremière beleeft op het festival Autumn Falls. ‘De natuur zit vol met metaforen, we plukken ze maar uit de lucht.’
Dezelfde vriendenkring frequenteren in het West-Vlaamse Wevelgem, veel met muziek bezig zijn en samen beginnen te creëren en te experimenteren, ’tot er beetje bij beetje zoiets ontstond als songs’. Dat is in een notendop de ontstaansgeschiedenis van SX, opgetekend uit de mond van Stefanie Callebaut en Benjamin Desmet in De Kreun, de muziekclub te Kortrijk waar het duo kind aan huis is.
STEFANIE CALLEBAUT: We hebben hier in 2009 onze eerste ‘echte’ show gespeeld, in de finale van Westtalent, een lokaal muziekconcours. Een set van een kwartier was het, goed voor drie liedjes – meer hadden we op dat moment ook niet in huis. (lacht)
BENJAMIN DESMET: En toch wonnen we toen maar lekker de publieksprijs. Een eerste bevestiging.
Vorig jaar was er dan de single Black Video, meteen goed voor een bescheiden hype rond SX.
DESMET: Het succes van Black Video kwam niet alleen totaal uit de lucht vallen, eigenlijk kwam het ook een paar maanden te vroeg. Toen de radio massaal het nummer oppikte, waren wij net in de weer met een eerste ep’tje op te nemen. Maar toen kwamen de vele aanvragen voor optredens, waardoor onze hele planning in het honderd liep. Uiteindelijk hebben we een jaar lang vertraging opgelopen.
CALLEBAUT: Maar die vertraging had ook haar positieve kanten. Nieuwe nummers konden we live meteen uittesten, en bestaande songs zijn op die manier gegroeid. Ik vond dat jaar toeren in elk geval een goede investering, het was zeker geen puur tijdverlies.
Die ep is uiteindelijk een volwaardige debuutplaat geworden. Welk gevoel overheerst nu die in de winkel ligt?
CALLEBAUT: Trots, want we zijn heel blij met het resultaat van al ons harde werk; en ook opluchting, want we kunnen nu laten zien wat we in onze mars hebben. Het succes van Black Video was tof, maar het liet maar één kant van SX zien.
DESMET: We waren nog een onbeschreven blad toen, maar Arche is een zeer divers visitekaartje geworden, we kunnen er met een gerust hart en in alle vrijheid op verder bouwen. Vandaar ook de titel, afgeleid van het Oudgriekse woord voor ‘begin’ of ‘eerste principe’.
Hoe groot was de rol van producer Ben H. Allen?
CALLEBAUT: Om misverstanden te vermijden: we hebben de plaat wel degelijk bij ons thuis zelf opgenomen, inclusief preproductie. Alles stond dus al op band, Allen heeft enkel voor de eindmix gezorgd. Voor een vriendenprijsje, omdat hij zelf ook hard in ons project gelooft. Daarmee waren we zeer gelukkig, want zijn naam stond helemaal bovenaan op ons lijstje.
DESMET: Meer dan een paar overdubs links en wat percussie rechts hebben we in zijn studio in Atlanta niet meer toegevoegd, maar Ben was vooral cruciaal als er knopen doorgehakt moesten worden. Op de beslissende momenten konden we zijn oordeel voor 100 procent vertrouwen. Dat voelde ik al toen we elkaar voor het eerst spraken via Skype – eens diep in een mens zijn ogen kijken volstaat soms om te weten of het zal klikken of niet.
Welke naam op zijn cv deed Allen bovenaan op jullie lijstje belanden?
DESMET: Ik vond zijn productie op Merriweather Post Pavilion van Animal Collective fenomenaal goed, voor mij de plaat van 2009.
CALLEBAUT: Maar vooral zijn diversiteit sprak ons echt aan. Ben heeft gewerkt met Animal Collective, Gnarls Barkley, Washed Out en M.I.A., maar ook in de studio gezeten met Puff Daddy en Christina Aguilera. Hij gaat heel breed. Voor een moeilijk te definiëren band als SX is dat een pluspunt.
Benjamin, was zijn studio een speeltuin voor een synthesizerfreak als jij?
