Laatste werk: Derrière l’épaule (1998)

24 september 2004 in Honfleur, Frankrijk

Leeftijd bij overlijden: 69

Schrijfster

Wie zich spiegelt aan Billie Holiday moet dat vroeg of laat bekopen. Vroeg in Amy Winehouse’s geval, laat bij Françoise Sagan. In februari 1954 kwam Holiday – toen compleet aan de drank, drugs, foute mannen en lagerwal – optreden in de Parijse nachtclub Mars. Françoise Sagan – op dat moment negentien en clean – stond erbij, keek ernaar en kreeg een aha-erlebnis. De Franse schrijfster had haar studies verprutst, was net haar eerste roman aan het afwerken en zocht nog een titel. Het werd Bonjour Tristesse, vrij naar Holidays classic Good Morning Heartache. Het schandaalboek over de zeventienjarige Cécile die worstelt met foute liefjes en een oversekste vader inspireerde Simon & Garfunkel tot de volzin ‘hello darkness, my old friend’. Maar de roman bleek ook profetisch voor Sagans verdere leven vol echte tristesse. Hing ze in de fifties en sixties nog rond in Parijse hippe kringen, featuring Boris Vian, Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir en de jonge François Mitterrand, dan verkeerde ze vanaf de eighties vooral in het gezelschap van Jack Daniel, Paul Ricard en Johnnie Walker. Tussendoor pende ze tientallen boeken ( Derrière l’épaule uit 1998 was haar laatste), toneelstukken, filmscripts, kortverhalen en liedjesteksten bij elkaar. ‘Een luxehotelexistentialist’, noemde Sartre haar spottend. Haar veelschrijverij had ook een keerzijde: Sagan herhaalde zichzelf te veel, en haar stijl paste op de duur niet meer bij de veranderende tijdsgeest. ‘Ik heb er in sommige boeken serieus met mijn pet naar gegooid’, gaf ze ooit toe in een interview. Typisch Sagan, dat sarcasme en die zelfspot.

Sinds haar debuut Bonjour Tristesse werden Sagans stommiteiten en verslavingen breed uitgesmeerd in allerlei roddelkolommen. Een dieptepunt was haar crash in 1957: ze zat blootsvoets achter het stuur van haar Maserati, ging overkop en lag drie dagen in coma. De aalmoezenier van het hospitaal diende haar al de ziekenzalving toe, maar Sagan rolde toch nog uit haar droomloze slaap. Ze hield er een morfineverslaving aan over, maar geen wagenvrees: de ultralinkse schrijfster kwam zelfs naar de mei 68-protesten in haar nieuwe Maserati. De roddelpers smulde ook van Sagans aangroeiende strafblad. Eens gedagvaard voor drugsbezit, belastingontduiking of openbare dronkenschap verzon de schrijfster meestal een smoes à la Chirac: ze beweerde dat ze te ziek was om voor de rechter te verschijnen. En als ze zich al eens kwam verdedigen, deed ze dat op onorthodoxe wijze. ‘Ik heb het recht om mezelf te vernietigen, zolang ik niemand schade berokken, edelachtbare. Als ik een glas ontstopper wil drinken, dan is dat míjn probleem, ok?’ Ook haar labiele liefdesleven was gevonden vreten voor Paris Match: op vijf jaar tijd – tus-sen 1958 en 1963 – trouwde en scheidde ze twee keer. Net als Billie Holiday. ‘Liefde is voor mij een ziekte, een vergiftiging. Soms ben ik besmet voor drie of vier jaar. Nooit langer.’ Vrij vertaald: Sagan poepte er maar op los. ‘Toen ik achttien was, werd de pil gelanceerd. En tegen de tijd dat ik onvruchtbaar werd, stak aids de kop op. Heel mijn volwassen periode kon ik dus neuken zonder enig gevolg.’

Van haar verslavingen en excessieve leven droeg Sagan wél de gevolgen: ze was dan wel van rijke komaf en won ooit acht miljoen Franse franken bij het gokken, ze raakte op latere leeftijd tóch nog berooid. Faut le faire. Een deurwaarder kwam haar racepaarden, racewagens en kasteel in beslag nemen. Bedolven onder de schulden was ze de laatste jaren van haar leven afhankelijk van vriendensteun en whisky. Uiteindelijk stierf ze, compleet uitgemergeld, op haar 69e aan een longembolie. Van ‘luxehotelexistentialist’ naar ‘OCMW-existentialist’: nu tevreden, monsieur Sartre?

THIJS DEMEULEMEESTER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content