LOVE STORY – Veel te lang verbeid, maar hey, slik in uw nijd: de eerste geautoriseerde biografie van de illustere Arthur Lee en zijn cultband Love leest namelijk als een trein.
John Einarson, Jawbone, 334 blz., euro 16Je hebt van die bands die – door omstandigheden, uit eigen onwil, of een mix daarvan – hun afspraak met de geschiedenis volkomen hebben gemist. Neem nu Love. In 1967 sloeg bandleider Arthur Lee een stek op het historische popfestival van Monterey af, omdat het een non-profitgebeuren betrof en dus niks schoof. Twee jaar later deed hij hetzelfde met Woodstock: helemaal naar de andere kant van de States vliegen voor één optreden vond deze eigengereide Californiër te achterlijk voor woorden.
Kapitale blunders, achteraf bekeken? Misschien. Al is het maar de vraag of twee concerten het lot van deze grillige, interraciale cultgroep hadden kunnen afwenden. Sinds zijn oprichting in 1965 had Love zich vierklauwens opgewerkt tot dé sensatie van de Sunset Strip in LA – en dat was toch een stuk agglomeratie waar ook The Byrds, Buffalo Springfield en The Doors het mooie weer maakten. Aan het roer stond Arthur Lee: voorwaartse denker, geniale leek, egotripper, gothic hippie, duivenmelker. Een man die er sneller dan Jim Morrison in was geslaagd gestalte te geven aan de sinistere kant van de summer of love, door in zijn songs ook paranoia, angst en onzekerheid te verweven. Waar Vietnam al niet goed voor was.
Aanvankelijk blies Love nog het stof van de westkustpodia met briesende garage- en folkrock, maar gaandeweg putte Lee ook uit latin, flamenco, jazz en orkestrale muziek, om zich met derde plaat Forever Changes (1967) definitief een plekje in het pantheon van de allergrootsten te verzekeren. Hoezo dan? Koop, download, leen of steel dit meesterwerk zelf, en kom het ons maar zeggen als we overdrijven.
Maar o wee: de artistieke triomf van Forever Changes betekende voor de even wankele als recalcitrante Arthur Lee een nauwelijks te torsen molensteen. Nadat de originele bezetting van Love was ineengestuikt onder de fatale combinatie van succes en heroïnegebruik, werd Love een duiventil waarmee Lee enkel nog halfslachtige platen uitbracht, levenslang verlamd door de wetenschap dat hij zijn beste werk nooit meer zou evenaren. Zijn optredens ontspoorden in meelijwekkende bedoeningen, zijn coke- en alcoholverslavingen swingden de pan uit, en uiteindelijk zou hij voor bijna zes jaar de nor invliegen na een schiet-incident. Hij stierf in 2006 op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van leukemie.
U leest het allemaal in deze meeslepende, onthutsende biografie, waarvoor auteur John Einarson niet alleen kon leunen op interviews met voormalige, decennialang vermist gewaande Loveleden, maar ook op de nooit gepubliceerde memoires van Arthur Lee zelf. Waarlijk een compléét werk dus, dat niets dan liefde in u naar boven zal doen drijven. Kushandje!
KURT BLONDEEL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier