‘ER IS GEEN GOED OF FOUT IN DE LIEFDE’

© ATHOS BUREZ

Bijna drie jaar na een onverhoopte doorbraak en liefdesverklaringen van pers en publiek zijn ze terug: Intergalactic Lovers. Met het album Little Heavy Burdens mikken ze opnieuw op uw tere muziekhart. In de handen van deze cupido’s prijkt echter geen pijl en boog, wel een geladen kalasjnikov. Lara Chedraoui: ‘Ik moet niks weten van bomen knuffelen of yoga.’

Neen, we gaan niet nog eens hun scoutstotems oprakelen, en we gaan het ook niet nog eens hebben over hun wortels in Aalst. Ook al wonen de voorheen uitgezworven Intergalactic Lovers alle vier opnieuw in de ajuinenstad. Dit dus geheel terzijde. Wat wél uitgebreid aan bod kwam in ons gesprek met drummer Brendan Corbey (nuchter, praktisch) en zangeres/boegbeeld Lara Chedraoui (charismatisch, openhartig): het ontstaan en de betekenis van hun tweede album Little Heavy Burdens Het album van de bevestiging. Rijper, dieper, en eerlijker, maar ook opgelucht. ‘We zijn minder bang om elkaar teleur te stellen.’

Laat ons meteen met de deur in huis vallen: hoe moeilijk was de Moeilijke Tweede?

BRENDAN CORBEY (DRUMS): Muzikaal liep het vrij vlot. Onze producer Thomas Harsem, die ook bij Greetings & Salutations aan de knoppen zat, heeft de lat wat hoger gelegd, en onze interne kwaliteitscontrole stond behoorlijk fijn afgesteld. Enkel songs waarover binnen de groep een algemene consensus bestond, namen we mee naar de studio – en we hebben onze tijd genomen om die te schrijven.

LARA CHEDRAOUI (ZANG): Eerlijk: vanaf het moment dat we met het idee van de tweede plaat begonnen te spelen, stak bij mij de stress de kop op. We kwamen een paar jaar geleden uit het niets, niemand die iets verwachtte. Nu hebben we een publiek, mensen hebben onze cd gekocht, met alle verwachtingen van dien. ‘Trek het je niet aan’, zeiden de jongens, maar al wat ik kon denken, was: won’t somebody please think of the children?! Iets in mij wilde er constant over waken of we al dan niet te ver of wel ver genoeg buiten onze lijntjes kleurden. Begrijp je? Het speelde in elk geval heel erg in mijn hoofd.

CORBEY: Nergens voor nodig.

CHEDRAOUI: Dat weet ik nu, maar ik was er als de dood voor dat mensen zouden zeggen dat ‘de vorige plaat toch beter was’, of dat we ‘iets waren verloren’. Maar inderdaad, uiteindelijk maken zulke dingen niet uit. Wat we zeker niet gedaan hebben, is de songs die goed werkten op het eerste album analyseren en daarop variaties bedenken. Deze plaat is dus anders, zonder dat we onze eigen sound verliezen, en daar ben ik erg tevreden over.

Zei ze opgelucht.

CHEDRAOUI: Een beetje, ja. Voor de jongens ging het vlot, ik had het moeilijker, vooral om mijn teksten op papier te zetten. Er zat heel veel in mijn hoofd, maar ik kreeg het er niet uit. De rest bedacht prachtige muzieklijnen, ik kon alleen maar reageren door ‘het is mooi’ te zeggen. Dan zette ik speciaal mijn wekker extra vroeg om twee uur langer te schrijven, maar nog arriveerde ik in tranen in ons repetitielokaal. ‘Het trekt op niks!’, dat soort toestanden. Dankzij het vertrouwen van de jongens is het uiteindelijk goed gekomen.

Wat zat er geblokkeerd?

CHEDRAOUI: De voorbije twee jaar waren behoorlijk heftig. Heel veel spelen in combinatie met heel veel werken, de nachturen in combinatie met de groep. Als je in de horeca werkt, aan de toog, word je constant overspoeld door een golf van mensen. Je bouwt een muur. In de muziek moet die muur weer naar beneden en moet je kunnen loslaten. Na verloop van tijd zat ik mentaal à bloc en ik vond de sleutel niet meer om het blok open te maken. Op de koop toe was er dat werkongeval waarbij ik mijn hand heb gesneden aan gebroken glas. Pezen door, maar dat hadden ze op de spoedafdeling niet gezien. Drie operaties verder blijkt dat ik mijn hand niet meer kan gebruiken en dus ook geen gitaar meer kan spelen. Toen zat ik diep in de put. Voor het eerst in jaren zat ik verplicht thuis, zonder dat ik iets moest doen. Ik kwam nauwelijks nog buiten, gefixeerd op het idee dat ik die tijd moest gebruiken om te schrijven. Knap lastig.

