De 22-20s waren een paar maand lang ’the next big thing’, maar werden even snel weer uitgespuwd. Kroniek van een hype (voorlopig) zonder happy end. Door Karel Degraeve

’22-20s’

uit bij EMI

De belangrijkste Britse rockgroep aller tijden!’ ‘Onze eigen White Stripes!’ ‘De band die Oasis zal doen vergeten!’ ‘De nieuwe Rolling Stones!’ Dat onze collega’s aan de overkant van Het Kanaal niet op een overstatement kijken is wel bekend, maar bij de hype die de 22-20s te beurt viel, verzonken alle andere compleet in het niets. Toen de Britse pers hen vorig jaar eensgezind tot ‘de toekomst van de muziek’ bombardeerde, waren Martin Trimble, Glen Bartup en James Irving nog tieners, en hadden ze één demo gemaakt. Welgeteld zeven songs hadden ze daarvoor opgenomen, waarvan naar eigen zeggen ‘minstens de helft complete rubbish‘. Toch lieten grote platenbonzen zich vanuit de Verenigde Staten met de Concorde overvliegen om in hun repetitiehok met contracten te zwaaien – in de business stond het drietal al snel bekend als ‘het hebbeding van het millennium’.

‘Het was absurd’, vertelt zanger Martin Trimble wanneer we hem ontmoeten op het Festival des Inrocks in Rijsel, waar zijn groep de affiche deelt met Joanna Newsom, Damon Albarn en dEUS. ‘Van de ene dag op de andere namen mensen ons iedere middag mee uit eten, en hadden we meetings met advocaten. Een platenbaas beloofde ons zelfs dat Bob Dylan zou bellen, om ons te overtuigen om bij hem te tekenen. Terwijl: we hadden met moeite twee goeie songs opgenomen, en we waren nog volop een eigen sound aan het ontwikkelen.’ Ironisch genoeg was het nochtans net de sound van hun demo die het drietal uit Sleaford de das om deed. Trimble & Co werden groot op een dieet van blues – hun groepsnaam verwijst naar de song 22-20 Blues van Skip James – en na de grote doorbraak van The White Stripes waren all things blues plots booming business.

‘Veel van de mensen die we ontmoetten, kenden niets van muziek’, vult Glenn Bartup (een kerel die op het podium de gezichtsexpressie van Mick Jagger combineert met the appetite for destruction van Angus Young, en dat voor een bassist!) het verhaal aan. ‘Ze bleven maar doorgaan over de grote toekomst die ons te wachten stond, als we een contract tekenden en hun raad zouden opvolgen.’ Intussen had ook de pers lucht gekregen van ‘het wonder uit Sleaford’, en dat maakte de druk op de groep er alleen maar groter op. ‘We hadden gedacht dat de aandacht zou afnemen als we zouden weigeren een contract te tekenen, maar het omgekeerde was waar’, aldus nog Bartup. ‘Voor we er erg in hadden, werden we in alle kranten en magazines tot de toekomst van de muziek gebombardeerd – at some point, things really start-ed to explode.’ Uiteindelijk legde het drietal alle grote aanbiedingen naast zich neer om bij het kleine Heavenly-label te tekenen. ‘Jeff, de man die ons contacteerde, sprak niet over geld, maar liet ons de hele middag naar zijn favoriete platen luisteren’, aldus Trimble. ‘We besloten met hem in zee te gaan, en ons management in handen te geven van ATC’ – een groot managementbureau dat onder meer Radiohead tot zijn klanten mag rekenen.

Om de hype te onderdrukken, schrapte ATC alle interviews met de 22-20s, en het stuurde de groep op tournee langs kleine parochiezaaltjes. Toen Kate Moss op een van hun eerste optredens werd gesignaleerd, haalde het viertal (ondertussen had toetsenist Charlie Coombes, een neef van de zanger van Supergrass, de band vervoegd) weer even alle kranten, maar op lange termijn bleek de strategie te werken. Met Franz Ferdinand vonden de Britse journalisten een nieuw slachtoffer in hun superlatievenoorlog, zodat de 22-20s in een afgelegen studio bij Oxford aan hun eerste full album konden sleutelen. ‘Heel even zaten we op een eiland, waar maar een paar keer per dag een boot naartoe ging’, aldus Trimble. ‘Evident was het zeker niet, maar op z’n minst hadden we niet de indruk dat iedereen de hele tijd over onze schouder stond mee te kijken.’ In enkele weken tijd nam het viertal een twintigtal nieuwe songs op, waarvan er uiteindelijk tien op hun titelloze debuut belandden. De pure blues van weleer werd op smaak gebracht met acid rock in de beste Doors en Verve-traditie; het uiteindelijke resultaat werd met een vette knipoog ‘acid blues’ gedoopt.

The 22-20s seem like survivors before even releasing their debut album‘, schreef The Guardian in de aanloop naar de eerste plaat, maar toen 22-20s eenmaal in de winkelrekken lag, was de hoera-stemming omgeslagen in een mix van onverschilligheid en reserve – wat heel even ‘dé plaat van de eeuw’ moest worden, werd uiteindelijk onthaald als ‘something to watch’en ‘a distinctive debut’. Toch lijkt zanger Martin Trimble allerminst ontgoocheld. ‘Toen we een paar jaar geleden in het bluescircuit zaten, was het onze ultieme droom om ooit een plaat te kunnen maken. Die is er nu, dus ik zie geen enkele reden tot klagen. Het is een huizenhoog cliché, maar roem is nooit een betrachting geweest.’ ‘In Sleaford is roem zelfs een vies woord’, beaamt Bartup. ‘Kijk, wij zijn allemaal fan van Manchester United, en ja, Beckham is een fantastische voetballer, maar ik verkies Paul Scholes. Snap je?’ Niet echt, neen. ‘Becks is een snob, man. Hij denkt dat hij zich alles kan permitteren, omdat men hem dat in zijn lege hoofd heeft gepraat. De laatste twee jaar bij ManU was hij completely useless. Terwijl: Scholes kun je niks wijsmaken. Hij is een werkpaard dat zijn roots nooit zal verloochenen. By the way, hou jij van voetbal? Mooie goal van David Platt tegen de Belgen, op het WK in Italië, vond je niet.’ En wég zijn ze, een brede grijns om de lippen, een fles Absolut Vodka in de vuist.

Every inch two working class heroes’, glimlacht manager Brian Message, die het gesprek vanop afstand heeft gevolgd. De sympathieke Brit, zo blijkt, is ook manager van Radiohead, maar met vragen over muziek zijn we bij hem aan het verkeerde adres. ‘Ik ben niet echt een grote muziekfan. Een groep managen is voor mij in de eerste plaats: mensen managen. Vriendschap stimuleren, want dat komt de muziek ten goede. Ik probeer de 22-20s wel aan te moedigen om meegaand te zijn tijdens interviews en fotosessies, hoor. But that seems like a lost battle.’ ‘Vertrouw hem niet, hij speelt golf!’ roept Martin Trimble wanneer hij ons ziet praten. ‘ That pisses me off, man. That really pisses me off.

Karel Degraeve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content