‘Cinema zoals ik die ken, is dood. De oorlog is verloren’, zei Quentin Tarantino op de voorlaatste dag van het festival van Cannes. O, was het maar een von-trieriaanse poging om zonder film onder de arm even de aandacht te trekken. Tarantino was bloedserieus, en film is écht op sterven na dood.

Film, zo leert de dikke Van Dale, is ‘een lange buigzame strook van acetylcellulose of celluloid, met een lichtgevoelig laagje bedekt, gebruikt voor fotografische of cinematografische opname’. Díé film is dus met uitsterven bedreigd, niet de naar die drager vernoemde vorm van kunst en entertainment. Dik honderd jaar was de standaard voor professionals de 35-millimeterfilm. Aan dat tijdperk is door de snelle digitalisering een einde gekomen. Een voorbarig einde, want er lopen best nog wel wat regisseurs rond die om artistieke redenen de voorkeur geven aan de celluloidstrip, en dat zijn niet van de minsten. Quentin Tarantino, David O. Russell, Paul Thomas Anderson, James Gray, Christopher Nolan, de Coens, om er een paar te noemen, menen dat pellicule nog altijd superieur is. 35 mm-film zou nog altijd meer informatie kunnen dragen dan digitale beelden in de hoogste resolutie. En vooral, het is een levende materie, waardoor per definitie geen twee opnames dezelfde zijn en de film een eigen look, kleur, warmte, korrel krijgt – vergelijk het met de grain die een menselijke stem uniek maakt. Digitale films kennen die imperfecties en variatie niet. Ga met je neus vlak voor het bioscoopscherm staan en je merkt dat een digitale film net zoals een digitale foto een mozaïek van puntjes, pixels, is. Sommige regisseurs en cinematografen proberen de monotone, kille, statische perfectie van digitaal te counteren door op het einde een willekeurige digital grain-laag aan het beeld toe te voegen.

Dat grote namen met analoog materiaal blijven werken, is dus lang niet zo gek. Zij zullen een grijns vast niet hebben kunnen onderdrukken toen bekend raakte dat de Star Wars-fabriek het geweer weer van schouder verandert. J.J. Abrams en director of photograpy (DoP) Daniel Mindel nemen de nieuwe episode in de ruimtesaga weer op film op. Pellicule is kostbaar, maar wie er het geld voor heeft, kan er wel nog mee werken. Daar wringt het schoentje niet. Het zijn de studio’s, de distributeurs en de filmzalen die 35 mm-film bij het oud vuil gezet hebben en de regisseurs en filmliefhebbers zo voor voldongen feiten hebben gesteld.

De economische en praktische voordelen voor producent, studio, distributeur en zaaluitbater zijn zo groot dat de omslag niet te vermijden viel. Digitale kopieën maak je voor 100 euro of minder en verscheep je voor een appel en een ei. 35 mm-kopieën kosten 1000 euro of meer per stuk. De grote, ronde metalen blikken versas je niet zomaar naar alle uithoeken van de wereld en voor de vertoning is een geschoolde projectionist nodig. Vijf jaar geleden leek de kostprijs van dure digitale projectie-installaties nog een dam te zijn. Maar schijn bleek andermaal te bedriegen. Al dan niet gesteund door overheden zijn bioscopen wereldwijd massaal overgeschakeld op digitaal.

Paramount hangt het niet aan de grote klok, maar is voor zijn distributie volledig overgeschakeld op DCP (Digital Cinema Package). Dat is een hard drive ter grootte van een boek met wat files op. De andere studio’s zullen wellicht snel volgen – blij dat zij in elk geval niet met de vinger gewezen zullen worden als de eerste om film op te geven.

Op het voorbije festival van Cannes, de jaarlijkse hoogmis van de cinefilie, was élke projectie digitaal, met uitzondering van een vertoning op het strand van Pulp Fiction. Het hart van Tarantino bloedde. ‘Wat mij betreft, is digitale projectie en DCP de dood van cinema zoals ik die ken. Het gaat niet eens over filmen op pellicule of digitaal. Dat de films niet meer op 35 millimeter vertoond worden, betekent dat de oorlog verloren is.’ Als ze per se de artiest willen uithangen, mogen Tarantino, Nolan en PTA nog wel met 35 mm werken. Maar uiteindelijk wordt ook hun film digitaal vermangeld tot zo’n DCP. De verdwijning van de 35 mm-projectie zou wel eens de beslissende slag geweest kunnen zijn in de oorlog die de 35 mm-regisseurs bereid waren te strijden.

Tarantino noemt digitale projectie ’televisie in het openbaar’. ‘Blijkbaar neemt de wereld genoegen met televisie in het openbaar.’ De regisseur vreest voor de toekomst van de bioscopen als de DCP’s die er vertoond worden in niets verschillen van de digitale versies thuis. ‘Een plotse hervertoning in een bioscoop van Godards A Bout de souffle – al dan niet op een nieuwe print – dat was… whoaw! De moeite om je huis voor te verlaten. Maar om naar een digitale versie te gaan kijken? Dan volstaat mijn Criterion-dvd.’ Tarantino wil nog wel begrijpen dat beginnende filmregisseurs digitaal draaien omdat het zoveel goedkoper is. ‘In mijn tijd had je minstens 16 millimeter nodig om te draaien en dat was een Mount Everest waar de meesten onder ons niet over raakten. Maar ik heb geen fucking idee waarom een gevestigde filmmaker digitaal zou draaien.’ Moedeloos is de regisseur van Pulp Fiction en Django Unchained niet. ‘Deze generatie is echt hopeloos, maar de volgende generatie zal beseffen wat we verloren hebben en teruggrijpen naar the real thing.’ Tarantino klampt zich vast aan de strohalm van de vinylrevival maar de situatie is niet dezelfde. Een platendraaier haal je voor geen geld in huis. Tarantino verzamelt 16 mm- en 35 mm-kopieën en beschikt thuis – ‘ik heb goed geboerd’ – over een 35mm-projector. Maar voor de gewone sterveling is dat niet weggelegd.

Met nostalgie is het altijd opletten geblazen. De dood van film viel vermoedelijk niet tegen te houden. Maar waarom is 35 millimeter afgedankt op een moment dat nog veel belangrijke regisseurs dat het summum vinden? En moest het zo achterbaks? Kon er nu echt niemand voor een mooie begrafenis zorgen? Na honderd jaar trouwe dienst verdiende film toch minstens een filmisch einde. Opties genoeg: het majestuoso van een ontploffing, de melancholie van een fade-out, een vertraagd neerzijgen of hoopvol tegemoet rijden van de horizon. Nee, film is geruisloos en roemloos gedumpt in het massagraf van voorbijgestreefde twintigste-eeuwse technologie. Als een walkman, goddomme. Zonde.

DOOR NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content