Mis je het gitaar spelen?

CHEDRAOUI: Heel erg. Ik heb een jaar kine gevolgd, maar het is definitief om zeep, zo weet ik sinds drie maanden. Ik heb nog wel wat getokkeld op een repetitie, maar kreeg meteen kramp en kon daarna mijn hand een week niet bewegen. We spelen nu met een extra gitarist. Ik probeer het positief te bekijken, door te denken dat ik me op het podium extra kan concentreren op de teksten en mijn stem. Maar toch, nu sta ik daar maar te staan. Daar moet ik nog mee leren om te gaan.

Een van die Little Heavy Burdens. Die titel klinkt serieuzer dan Greetings & Salutations, om het niet te zeggen met de dooddoener die jullie te wachten staat: ‘volwassener’.

CORBEY: Dat zit er inderdaad aan te komen. Het zal wel, zeker? We werken samen aan elk aspect van de muziek, hebben elkaars sterktes en zwaktes nog beter leren kennen, en zijn dus samen volwassener geworden.

CHEDRAOUI: De aanpak was misschien volwassener, maar Little Heavy Burdens is eerlijker dan Greetings, en daardoor naïever en dus kinderachtiger. Is dat een goed argument? Soit, ik ben er niet helemaal uit hoe, maar ik ga dat idee dat dit een volwassener plaat is toch proberen te counteren! (lacht)

Het album verschijnt op Valentijnsdag. Mag ik dat een beetje cynisch vinden, gezien de soms erg donkere songteksten inzake de liefde?

CHEDRAOUI: Je mag dat van mij zelfs héél cynisch vinden. (grijnst)

CORBEY: Puur toeval. Nieuwe platen verschijnen nu eenmaal op vrijdag, en het is deze vrijdag geworden. Het was altijd al onze bedoeling om in het voorjaar te verschijnen. Een rationele, logische beslissing, want zo kunnen we clubshows spelen in het voorjaar en de festivals in het najaar. Met romantiek heeft dat bitter weinig te maken.

CHEDRAOUI: Dus: no pun intended. Trouwens, het is vast wel elke dag ergens Valentijn of iets gelijkaardigs in de wereld, wie of wat heeft bepaald dat precies 14 februari dé dag van de liefde moet zijn? Meestal gaat dat toch aan me voorbij – vraag maar aan mijn ex-lieven.

Laten wij het alvast voor de aardigheid even over de liefde hebben. ‘There’s no right or wrong in love’, zing je in The Fall.

CHEDRAOUI: Zo zie ik dat. Of tenminste: zo ben ik het aan het leren. Ik zoek de fout meestal bij mezelf als er iets tegenzit, ook in de liefde. Zo zit ik in elkaar. Tegenwoordig merk ik dat goed of fout vaak een kwestie van perceptie is. Niks is eenzijdig of absoluut. Voor iemand die van zichzelf vindt dat ze steeds tekortschiet, is dat een belangrijke les. Daarom dus: ‘Don’t you fear the fall, there’s no right or wrong in love. ‘

In No Regrets klinkt het ‘I’m bad in love and keeping it together’.

CHEDRAOUI: Ik ben niet de gemakkelijkste om een relatie mee te hebben. Meestal eindigt het met ik die zeg: ‘Zoek iemand anders, ik ben niet de juiste.’ ‘Keeping it together’ slaat vooral op mezelf, ik heb moeite om mezelf onder controle te houden. Ik vertrouw alles en iedereen, en zie altijd (met bekakt stemmetje) ‘het goede in de mens’. Achterlijk naïef, zoals sommige mensen wel eens tegen me zeggen.

Nou moe.

CHEDRAOUI: Je kunt tien messen in mijn rug steken, dan nog zal ik denken: ‘Jij hebt vandaag waarschijnlijk geen goede dag gehad, niet?’ (lacht) Ik kan geen deuren sluiten, ik kan niet kwaad zijn of blijven op mensen, en sommigen ruiken dat: met die kun je rammelen.

Dat je die kwetsuren koelbloedig verwerkt in je songs bewijst toch dat je niet met je laat sollen?

CHEDRAOUI: Ik kan ook heel cynisch zijn, hoor. Mijn mama zegt het vaak: voor iemand die zo donker en sarcastisch is, handel je net compleet omgekeerd. Er schuilt een hopeloze romanticus in mij, maar ook een cynicus die niets moet weten van bomen knuffelen of yoga. Songs schrijven over mijn gevoelens lukt me gewoon beter dan erover te praten.

Brendan, praten jullie intern over de teksten van Lara?

CORBEY: We proberen ons niet te veel te mengen in Lara’s verhaal, want wie zijn wij om daarin te gaan peuteren? Anderzijds praten we natuurlijk met elkaar als we aan de songs werken, en stellen we soms vragen over de teksten.

CHEDRAOUI: Wanneer we aan de songs werken, zijn de jongens in de eerste plaats bezig met de melodieën. Dan vallen ze vooral over een woord dat niet past, vragen ze om het te vervangen of anders te fraseren. Maar toen ik alle teksten integraal had uitgeprint, zei Raf (De Mey, bassist, nvdr.) toch: ‘Je weet, als je wilt babbelen…’ Bij het label kreeg ik ook zo’n reactie: ‘Fuck zeg, het is geen leuk jaar geweest voor jou. Alles oké nu?’ Voor mij persoonlijk werkte de teksten schrijven heel therapeutisch. Dat ook andere mensen daar deel van gaan uitmaken, begint nu pas door te dringen. En ik kreeg al zo veel vragen à la ‘gaat dat over mij?’ (lacht)

Nooit eens zin om een positief liefdesliedje te schrijven?

CORBEY: De meeste songschrijvers zijn toch het meest geïnspireerd door donkere momenten? Denk ik toch, Lara?

CHEDRAOUI: Ik wil het gerust eens proberen, een happy love song schrijven.

CORBEY: Voor mij hoeft het niet per se, hoor.

CHEDRAOUI: Ik denk dat er gewoon veel meer woorden bestaan voor een situatie waarin er stront aan de knikker is. Let er maar eens op. De negatieve woordenschat is zo veel rijker dan de positieve!

CORBEY: Positieve liefdesliedjes klinken snel cheesy of melig, het moet al heel erg goed zitten om ermee weg te raken.

CHEDRAOUI: Voor ik sterf, wil ik wel zo’n echte, dramatische power ballad geschreven hebben. Cool of niet, power ballads zijn de max. En ooit wil ik een eightiesplaat maken, all the way, vol foute synthesizers. Er staan op de nieuwe plaat trouwens ook synthesizers. Daar hebben we een beetje over gebikkeld, vooral ik met Maarten (Huygens, nvdr.), onze gitarist en een grote Pink Floydadept. Die vindt de jaren tachtig een periode van voornamelijk plastieken muziek. Maar ik vind dat plastieken net cool, je wordt er op een bepaalde manier vrolijk en gelukkig van. Neem nu Gold van Spandau Ballet: het is toch onmogelijk om daar niet in op te gaan? Depressieve liedjes opgewekt doen klinken, daar waren ze in de eighties erg goed in. Doe zelf de test met Runaway Train van Soul Asylum en Smalltown Boy van Bronski Beat. Twee songs over hetzelfde onderwerp: weglopen. Maar als ik de eerste hoor; wil ik mij ónder de trein smijten, terwijl ik bij de tweede denk: ik ben weggelopen, maar het is oké want ik heb nog altijd Bronski Beat! (lacht)

Toch eens proberen: is Intergalactic Lovers nu volwassen geworden met Little Heavy Burdens?

CHEDRAOUI: Neen!

CORBEY: Weet je wat een positief verschil is met vroeger? We weten van elkaar dat we vier heel verschillende mensen zijn. We moeten alle vier door dezelfde tunnel, maar durven elkaar onderweg sneller te zeggen wanneer iets niet lukt.

CHEDRAOUI: Klopt. We zijn minder bang om elkaar teleur te stellen. We zeggen sneller ‘stop!’. Dat is ons safe word: stop.

Niet erg subtiel.

CHEDRAOUI:(lacht) Serieus, het is het stomste safe word ooit! (krijgt slappe lach) Echt, hoe dwaas is dat niet? Help! Stop!

LITTLE HEAVY BURDENS

Verschijnt 14 februari, via Warner.

DOOR JONAS BOEL — FOTO’S ATHOS BUREZ

Lara Chedraoui ‘IK HEB EEN WERKONGEVAL GEHAD. PEZEN IN MIJN HAND DOOR. IK HEB NOG EEN JAAR KINE GEVOLGD, MAAR SINDS DRIE MAANDEN WEET IK DEFINITIEF DAT IK GEEN GITAAR MEER ZAL KUNNEN SPELEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content