scars and stripes – De mythe van de amerikaanse oorlogshelden die de stars and stripes hesen op Iwo Jima sneuvelt voor de camera van clint eastwood.

CLINT EASTWOOD

MET RYAN PHILLIPPE, JESSE BRADFORD, ADAM BEACH, JOHN BENJAMIN HICKEY, BARRY PEPPER

Kan een oorlog gewonnen worden met behulp van een foto? Wat betekent het om tot held gebombardeerd te worden? En bestaat de geschiedenis uit objectieve feiten of uit een verzameling opinies? Het zijn de drie centrale, niet meteen luchtige popcornpret voorspellende vragen waaraan de nieuwste en ook meest ambitieuze film van Clint Eastwood is opgehangen. Verwacht dus geen in adrenaline en pattriottisme gedrenkt epos; wel een moreel complex, zij het iets te gekunsteld oorlogsdrama dat het begrip ‘heldendom’ aan een grondig onderzoek wordt onderworpen.

Vertrekpunt is de iconische, Pulitzerprijswinnende foto die Joe Rosenthal in 1945 maakte tijdens de slag tussen Amerikanen en Japanners op Iwo Jima. Daarop staan zes GI’s afgebeeld die de Star and Stripes hijsen op de top van Mount Suribachi, een imposant snapshot dat door de propagandamachine van Uncle Sam prompt werd ingezet om op het thuisfront zieltjes en fondsen te winnen en de afgebeelde soldaten tot celebrities promoveerde.

Tegen wil en dank trouwens, dat laatste, blijkt uit deze voortdurend tussen flashback en -forward, melancholische introspectie en robuuste actie zappende bewerking van de bestseller van James Bradley, zoon van een van de vlaggenhijsers. Van de zes soldaten op de foto overleefden er namelijk maar drie de oorlog (rollen voor Ryan Phillippe, Jesse Bradford en Adam Beach), wier verhaal van naaldje tot draadje wordt verteld: hoe ze de bloedige raid op Iwo Jima overleven, hoe ze stom toevallig door Rosenthal worden gefotografeerd, hoe ze na de overwinning door de legerbobo’s als aapjes worden opgevoerd in een pr-campagne en vooral: hoe ze elk op hun manier omgaan met hun verstikkende heldenstatus.

Daarmee brengen Eastwood en diens scenaristen (Bill ‘Jarhead’ Broyles en Paul ‘Crash’ Haggis) alvast een verrassend kritische lezing van een beroemde brok Amerikaanse geschiedenis. Zelfs de racistische roots van the land of the free worden openlijk aangekaart, via de tragische subplot rond soldaat Ira Hayes (een jammerlijk overacterende Adam Beach) die als ‘native American hero’ eerst op een piëdestal wordt geplaatst, maar na de oorlog wordt veroordeeld tot een troosteloos leven in de marge van de Amerikaanse Droom.

Terwijl Eastwood deze en andere bittere observaties ascetisch in beeld brengt, haalt hij voor de raid op Iwo Jima wel het grove geschut boven. Voor het eerst in zijn fenomenale carrière waagt hij zich zelfs aan epische CGI en vanuit de losse pols geschoten, snedig gemonteerde actie à la Saving Private Ryan, al wordt het gelukkig nooit snoeverig of bombastisch. Daarvoor zorgen de afgebleekte kleuren, de mozaïekstructuur (de raid wordt voortdurend onderbroken door flashforwards) en vooral de ontnuchterende thematiek die de mythe rond de All American Hero laag voor laag wegschraapt tot nog enkel een intrieste waarheid overschiet op de met bloed besmeurde stranden van Iwo Jima.

BACKSTORY: DE GOEDEN WORDEN DE SLECHTEN

Na in Flags of Our Fathers de gebeurtenissen voor, tijdens en na de slag bij Iwo Jima vanuit het Amerikaanse perspectief te hebben getoond, werpt Eastwood een heel ander licht op de zaken in Letters from Iwo Jima, een volledig Japans gesproken en vanuit Japans standpunt vertelde film die pas op 10 januari in de zalen komt. Oorspronkelijk zou trouwens niet Eastwood dit ambitieuze dubbelproject verfilmen, maar wel Steven Spielberg, die in 2001 de rechten op John Bradleys bestseller had verworven, maar in 2004 de opdracht doorgaf en de pet van producent opzette.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content