Erasing David
Woensdag 27/10, 20.25 – Ned3
Januari 2009. De Britse documentairemaker David Bond pakt zijn rugzak, kust zijn hoogzwangere vrouw en kind, stapt in zijn auto en rijdt weg. Zijn bestemming: dat weet niemand, zelfs Bond niet. Zijn doel: volledig te verdwijnen. Als inwoner van een land waar de privacy erg onder spanning staat – de groepering Privacy International zet Groot-Brittannië in haar lijst net na Rusland en China – wilde de man onderzoeken of het mogelijk is om een maand lang helemaal te ontsnappen aan camera’s, zoekmachines op internet en databases. Hij huurde twee privédetectives in die moesten proberen hem op het spoor te komen en vertrok op een koude winterdag voor een tocht die hem door heel Europa – ook door België – zou voeren. Hoe dat afloopt, kunt u zien in de documentaire Erasing David, die vorige week nog te zien was op het filmfestival van Gent en die nu ook op tv komt.
Wanneer kreeg je het idee voor je verdwijningtruc?
David Bond: Eind 2007 was er in Groot-Brittannië een groot schandaal toen de regering enkele discs met data over het leven van miljoenen inwoners verloor. Ik heb toen een brief gekregen waarin stond dat mijn dochter van vier maanden een van de ‘slachtoffers’ was, en dat was voor mij een echte ‘wake-up call’. Voordien stond ik ook weleens stil bij het gebrek aan privacy en het gevaar van databases, maar als je als jonge vader merkt dat je eerste kind een dossier heeft, dan komt het probleem meteen dicht bij huis.
Ter voorbereiding heb je ruim tachtig bedrijven en organisaties aangeschreven om jouw dossier daar op te vragen. Welke informatie heeft je het meest verrast?
Bond: Misschien eerst even zeggen dat maar een klein deel de moeite heeft genomen om te antwoorden, zelfs al zijn ze dat bij wet wel verplicht. In Groot-Brittannië heb je als burger het recht om je dossiers in te kijken, maar in realiteit trekken veel bedrijven zich daar niets van aan. Nu, wat me het meest verbaasd heeft, is dat de Britse regering data bijhoudt die ze eigenlijk al lang vernietigd zou moeten hebben. Toen ik jong was, ben ik eens veroordeeld omdat ik dronken achter het stuur van een auto had gezeten – een misstap waarover ik me nu nog schaam. Die veroordeling zou eigenlijk al lang weer uitgewist moeten zijn, maar ze stond wel nog in mijn dossier. De verantwoordelijke zag daar ook geen graten in. ‘It’s better to have the data than not’, is de houding van de regering, en zeker ook van bedrijven. Alle info kan ooit nuttig zijn, dus houden ze die maar bij.
Dat probleem is wellicht alleen nog erger geworden met het internet?
Bond: Het is echt ongelooflijk wat die twee detectives op nauwelijks een uurtje tijd allemaal naar boven konden halen, uit databases die gewoon toegankelijk zijn voor het publiek. En dan heb je nog dingen als Facebook: ik had mijn profielpagina wel gewist, maar die twee hadden die in een mum van tijd teruggevonden, zodat ze ze konden gebruiken om mijn vrienden te contacteren. Het is onmogelijk om iets van het internet te wissen, dat is de belangrijkste les die ik geleerd heb.
De reactie van veel mensen is dan: als je niets verkeerds doet, is er geen probleem.
Bond: Ja, dat geloof ik niet meer. Ten eerste: mensen die zeggen dat ze niets te verbergen hebben, daar scheelt iets mee. Je wilt toch altijd dingen uit je leven privé houden, je gaat toch ook niet zonder kleren de deur uit? Ten tweede ben ik ook mensen tegengekomen die niets verkeerds hadden gedaan en toch in de problemen zaten. Een man die door een fout in de database van de politie ervan verdacht werd kinderporno te hebben gedownload bijvoorbeeld, of een vrouw die als dievegge te boek stond en daarom niet aan werk raakte. Toen ik tijdens mijn reis in België was, heb ik trouwens gesproken met internetondernemer Toon Vanagt, en die zei dat we op dat vlak nog maar aan het begin staan. Er zullen steeds meer van die problemen opduiken.
Je bent door heel Europa gereisd met die twee detectives op je hielen. Wordt een mens daar niet ongelooflijk paranoïde van?
Bond: Absoluut. (Lacht) Op den duur zag ik ze achter elke hoek staan, en omdat ze met andere mensen samenwerkten, kon ik niemand meer vertrouwen. Als iemand een gesprek met mij begon, zag ik er meteen een geheim agent in. (Lacht) Ik kan me nu een beetje voorstellen hoe het geweest moet zijn om in Oost-Duitsland te leven, waar je ook niet wist wie er bij de Stasi zat en wie je kon vertrouwen. Nu, ik wil niet al te veel als een doemdenker overkomen, maar eigenlijk zitten we vandaag allemaal in dat schuitje. We zijn gevangenen van onze eigen databases.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier