Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

De mediawatcher – De Britse onderzoeksjournalist Nick Davies graaft in zijn eigen achtertuin en is allesbehalve blij met wat hij uit de grond haalt.

Nick Davies, Uitgeverij Lebowski, 495 blz., euro19.90

Een journalist die met de dood wordt bedreigd, zal wel vaker voorkomen. Dat die bedreigingen van een van zijn vakgenoten komen, is waarschijnlijk al iets minder courant. Het overkwam de Britse journalist Nick Davies, nadat hij in 2008 met dit boek op de proppen kwam. ‘Als hij slim is,’ zo liet David Leigh, het hoofd onderzoeksjournalistiek van The Guardian, weten, ‘dan zal Davies enige tijd niet meer naar buiten gaan als het donker wordt.’

Wat had Davies gedaan om zoiets te verdienen? Wel, hij had in zijn boek haarfijn aangetoond hoe de journalistiek in zijn land de laatste decennia onder de druk van de commer-cialisering steeds minder zijn taak als waakhond van de democratie had uitgeoefend, maar een kritiekloze spreekbuis voor regeringspropaganda of pr-maatschappijen was geworden. En hoe kranten meer en meer faits divers tot nieuws verhieven, terwijl ze moeilijkere onderwerpen naar de marge verdrongen. En dat leverde hem de toorn van zijn collega’s op, want zoals Davies zelf schrijft bij het begin van Gebakken lucht: ‘Je klapt niet uit de school. Dat is sinds jaar en dag een ongeschreven regel (…). We wroeten in alles waar we een verhaal in zien – maar niet in onze eigen achtertuin.’

Gebakken lucht is de wat flauwe vertaling van Flat Earth News, een titel die veel beter de lading dekt. In de middeleeuwen ging iedereen er zomaar van uit dat de aarde plat was, zegt Davies, en niemand dacht erover na of dat eigenlijk wel klopte, en vandaag gebeurt hetzelfde in de media. Een bepaald idee wordt gelanceerd, de media gaan daarop in en er ontstaat ‘een soort rondzingeffect’, waarbij iedereen elkaar napraat zonder nog iets te controleren. Als illustratie verwijst Davies naar de irrationele angst voor de millenniumbug – die leidde tot artikelen over vliegtuigen die op oudejaarsavond zouden neerstorten of kerncentrales die zouden ontploffen – en de manier waarop zowat alle Britse en Amerikaanse media mee stapten in het verhaal van de overheid rond de massavernietigingswapens in Irak.

Nochtans had men van bij het begin kunnen weten dat de millenniumbug grotendeels onschadelijk zou zijn of dat de kans dat Saddam Hoessein kernbommen verborgen hield klein was. Hoe komt het dan, vraagt Davies zich af, dat geen van de grote media kanttekeningen plaatsten? Hij wijst in de eerste plaats naar de toegenomen werkdruk voor journalisten: om de winst te verhogen werd er stevig gesnoeid in het aantal redacteurs, waardoor de overblijvers meer moeten doen met minder. Ze zitten nu in ‘een nieuwsfabriek’ aan de lopende band stukken te schrijven en nemen daarom steeds vaker klakkeloos over wat hen aangeboden wordt door persagentschappen, overheden én pr-maatschappijen. ‘Dat is de kern van de moderne journalistiek: de snelle recycling van grotendeels niet nagetrokken tweedehandsmateriaal, dikwijls speciaal bedoeld om de politieke of zakelijke belangen van de verstrekkers ervan te dienen.’

Samen met de herkomst van het nieuws verandert ook de aard ervan, zegt Davies. Berichtgeving over het buitenland wordt bijvoorbeeld grotendeels van persagentschappen overgenomen, en die hebben niet alleen een westerse bril op, ze zijn in een groot deel van de wereld ook niet eens aanwezig. Die landen komen daardoor enkel bij grote rampen in het nieuws. En omdat de journalisten van die agentschappen net zoveel onder druk staan als de mensen aan wie ze hun kopij leveren, blijken hun artikelen ook niet altijd even betrouwbaar. ‘Dat eenstemmige verhaal over de wereld, dat vaak ongecontroleerd blijft en maar al te vaak afkomstig is uit pr-kringen, is inherent gebrekkig in zijn keuze van verhalen, inherent betrouwbaar in zijn verslaggeving en is dag na dag goed voor de massaproductie van onwetendheid.’

U merkt het: Davies houdt niet bepaald een blad voor de mond en het valt dus te begrijpen dat zijn collega’s niet opgezet waren. Maar Gebakken lucht mag dan hier en daar een pamflet lijken, de auteur staaft zijn betoog wel uitgebreid met cijfermateriaal en voorbeelden uit de praktijk – de laatste 150 pagina’s bestaan zelfs uitsluitend uit vier casestudy’s uit de recente geschiedenis van de Britse media. De voornaamste kritiek die je kunt geven, is dat hij veel minder plaats inruimt voor mogelijke oplossingen voor de problemen die hij schetst. Maar als knuppel in het hoenderhok kan Gebakken lucht wel tellen.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content