VERS VLEES – In zijn vijfde ‘Dead’-film bijt zombiemaestro George A. Romero de digitale massamedia in de nek. Bon appetit.
George A. Romero met Joshua Close, Scott Wentworth, Michelle Morgan
Zijn zombies mogen dan opnieuw hersendood zijn, George A. Romero is dat veertig jaar na zijn vleesetende cultklassieker Night of the Living Dead nog in geen geval. Sterker nog: nooit eerder vertoonde de Eisenstein van de zombiefilm zoveel appetijt voor sociale satire als in dit onverwachte toemaatje op zijn invloedrijke Dead-cataloog.
Deze keer zet Romero zijn tanden in neoconservatief Amerika, waar massahysterie en angstpsychoses stilaan pandemische proporties hebben aangenomen, en vooral in de sensatiegeile en exhibitionistische YouTube- en reality-tv-cultuur, waarin de meest intieme en wansmakelijke zaken ter verstrooiing van de massa inhibitieloos met digitale camera’s worden vastgelegd en vervolgens massaal op tv en internet gegooid.
Geen wonder dat Romero zijn vijfde Dead-film handig als een Blair Witch-achtig en dus volledig vanuit de losse pols en point-of-view gedraaid getuigenverslag verpakt, een procedé dat eerder dit jaar ook al in huivertrips als Cloverfield en (Rec) werd gebezigd. Hoofdgetuige in deze ‘gevonden’ faux-documentaire is de pas afgestudeerde filmmaker Jason Creed (Joshua Close), die ergens in redneck County een lowbudgethorrorfilm aan het draaien is, maar samen met zijn jonge cast op de vlucht moet wanneer – u raadt het al – weer eens een virale zombieplaag blijkt uitgebroken.
Het resultaat van die (auto)ironische doe-het-zelfaanpak oogt een stuk minder hysterisch en schokkerig dan Cloverfield, en minder politiek cerebraal dan Brian De Palma’s, uit gelijkaardige digitale massamediamiddelen opgetrokken Irak-essay Redacted. Eens te meer out Romero zichzelf als een veeleer klassiek filmmaker, die zijn digitale camera enkel met de nodige scepsis en alleen uit strategische overwegingen hanteert.
Daardoor laat Diary zich net als zijn vorige zombie-escapades perfect op twee niveaus lezen. Enerzijds presenteert het zich als een rechttoe rechtaan zombiefilm, met enkele venijnig bijtende, slim getimede chills en thrills zoals de passage door het geïnfecteerde ziekenhuis. Anderzijds is het ook een heerlijk gore media-allegorie, waarin de politieke uithalen richting Homeland Security, cybervoyeurisme, geweldporno en nieuwspropaganda als vanouds met enkele gruwelijk grappige intermezzi worden gelardeerd.
Toegegeven: het maakt van de intussen 68-jarige Romero nog altijd geen Baudrillard of McLuhan. Wie zijn veertigjarige doortocht door Ondood Amerika overschouwt – van Night of the Living Dead uit 1968 tot Diary nu – zal echter nog altijd veel meer clevere ideeën en politieke culot ontdekken dan bij de gemiddelde mainstreamfilmer. Een welkome toevoeging aan een zombiecyclus waar nog altijd verrassend veel vleesaan zit.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier