Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

De afgelopen jaren stond in Vlaanderen de boeiendste generatie filmmakers uit de geschiedenis op. Felix van Groeningen ( De helaasheid der dingen), Christophe Van Rompaey ( Aanrijding in Moscou), Caroline Strubbe ( Lost Persons Area) en Gust Van den Berghe ( En waar de sterre bleef stille staan) pakten Cannes in. De gevierde kortfilmmakers Bavo Defurne ( Noordzee, Texas) en Michael Roskam ( Rundskop) brengen binnenkort hun eerste langspeelfilm uit – wat Hans Van Nuffel ( Adem) en Kadir Balci (Turquaze) hen het voorbijejaar al succesvol voordeden. Koen Mortier en Dimitri Karakatsanis blikten met eigen middelen respectievelijk Ex-Drummer en Small Gods in. Fien Troch bevestigde met Unspoken. En een grote groep jonge kortfilmmakers, onder wie Nathalie Teirlinck, Philip James McGoldrick en Olivia Rochette & Gerard-Jan Claes, deden internationaal stof opwaaien.

Hoe dat komt? Doordat het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) het afgelopen decennium steeds meer in jong talent heeft geïnvesteerd, onder meer door pas afgestudeerde studenten wildcards te geven – aanzienlijke beurzen om een volgend project mee op poten te zetten. Het resultaat? Nooit eerder stond de Vlaamse cinema in het buitenland zo hoog aangeschreven, terwijl er op het thuisfront nog nooit zoveel mensen naar een Vlaamse film trokken.

Waarom ik u dit vertel? Omdat ik uit zéér goede bron heb vernomen dat de Vlaamse Film Producenten Bond (VFPB) deze week een onderhoud met u heeft aangevraagd om niet enkel de wildcards, maar eveneens de afdeling ‘Vorming & Onderzoek’ van het VAF af te schaffen én de steun voor debuutfilms zo goed als volledig te schrappen in het voordeel van ‘grote films’. Anders gezegd: er moet op de huidige gouden – of toch zeker blinkend zilveren – generatie worden beknibbeld om hun erg middelmatige voorgangers, onder leiding van Jan Verheyen en Hilde Van Mieghem, aan het werk te houden. Maar weet dat er, naast leden van het VAF, verschillende belangrijke producenten zijn die niet over de demarche van de VFPB te spreken zijn. Omdat ze niet in een langetermijnvisie op de Vlaamse film past, veeleer in het kortetermijnbelang van een select clubje producenten en filmmakers die gaan voor de middelmaat en het geld.

Uw collega-ministers hebben voortdurend de mond vol over innovatie, en ik meen dat ik er u zelfs al eens op heb betrapt – begrijpelijk, overigens. Daarom vraag, smeek ik u, mevrouw Schauvliege, om daar ook in deze budgettair moeilijke tijden op te blijven inzetten. Dat is de enige manier om het succes van de Vlaamse film te bestendigen. En vergis u niet: wat de VFPB van u vraagt, is zélfs dat niet. Het is geen status-quo, maar een terugkeer naar een feodaal subsidieapparaat dat vrijwel enkel ten dienste staat van een handvol producenten, die de koek onder hun poulains verdelen. Of ook: het einde van wat begin deze maand door een groot Amerikaans festival nog een ‘cinematic hotspot’ werd genoemd.

Ik hoop dat u de juiste beslissing neemt.

BEN VAN ALBOOM

Moet er echt op de huidige gouden generatie Vlaamse filmmakers worden beknibbeld?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content