Vorig jaar werd Alexandre Desplat in Gent nog uitgeroepen tot ’s werelds beste filmcomponist. Dit jaar geeft de Franse maestro er een exclusief concert. U hoort onder meer,Birth, Lust, Caution en The Curious Case of Benjamin Button.
Dat zal je plezier doen!
Alexandre Desplat: Ik ben enorm vereerd, het festival geniet een uitstekende reputatie. Ik kijk erg uit naar dat concert, ook omdat je als filmcomponist niet vaak de kans krijgt op een direct contact met je publiek. Concerten zijn leerrijk en inspirerend. Je ziet of je muziek ook zonder beelden werkt, wat ik altijd nastreef. Een goede filmcomponist vertelt met noten – niet het verhaal, maar wel de scharniermomenten en de psychologische teneur.
Je begon je carrière in Frankrijk, maar werkt de jongste jaren vaak in Hollywood. Is het ginds anders werken?
Desplat: Niet voor mij. Ik heb in die twintig jaar altijd mijn zin kunnen doen en een eigen stem ontwikkeld. Dat ga ik niet overboord kieperen omdat ik nu ook in Hollywood werk. Ik word net gevraagd om mijn eigen stijl, die ingetogener en eenvoudiger is dan de meeste Hollywoodmuziek. In Amerika heeft men de neiging om soundtracks vol te pleuren, terwijl ik hetliever discreet houd en mijn momenten uitkies.
Heb je veel impact als je met toppers als David Fincher, Ang Lee of Stephen Frears werkt?
Desplat: Toch wel. Ik stel me ten dienste van hun visie, maar na het lezen van het script legik mijn thema’s en orkestraties voor om die samen in de studio te bespreken. Ik geef ook altijd mijn mening over de montage – meestal tevergeefs. Ik ben John Williams niet. (Lacht) Door Williams ben ik trouwens filmcomponist geworden. Ik was 17, student aan het conservatorium en wist niet wat ik met mijn leven aanmoest. Tot ik bij Star Wars de kracht van filmmuziek voor het eerst bijna lijfelijk voelde.
Je stijl is nochtans veel spaarzamer dan die van Williams.
Desplat: Dat is juist, maar Williams heeft ook andere dingen gedaan dan die grote symfonische scores. Wie me nog inspireert? Bernard Herrmann, Nino Rota, John Coltrane, Miles Davis, Ravel, Debussy… ik heb een brede smaak.
Je carrière kent de jongste jaren een boost. Hoe is het plots zo snel gegaan?
Desplat: Dat heb ik aan Peter Webber en Girl with a Pearl Earring te danken. Door het succes van die film ben ik bij Stephen Frears beland, voor wie ik The Queen en Chéri heb gedaan. En dan is ook Hollywood komen aankloppen. Maar ik wil mezelf niet uitverkopen: ik kies alleen projecten als de regisseur en het script me aanstaan. De enige tegen wie ik blindelings ‘ja’ zeg is Jacques Audiard. We zijn al jaren beste maatjes en voor hem zou ik zelfs zijn vakantievideo’s scoren. (Lacht)
Wie staat er nog op je verlanglijstje?
Desplat: Coppola, Scorsese en Malick mogen altijd bellen. En van de jongere generatie zijn Paul Thomas Anderson en de Coenbroers welkom, hoewel die al een uitstekende huiscomponist hebben en ik geen bonje wil met mijn collega’s. Respect is soms belangrijker dan roem.
(D.M.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier