Vergelijkbaar met haar tour de force in Krzysztof Kieslowski’s Trois couleurs: bleu kruipt de Franse steractrice, moeder en muze Juliette Binoche (49) opnieuw in de huid en het hoofd van een extreem beproefde vrouw. Een rencontre in de weelderige tuinen van hotel La Mamounia, in Marrakech. ‘Ik heb geen schrik meer voor mentaal gehandicapten.’

Was het makkelijk om je in de leefwereld van Camille Claudel te verplaatsen?

JULIETTE BINOCHE: Het is sowieso al lastig om rollen te spelen zonder een script. Tijdens de eerste helft van de draaiperiode schrok ik vaak midden in de nacht wakker, doodsbang. Ik huilde zonder te beseffen waarom. Mijn lichaam voelde vreemd aan. Maar eenmaal ik me wat ingewerkt had, viel die zwaarte van mijn schouders. Opeens voelde ik me ‘licht’, bijna bevrijd.

Je staat erom bekend alles te geven voor je rol. Stel jij eigenlijk ooit grenzen voor jezelf?

BINOCHE: Die stellen zich wel voor mij. (lacht) Ik moest Camilles angsten voelbaar maken, me openstellen voor het gevoel dat je helemaal in de steek gelaten bent. Neen, dat is zeker geen comfortabele positie om lang in te vertoeven. Je bent volkomen naakt en kwetsbaar. Maar loslaten, jezelf volledig kunnen en durven bloot te stellen: dát is voor mij het privilege van het acteren. Als je dat niet graag doet, kun je maar beter een ander vak kiezen.

Van intieme arthouse naar een peperdure blockbuster: binnenkort ben je te zien in de nieuwe Godzilla. Je rollenkeuze klinkt behoorlijk divers en avontuurlijk.

BINOCHE: Juist. Dat was fun, maar gelukkig was mijn bijdrage aan Godzilla eerder bescheiden, en kroop die rol niet zo onder mijn huid. (lacht)

Hoe raakte je bij die film betrokken?

BINOCHE: Gareth Edwards, de regisseur, schreef me een brief die zo charmant en hartverwarmend was dat ik niet kón weigeren.

Heb je ooit een rol gespeeld die je blik op de wereld compleet veranderd heeft?

BINOCHE: De ervaring van op straat te leven, voor Leos Carax’ Les amants du Pont-Neuf (1991). Sinds ik zo een poosje onder daklozen heb geleefd, ben ik op straat nooit meer bang geweest. Net zoals ik geen schrik meer heb voor mentaal gehandicapten sinds Camille Claudel 1915. Toen ik in de instelling arriveerde en er plots 20 gehandicapten rond me kwamen zitten, wist ik niet goed hoe ik me moest gedragen. Moet ik nu bang zijn of niet? Kan ik hen in de ogen kijken of niet? Maar na een poosje raakte ik aan hun aanwezigheid gewend, leerde ik een relatie met ze op te bouwen, en durfde ik grenzen te stellen.

Welke projecten die je op je cv hebt staan, vielen je het zwaarst?

BINOCHE: Die waarin ik niet op dezelfde golflengte zat met de regisseur. Een project op zich boezemt me nooit angst in. Soms is de aanwezigheid van een regisseur genoeg om me te smijten en steeds verder en verder te gaan. Vaak zet ik ook een stap opzij, en laat ik ruimte tussen de acteur en de regisseur. Een film is tenslotte een product dat je samen creëert; als acteur ben je maar een werkmiddel voor de regisseur.

Heb je spijt van keuzes die je hebt gemaakt in je carrière? Zaken die je nu anders zou hebben aangepakt?

BINOCHE: Allicht heb ik fouten gemaakt, maar ik heb me altijd voorgenomen om rollen te kiezen waar ik echt in geloof, die ik vind dat ik moet doen. Goed of fout, whatever. Je neemt het leven zoals het komt.

(A.I.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content