Franks wilde jaren – Frank Capra liet in zijn volkskomedies zien waarin de kleine Amerikaan groot kon zijn.

Platinum Blonde (1931)/ American Madness (1932)/ It Happened One Night (1934) Mr. Deeds Goes to Town (1936)/ You Can’t Take it With You (1938) Mr. Smith Goes to Washington (1939)Films: HHHH Extra’s: HHHI (Sony)

Films. De jonge Frank Capra zat financieel weer eens aan de grond toen hij op een dag in San Francisco de kabeltram nam en een onbekende medereiziger hem attent maakte op een krantenadvertentie voor een baan in de snelgroeiende filmindustrie. Die toevallige ontmoeting in de vroege jaren twintig veranderde zijn toekomst, zoals soortgelijke toevalstreffers later ook het leven van zijn protagonisten in een andere richting stuurden: de journalist (Clark Gable) die in de screwballkomedie It Happened One Night op de bus een weggelopen rijke erfgename (Claudette Colbert) tegen het lijf loopt, Logfellow Deeds (Gary Cooper) die in Mr. Deeds Goes to Town onverwachts miljoenen dollars erft, en de plattelandsjongen (James Stewart) uit Mr. Smith Goes to Washington die plotseling gesommeerd wordt naar het Capitool.

In een bevlieging beantwoordde Capra het zoekertje en hoewel hij geen enkele ervaring had, wurmde hij zich binnen in de stille film, waar hij eerst grappen bedacht voor Mack Sennett en later de komiek Harry Langdon ging regisseren. Toen hij voor het eerst door de lens keek, wist hij het: hij zou filmmaker worden. En wat voor een! Capra werd een van de meest bejubelde filmmakers uit Hollywoods gouden jaren, de eerste die erin slaagde om zijn naam bovenaan de credits te krijgen (vandaar ook de titel van zijn autobiografie The Name Above the Title), de regisseur die er haast op zijn eentje in slaagde om van Columbia Pictures, het arme broertje onder de grote studio’s, een major player te maken.

In elke Hollywoodhistoriek is de Siciliaanse immigrant Frank Capra (1897-1991) dan ook de incarnatie van de American Dream. Ook zijn meest typische films zijn sprookjes, maar dan wel ingebed in de vaak schrijnende sociale realiteit van de economische en politieke crisis in de jaren dertig, zijn glorieperiode. Capra verschafte de modale Amerikaan in tijden van grote onzekerheid en onrust het broodnodige escapisme, maar hij bezong ook de kwaliteiten van de kleine man en had kritiek op het falen van systeem en gezag. Stewart, Cooper, Gable en co. zijn stuk voor stuk ordinaire, rechtschapen Amerikanen die dankzij hun doorzettingsvermogen, optimisme en overredingskracht de grootste obstakels overwinnen en door hun individualisme (vaak op het excentrieke af) een bres vormen tegen de onpersoonlijke krachten van de economie.

Extra’s. Verschillende audiocommentaren van de zoon van de regisseur, archiefbeelden en interviews met medewerkers en experten.

Patrick Duynslaegher