DESMET: Maar wij zijn helemaal geen geeks als het op synthesizers aankomt! Geloof me, in vergelijking met de mannen van Goose valt dat héél goed mee. Telkens als wij hen tegen het lijf lopen, is dat hét gespreksonderwerp, maar zij beginnen er altijd over. (lacht) Er is wel een periode geweest waarin ik het internet afschuimde, op zoek naar analoge synthesizers. Een verslaving die bijna uit de hand liep, maar intussen ben ik afgekickt. Met een paar goede versterkers, goede microfoons en een goede geluidskaart in je laptop raak je ook al een heel eind. En of je nu in een geavanceerde studio of een bungalow in de Ardennen aan het opnemen bent, uiteindelijk is het de performance die telt, niet het aantal leuke speeltjes.
CALLEBAUT: We hebben op Arche veel meer met percussie-elementen en shakers geëxperimenteerd dan met allerlei synthesizers. Houtblokken en korrels spelen een even grote rol als knopjes en draadjes. Dat contrast tussen ‘klassieke’ en moderne instrumenten is zelfs een constante in SX.
Stefanie, als zangeres vang jij het meeste wind. Heb je al dingen over jezelf gelezen die je niet begrijpt?
CALLEBAUT: Het is maar normaal dat mensen naar ijkpunten zoeken in ons brede klanken- en kleurenpalet, dus wie ben ik om iets negatiefs te zeggen over vergelijkingen met zangeressen als Roisin Murphy, Grace Jones of Marianne Faithfull? (glimlacht)
DESMET:(tegen Stefanie) Iedereen stoeft zelfs over je stem, hoe uniek en veelzijdig ze wel niet is! De kranten staan er vol van, dat is toch een gigantisch compliment? En oververdiend.
CALLEBAUT: Het is al goed, jong. (lacht)
In de teksten druk je je graag uit in materie en kleuren: het goud, zilver en parelmoer zijn niet van de lucht, en jullie labeltje heet zelfs Clay Records.
DESMET: Omdat de roots van ons label aan de kleiputten van Marke liggen. Daar staat The White Cabin, de studio van mijn broer, waar sommige van onze eerste songs tot stand gekomen zijn. Boetseren met muziek, dat is uiteindelijk toch wat we doen? De natuur zit vol met wonderlijke metaforen, je hebt ze maar uit de lucht te plukken. Wanneer ik bijvoorbeeld naar beelden van een actieve vulkaan kijk, dan borrelt de inspiratie spontaan op.
In Gold gaat het ook over het nirwana. Hoe ziet dat eruit volgens jullie?
DESMET: Die verwijzing naar nirvana – in het Engels – is dubbelzinnig bedoeld. De tekst van Gold is deels geïnspireerd door alle grote artiesten die gestorven zijn in de periode dat we de plaat gemaakt hebben – Michael Jackson, Amy Winehouse, Whitney Houston, Etta James… Gouden artiesten, maar die ook maar gewone beenderen hebben zoals jij en ik. ‘Into nirvana’ verwijst dus niet alleen naar het hiernamaals, maar ook naar Kurt Cobain, en er zit zelfs een grungegitaartje in het nummer om dat te onderstrepen. (lacht) Het is een ode aan de figuurlijke sterren, maar ook aan de letterlijke zon, die een kern van metaal heeft – ‘you are gold / you have silver bones’, snap je?
Jullie zijn onlangs uitgenodigd om te spelen in Silencio, de club van David Lynch in Parijs. Zo te horen waren jullie daar helemaal thuis.
CALLEBAUT: Het was een perfecte match, een van de coolste venues waar we al gespeeld hebben. De gevel is helemaal zwart geschilderd, niks verraadt dat er vier verdiepingen onder de grond een aparte wereld verstopt zit. En het hele houten interieur is in het goud geschilderd, ideaal! Een normale bezoeker moet er honderden euro’s ophoesten voor een exclusieve lidkaart. Dat is het voordeel van in een groep spelen: je komt op plaatsen waar je anders nooit zou binnen raken. Er waren alleen geen achterwaarts dansende dwergen te bespeuren, daar in Silencio, dat was een lichte teleurstelling. (lacht)
ARCHE
Uit bij Universal.
DOOR JONAS BOEL
‘WIJ ZIJN HELEMAAL GEEN GEEKS ALS HET OP SYNTHESIZERS AANKOMT! TOCH NIET IN VERGELIJKING MET DE MANNEN VAN GOOSE.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier