FOR THE LOVE OF WINONA
‘Your sorry eyes cut through bone’, zong Beck over zijn ex-liefje Winona Ryder. Twaalf jaar na het shoplifting-schandaal dat haar de Hollywoodkroon kostte, blijkt dat nog steeds te kloppen. Het bewijs zie je in de misdaadthriller The Iceman, een mooie aanleiding voor een weerzien met de gevallen filmgodin van generatie x. ‘Ik was een ster. Nu wil ik enkel nog actrice zijn.’
De digital natives die denken dat de big bang samenvalt met hun geboortedag en Avatar een ‘klassieker’ is, weten dit misschien niet, maar voor Kristen Stewart was Natalie Portman de regerende Hollywoodprinses, en nog daarvoor Winona Ryder. Eind jaren tachtig schoot Ryders ster als een komeet omhoog dankzij glansrollen in Tim Burtons gotische sprookjes Beetlejuice (1988) en Edward Scissorhands (1990). Toen ze wat later ook smachtend in de camera’s van Coppola (Bram Stoker’s Dracula, 1992) en Martin Scorsese (The Age of Innocence, 1993) blikte, leek niemand nog aan Noni, zoals de fanboys haar doopten, te kunnen weerstaan. Bovendien lagen niet alleen miljoenen tienerknullen aan Ryders poezelige voetjes, maar ook – een selectie in chronologische volgorde – Charlie Sheen, Christian Slater, Johnny Depp, Chris Isaak, Evan Dando, Soul Asylum-frontman Dave Pirner, Dave Grohl, Matt Damon, Beck en David Duchovny. Tenminste: tot het sexy kindvrouwtje naarmate de jaren negentig vorderden langzaam weer afgleed in de Hollywoodhiërarchie. De klap op de vuurpijl: op 12 december 2001 shopte ze voor 5500 dollar aan designkleren bijeen in Beverly Hills. En vergat ze pardoes daarvoor te betalen.
Na haar arrestatie voor winkeldiefstal, vandalisme en drugsbezit – Ryder had bij het incident pijnstillers en antidepressiva bij zonder voorschrift – gingen de compromitterende beelden van de bewakingscamera’s gretig de wereld rond en het verdict was onverbiddelijk: drie jaar voorwaardelijk, 10.000 dollar boete, 480 uur gemeenschapsdienst, verplichte psychiatrische behandeling en einde carrière. ‘Als dat de strafmaat is in Hollywood, was Lindsay Lohan al drie keer op de elektrische stoel gezet’, zou een beetje redelijk mens nu denken. Maar helaas voor Winona Laura Horowitz, zoals ze sinds 29 oktober 1971 bij de burgerlijke stand van Olmsted County, Minnesota bekendstaat, bleken die indertijd dun gezaaid. Vier jaar lang verdween de tweevoudige Oscargenomineerde in de anonimiteit, deels in de hoop dat de negatieve hausse zou overwaaien, deels omdat geen enkele producent het nog aandurfde om haar verzekeringspolis te betalen.
Geen wonder dat de gevallen filmgodin, die lyrisch bezongen werd door Ryan Adams (Cry on Demand), Beck (Lost Cause), Soul Asylum (Just Like Anyone) en minder lyrisch door Primus (Wynona’s Big Brown Beaver), te kampen kreeg met depressies en angstaanvallen. Maar wie opgegroeid is in een nest van creatieve rebellen – lsd-profeet Timothy Leary was haar peetvader, beatdichter Allen Ginsberg en sf-goeroe Philip K. Dick waren vriend aan huis – laat zich niet gauw door de realiteit murw bijten. Beetje bij beetje kreeg Ryder haar privéleven weer op de rails, waarop ze zich omschoolde tot karakteractrice en vanaf 2006 hier en daar weer opdook in een bijrolletje of een bescheiden independentfilm. In 2010 voelde ze zich zelfs sterk genoeg om haar demonen recht in de ogen te kijken door in Darren Aronofsky’s huiverballet Black Swan een ooit bejubelde, maar ondertussen verguisde prima ballerina te spelen die plaats heeft moeten ruimen voor, jawel, Natalie Portman.
Stellen dat Ryder sindsdien aan een comeback à la Rocky Balboa bezig is, zou straf overdreven zijn en haar vroegere A-list-status zal de inmiddels 41-jarige deerne wel nooit meer bereiken, al ziet ze er nog altijd even engelachtig uit als toen epauletten en froufrous nog cool waren. Toch heeft ze best een mooi jaar achter de rug. Niet alleen leende ze haar meisjesachtige stem aan weird girl next door Elsa Van Helsing in Frankenweenie, de stop-motionfilm die haar herenigde met mentor Tim Burton, ze toonde ook on-screen nog steeds over het nodige breekbare charisma te beschikken, zoals in de sfeervolle misdaadfilm The Iceman, die vanaf volgende week in de Belgische bioscopen loopt.
In die biografische serial-killer thriller, geregisseerd door de Israëliër Ariel Vromen, geeft Ryder gestalte aan de eega van Richard Kuklinski, vertolkt door de immer intense Michael Shannon. De New Yorkse huurmoordenaar en psychopaat Kuklinski bracht vanaf 1948 – zijn eigen herinneringen variëren nogal – tussen de honderd en tweehonderdvijftig mensen om het leven in opdracht van de maffia, zonder dat zijn vrouw of kinderen daar weet van hadden. In 1986 werd Kuklinski, die al op zijn dertiende zijn eerste moord zou hebben gepleegd, gearresteerd en tot levenslang veroordeeld. Twintig jaar later stierf hij in verdachte omstandigheden in een beveiligde vleugel van een ziekenhuis in New Jersey.
Een uitstekend alibi om la Ryder weer in de armen te sluiten, waarbij alle ongepaste grappen over shoplifting ons verder gestolen kunnen worden.
Je personage Deborah Kuklinski is nog steeds alive and kicking. Hoe voelt dat?
WINONA RYDER: Ik had nog nooit een bestaande persoon gespeeld zonder haar toestemming en dat gaf toch wel extra druk. Hopelijk komen mijn ambigue gevoelens jegens Deborah ook over in de film: ze moet op zijn minst toch vermoedens hebben gehad dat haar man loog als hij zei dat hij zakenman was. Je kunt niet dertig jaar onder hetzelfde dak wonen met iemand die van kindsbeen af een psychopaat was, die geen kantoor, telefoonnummer of secretaresse had en vaak dagenlang weg was van huis. Dan ga je op zijn minst vragen stellen over waar hij zat en met wie en ze claimt dat ze nooit heeft gedaan. Van concrete feiten en details wist ze niks af. Daarom heb ik op de eerste draaidag alle pagina’s waar ik zelf niet in zat uit het script gescheurd, omdat ik ziek werd van de gruwel die erin beschreven stond en om dezelfde staat van ontkenning te bereiken als Deborah.
Je hebt haar dus niet gesproken?
RYDER: Nee. Ze werd beschuldigd van medeplichtigheid vanwege haar stilzwijgen, maar vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Sindsdien leeft ze onder een schuilnaam en is ze onvindbaar. Haar opnieuw opsporen zou zinloos geweest zijn, want ik geloof nooit dat ze mij wél de waarheid zou hebben verteld nadat ze zichzelf een leven lang had voorgelogen. Ze leefde in de Amerikaanse droom, en ze koos ervoor om te negeren dat die droom werd gefinancierd met bloedgeld. Uit zelfbescherming. Uit liefde voor haar kinderen. Maar ook uit opportunisme.
Je bent zelf nooit getrouwd. Uit dezelfde angst dat je een ander nooit volledig kunt kennen en vertrouwen?
RYDER: Zo ver zou ik het niet drijven. (lacht) Ontkenning komt op allerlei niveaus voor. In de liefde, maar ook in de politiek en de economie. Er zijn topmanagers die duizenden mensen ontslaan en in de armoede drijven om zichzelf te verrijken. Hoe kunnen die ’s avonds dan gewoon naar huis rijden en met vrouw en kinderen gezellig voor de tv zitten? Dat vind ik pure horror.
Michael Shannon staat ook nu weer heel intens en fysiek te acteren. Joeg hij je nooit angst aan?
RYDER: Ik kende Michael niet persoonlijk, maar was een grote fan van zijn werk. Buiten de opnames was hij aardig en behulpzaam. Maar eenmaal op de set muteerde hij in Kuklinski. In een bepaalde scène sloopte hij de hele huiskamer en liep bloedend rond. Ik had schrik, want in het script stond gewoon: ‘Kuklinski maakt zich boos.’ (lacht) He just went all method on me. Ik heb het geluk dat ik in mijn carrière met grote, intense acteurs heb kunnen werken – Daniel Day-Lewis in The Age of Innocence, Gary Oldman in Dracula. Voor mij hoort Michael zeker in dat rijtje thuis.
Hoe bouw je zelf je personages op?
RYDER: Ik ga je een geheim verklappen: alles begint bij de schoenen. Draag je hoge hakken? Of hou je het bij sneakers? Ga je voor zwart of iets flashy? Schoenen zeggen alles over het karakter en de emotie van je personage. Als ik even de draad kwijt ben, hoef ik maar naar mijn voeten te kijken en ik ben terug in the moment. Waarom denk je dat vrouwen zoveel schoenen hebben? We zijn en blijven complexe wezens. (lacht)
Je was de voorbije jaren te zien in Black Swan en de Star Trek-reboot. Het afgelopen jaar deed je Frankenweenie en nu The Iceman. Ben je eindelijk weer aan de top?
RYDER: Ik ben weer blij. Dat is het belangrijkste. Ik was een ster. Nu wil ik enkel nog actrice zijn. Ik mocht in het begin van mijn carrière meedoen in enkele films die geweldig bleken en de tand des tijds hebben doorstaan: Edward Scissorhands, The Age of Innocence, Reality Bites (1994) en – een van mijn favorieten – Heathers (1988). En ik stel vast dat het opnieuw lekker loopt, hoewel ik de veertig voorbij ben. Het is niet evident voor actrices om zo lang mee te gaan, zeker in het huidige Hollywood niet, dus kan ik mezelf enkel gelukkig prijzen. Ik was dolblij toen ik veertig werd. Al mijn favoriete personages – Mildred Pierce, Margo Channing in All About Eve – zijn vrouwen van veertig en geen meisjes van twintig. Ik mag eindelijk vrouwen spelen, wat ik jarenlang niet kon omdat men vond dat ik er te jong uitzag. Mij hoor je dus niet zeuren over rimpels.
Straks ga je zelfs naast Jason Statham en James Franco spelen in de actiethriller Homefront. Wie had dat ooit gedacht?
RYDER:Weird, right? Maar ik heb er zin in. Het is iets totaal anders en ik mag een stoere, sinistere babe spelen in plaats van een getroebleerde damsel in distress. Ik ga er duidelijk op vooruit. (lacht)
Je ouders waren kunstminnende hippies die in een commune leefden en je peetvader was Timothy Leary. In welke mate heeft die opvoeding je beïnvloed?
RYDER: Mensen denken vaak dat mijn jeugd in het teken stond van seks, drugs en rock-‘n-roll maar ik was een gewoon en gelukkig kind. Als ik nu door familiealbums blader, zie ik wie er indertijd zoal op me babysitte. John Lennon bleek een van hen, maar ik was toen te jong om te beseffen wie hij was. Voor mij was hij gewoon een ‘volwassene’. En Timothy was de liefste opa die ik me kon wensen. Hij nam me mee naar de kermis en hielp me met mijn huiswerk. Als kind heb ik nooit drugs of andere rare toestanden gezien. Toen ik wat ouder werd, zei hij ook altijd dat als ik toch met drugs wilde experimenteren ik dat altijd eerst moest vragen aan een volwassene die ik kon vertrouwen. Hij waarschuwde ook altijd voor de negatieve gevolgen. Het enige dat ik mijn ouders of Timothy zou kunnen verwijten is dat ze voor mij het mysterie van die hele beat- en tegencultuur wegnamen. Voor mijn klasvriendjes waren John Lennon, Timothy Leary en Allen Ginsberg mythische culthelden. Voor mij waren het vrienden van mijn ouders en dus per definitie uncool. (lacht)
THE ICEMAN
Vanaf 5/6 in de bioscoop.
DOOR DAVE MESTDACH
Winona Ryder ‘IK GA JE EEN GEHEIM VERKLAPPEN: ACTEREN BEGINT BIJ DE SCHOENEN. HOGE HAKKEN OF SNEAKERS? ZWART OF IETS FLASHY? SCHOENEN ZEGGEN ALLES OVER HET KARAKTER EN DE EMOTIE VAN JE PERSONAGE.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier