na ‘Le Fabuleux destin d’Amélie Poulain’ pakt filmromanticus Jean-Pierre Jeunet weer uit met een liefdesverhaal met Audry Tautou in de hoofdrol, maar het decor is totaal anders. ‘De emoties bezorgen zelfs mij een krop in de keel’.

‘UN LONG DIMANCHE DE FIANçAILLES’

VANAF 27/10 IN DE BIOSCOOP

Voor ons zit een ontspannen, quasi nonchalant achteroverleunende Jean-Pierre Jeunet. Opvallend, want de Franse regisseur heeft met Un long dimanche de fiançailles (A Very Long Engagement) zopas een van de duurste en meest geanticipeerde films uit de Europese filmgeschiedenis ingeblikt. De film werd begroot op een budget van 46 miljoen euro, er staan klinkende namen als Audrey Tautou en Jodie Foster op de affiche en het gaat om de eerste Franse film die dankzij Warner meteen verzekerd is van wereldwijde distributie. De verwachtingen zijn dus hoog gespannen. Niet verwonderlijk als je vorige film de titel Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain draagt en uitgroeide tot de grootste arthouse-hit sinds jaren.

Jeunet – ook bekend van het maniëristische surrealisme van Delicatessen en La Cité des Enfants Perdus, films die hij samen met Marc Caro draaide – heeft het zichzelf beslist niet makkelijk gemaakt. Un long dimanche de fiançailles is een adaptatie van Sebastien Japrisots gelijknamige, veelgelaagde oorlogsroman. Het is het beklijvende verhaal van Mathilde (Audrey Tautou) die, terwijl de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog nog nasmeulen, smachtend op zoek gaat naar haar verloofde Manech. Hij werd als deserteur in niemandsland gedropt en zijn naam staat officieel genoteerd in het dodenboek van het Franse leger. ‘Jammer dat Japrisot de film niet heeft kunnen zien’, steekt Jeunet tevreden van wal. ‘Hij is overleden in maart van vorig jaar, toen we nog met de opnamen moesten beginnen. Zonde, want ik weet zeker dat hij trots en tevreden zou zijn geweest.’

Ben jij tevreden met het resultaat?

Jean-Pierre Jeunet: Ja hoor. Pas de regrets, al is de film nog maar net af. Pas sinds gisteren eigenlijk. Normaal worden interviews gepland als het eindresultaat al een tijdje op je netvlies staat gebrand. Deze keer werd ik echt uit de mixagekamer geplukt en voor de leeuwen geworpen. Dat is behoorlijk bizar. Ik zit zelf nog met zoveel vragen, terwijl ik verondersteld ben een antwoord klaar te hebben op al jouw lastige vragen. Enfin, qu’est-ce que vous voulez savoir? (lacht)

Je werd toch niet uit de mixage- kamer gegooid?

Jeunet: Daar leek het toch op. Ik was nog druk aan het mixen toen plots iemand het licht uitdeed. ‘ C’est fini‘, zei hij. Ik had die kerel nog nooit gezien! ( lacht) Van het ene op het andere moment werd mijn film me afgenomen. Niet dat ik niet tevreden ben met het resultaat, maar je vraagt je toch af hoe men in deze industrie eigenlijk redeneert. Als je zoveel geld in een project hebt geïnvesteerd, wil je toch zelf ook dat het eindproduct er zo goed mogelijk uitziet. Ach, misschien ben ik veel te naïef. Het filmwereldje wordt immers steeds commerciëler. Deadlines worden vaak al maanden op voorhand vastgelegd, terwijl men nog geeneens weet wie gaat regisseren. C’est la folie, mais c’est la vie.

Ben je hoe dan ook niet opgelucht dat het voorbij is?

Jeunet: Ach, jawel. Het hele project heeft meer dan twee jaar geduurd. Ik voel me als een renner die de Tour de France heeft uitgereden. Vandaar allicht dat dit allemaal zo bizar aanvoelt. Ik ben bij wijze van spreken net over de eindstreep op de Champs-Elysées gebold, ik hijg dampend en zwetend na van de inspanning, maar ik krijg toch meteen een microfoon onder de neus geduwd.

We beloven het rustig aan te doen. Dit is je eerste film sinds ‘Amélie Poulain’ en bovendien heb je opnieuw Audrey Tautou gecast voor de hoofdrol. Vrees je niet dat veel mensen de vergelijking zullen maken?

Jeunet: Mocht ik daar schrik van hebben, dan kan ik de camera wel aan de haak hangen. Deze film heeft niets gemeen met Amélie Poulain. Hij tapt uit totaal andere emoties en speelt zich af in een compleet andere tijd en context. Dat was trouwens een van de voornaamste redenen waarom ik heb toegehapt. Waarom zou ik ook een andere hoofdactrice kiezen als Audrey uitermate geschikt is om de rol van Mathilde te vertolken? Ze is sinds Amélie Poulain sterk gegroeid als actrice. Indertijd had ze het moeilijk met emotionele scènes. Huilen ging haar niet zo makkelijk af. Nu heeft ze meer ervaring. Ze voelt zich zelfzeker genoeg om zich volledig te laten gaan, ook al staat er een crew van twintig man op haar te kijken. Dat brengt uiteraard een totaal andere werkwijze met zich. Ze had meer tijd nodig om zich op bepaalde scènes voor te bereiden, en ze zocht daarvoor vaak een intiem hoekje op waar ze zich mentaal even van de buitenwereld kon afsluiten. De sfeer was wel spontaner en aangenamer tijdens het draaien van Amélie Poulain, maar het resultaat is er ook naar: de emoties die je ziet, komen uit het diepste van haar hart. Ze zijn van een ongekunstelde puurheid en bezorgden zelfs mij een krop in de keel.

De roman van Japrisot is zowel qua flashbackstructuur als thematiek beslist niet de makkelijkste om te verfilmen. Zijn er bepaalde dingen die je niet naar het witte doek hebt kunnen vertalen?

Jeunet: Het is nooit de bedoeling geweest om het boek woord voor woord te verfilmen. Belangrijker was Mathildes hunkering en romantische eigengereidheid goed te treffen, de inhumane tragiek van WOI passend te verbeelden en er een pakkend, universeel toegankelijk liefdesverhaal van te maken dat niet per se in zijn historische keurslijf moest blijven. Daarin zijn we geslaagd. Toen we het hele team voor het eerst de ruwe versie lieten zien, bleef iedereen achteraf muisstil zitten in de zaal. Sommigen waren zelfs aan het huilen. Dat bewijst dat we een gevoelige snaar hebben weten te raken. Als regisseur blijf je steeds denken: misschien had dit shot beter gekund, misschien hadden we de muziek hier wat meer op de achtergrond moeten laten, maar dat is nu eenmaal de aard van het beestje.

Afgaande op de uitgepuurde stijl die al jouw films kenmerkt, lijk je me inderdaad een perfectionist te zijn.

Jeunet: Wat wil je ook? Zoveel films kan je in een mensenleven niet maken. Als ik me ergens voor engageer, ben ik maniakaal. In Hollywood, toen ik Alien: Resurrection draaide, heb ik mijn lesje wel geleerd. Toen ik zag hoe de studio mijn film had verknipt, zakte ik door de grond van schaamte. Nu ben ik voorzichtiger, veeleisender en minder goedgelovig.

Auteur Sébastien Japrisot is vorig jaar overleden. Heeft hij nog aan deze film kunnen meewerken?

Jeunet: Tijdens de preproductiefase heb ik hem verschillende keren om advies gevraagd, maar het afgewerkte scenario heeft hij niet meer onder ogen gekregen. Uit respect heb ik getracht om zijn boek qua sfeer en dramaturgie zo trouw mogelijk te blijven. Heel wat dialogen en beschrijvingen komen letterlijk uit de roman. Uiteraard moet je als regisseur hier en daar wat bijschaven, schrappen en lijmen. Het gaat nu eenmaal om twee totaal verschillende media. In de roman zit Mathilde bijvoorbeeld in een rolstoel. Wij hebben haar wat mobieler gemaakt – in de film hinkt en trekkebeent ze – omdat dat filmisch meer mogelijkheden biedt.

Wat frappeerde je zo in het boek?

Jeunet: Vooral de historische setting. Sinds mijn twaalfde lees, bekijk en verzamel ik zowat alles wat met de Eerste Wereldoorlog te maken heeft. Ondertussen heb ik een gigantische collectie.

Toch is het meer een liefdesgeschiedenis dan een oorlogsfilm geworden?

Jeunet: Klopt. De zoektocht van Mathilde naar haar verloofde is de motor van de plot, de oorlog is slechts de aanleiding en het decor. Ik heb bewust niet te veel oorlogsscènes in de film gestoken: de gruwel van de loopgraven is zo vreselijk en mensonterend dat het persoonlijke drama van Mathilde erdoor overspoeld zou worden. Nu, ellende valt niet te meten: het individuele verdriet van Mathilde is even pakkend als het collectieve leed van alle soldaten, vaak tieners nog, die tussen 1914 en 1918 in de loopgraven werden gestuurd.

Zeker in het begin zitten enkele harde scènes, zoals soldaten die zichzelf verminken in de hoop zo aan de frontlinie te ontsnappen.

Jeunet: Ik heb gemerkt dat vooral vrouwen erg gevoelig zijn voor dat soort scènes. Toen ik enkele beelden van gesneuvelde soldaten aan mijn vrouw liet zien, weigerde ze nog verder te kijken. Dat was nu ook weer niet de bedoeling. ( lacht) Ik wilde het brute geweld tonen, het beestachtige van een oorlog, maar niet ten koste van alles. Als kijker moet je geloven dat Mathildes zoektocht naar haar verloofde een kans op slagen heeft. Dat wordt lastig als je eerst een halfuur lang naar verminkte lijken hebt zitten kijken.

Alles oogt akelig realistisch.

Jeunet: Alle oorlogstaferelen die in de film zitten, zijn gebaseerd op historische documenten en getuigenverslagen. Japrisot heeft zelf jarenlang archieven uitgevlooid vooraleer hij het boek schreef. Ook wij hebben het nodige onderzoek verricht. Alle details die je ziet, alle uniformen en insignes van de soldaten, alle foto’s en krantenknipsels in de barak, we hebben alles gecheckt en gedubbelcheckt op hun historische authenticiteit. Ook het verhaal van Manech is zo uit het leven gegrepen. Veel soldaten die in niemandsland werden gestuurd en door de legerleiding als vermist of dood werden opgegeven, bleken het achteraf toch overleefd te hebben.

Waarom ben je zo maniakaal met al die details bezig?

Jeunet: ( lacht) Je moet het publiek toch overtuigen? Het minste slippertje kan een kijker uit zijn empathische roes halen. Dat is dodelijk voor een meeslepend verhaal dat diep in de ziel van een personage graaft. Daarom heb ik zelfs alle figuranten een rolletje meegegeven: de één moest doen alsof hij net uit het café kwam, de ander alsof hij gehaast was om de trein te halen. Misschien is er geen kat die het verschil zal merken – tenslotte komen ze maar een paar seconden in beeld en hebben ze niet eens een lijntje tekst – maar het had wel invloed op de sfeer op de set. Elk shot werd een complex tableau vivant, een microkosmos van uiteenlopende verhalen. En dat kan het centrale verhaal van Mathilde enkel geloofwaardiger en oprechter maken.

Over haar gesproken: aan onverzettelijkheid heeft ze geen gebrek.

Jeunet: Dat was de tweede reden waarom ik dit boek wilde verfilmen. Ik ben zelden een personage tegengekomen dat zoveel respect afdwingt als Mathilde. Ook al gaat de hele wereld ervan uit dat Manech dood is, toch blijft ze koppig tegen de stroom in peddelen. Haar hart en haar verloofde blijft ze trouw. Dat vond ik zo mooi. Zulke verhalen verdienen het om verfilmd te worden. Ze beuken in tegen het gratuite cynisme en de commerciële sensatiezucht die de cinema tegenwoordig overspoelen.

De sterrencast is opvallend, maar wat me nog meer frappeert: Jodie Foster spreekt perfect Frans.

Jeunet: Ze heeft slechts een kleine bijrol en we hebben amper drie dagen met haar kunnen filmen, maar ze is echt een schat om mee te werken. Ze stemde er vrijwel meteen in toe om haar rolletje te spelen tegen het Franse tarief, ook al had ik haar eerder duidelijk gemaakt dat zowel zij als Juliette Binoche te oud waren om Mathilde te vertolken. Geef toe: erg galant van haar ( lacht). Het enige wat ze vroeg, was om haar naam niet bovenaan de affiches te plaatsen om het publiek niet te misleiden. Amerikanen zij nu eenmaal erg beducht voor dat soort dingen. Enkele dagen geleden ontving ik nog een e-mail van haar nadat ze de eindmontage had gezien. ‘Audrey Tautou is zo mooi en oprecht: ze is echt om op te vreten’, stond erin te lezen. Neen, daar heb ik verder geen commentaar op. ( lacht)

‘Un long dimanche de fiançailles’ is net zoals ‘Amélie Poulain’ overgoten met een sentimenteel sausje, zeker naar het einde toe. Ben je een onverbeterlijke romanticus?

Jeunet: Ik heb van oudsher de reputatie een koele, afstandelijke estheet te zijn. Ik heb dat eigenlijk nooit begrepen. Uiteindelijk schuilt er zelfs in Delicatessen of La Cité des enfants perdus een romantische inborst. Misschien heb ik die reputatie te wijten aan de periode toen ik samen met Marc Caro films maakte. Hij haat sentimentaliteit. Hij krijgt al huiduitslag als hij een acteur nog maar ziet wenen. Wat dat betreft waren we mekaars antipoden. Daarom zijn we ook uit elkaar gegaan als regisseursduo. Ik wilde eindelijk ook eens menselijke verhalen vertellen, zonder abstracte fantasterij of groteske uithalen. Caro heeft overigens de film gezien en hij was er best tevreden over. Een prima testpubliek: nu ben ik er zeker van dat de film niet té sentimenteel is. ( lacht)

Soms heeft de sfeer zelfs wat weg van een film noir.

Jeunet: Blij dat je dat zegt. Dat detective- achtige element zit namelijk niet in het boek, maar vonden we nodig om de kijker geboeid te houden. De zoektocht van Mathilde is geen dwaze dooltocht uit liefdesverdriet. Ze gaat systematisch te werk, onderzoekt alle sporen en dat resulteert in een zekere spanningsboog. Ik heb tijdens de voorbereiding trouwens vaak naar Chinatown van Roman Polanski gekeken. De verhalen zijn sterk uiteenlopend, maar de suspensevolle manier waarop het menselijke drama bij stukjes en beetjes wordt ontrafeld, leunt er dicht tegenaan.

Je hebt al verschillende genres uitgeprobeerd, maar een echte film noir heb je nog nooit gemaakt. Iets voor in de toekomst misschien?

Jeunet: Misschien. Ik wil in mijn volgende project in elk geval wat meer de stedelijke toer opgaan. Het moet iets hedendaags en trendy worden, met hedendaagse muziek en misschien wat losser en sneller gefilmd, liefst met een digitale camera. Dat heb ik nog nooit gedaan. Al mijn films zijn nogal, euh, academisch. ( lacht) Elk shot is minutieus bemeten, elk detail weloverwogen. Hopelijk slaag ik er ooit in mijn controledrift uit te schakelen en puur intuïtief te werken. Benieuwd wat dat gaat geven.

En dan opnieuw met Tautou?

Jeunet: Als het van haar afhangt wel. ‘En Jean-Pierre, wat is het volgende dat we gaan maken. Weet ik meteen wanneer ik mijn agenda moet vrijhouden’, zei ze na de opnames vol enthousiasme. Geef toe: dat klinkt behoorlijk overtuigd. ( lacht)

Heb je al iets concreets in gedachten?

Jeunet: Als regisseur wordt het steeds moeilijker om je projecten zelf te kiezen, zeker wanneer er een bepaald prijskaartje aan vast hangt. Bovendien krijg je altijd af te rekenen met een schamper detail: je films moeten nog rendabel blijken ( lacht). Als deze film flopt, kan ik het voorlopig wel schudden met ambitieuze projecten. Als het een grote hit wordt, heb ik de projecten zo voor het uitkiezen en is geld niet het minste probleem. Alien: Resurrection bracht niet het verhoopte box-officeresultaat op en dus werd ik in Hollywood meteen buiten gekeken. Vandaar dat ik met Amélie Poulain een kleine, bescheiden gebudgetteerde film wilde maken. Zonder druk, zonder sterren en zonder bemoeizieke producenten om me heen.

Keer je ooit terug naar Hollywood?

Jeunet: Alleen als ik mijn zin mag doen, of als ze me obsceen veel geld geven. Ik pas voor een tweede Alien-avontuur: studio’s die de film uit je handen rukken, zich zelfs op de set bemoeien en uiteindelijk een karikatuur op de markt brengen van de film die je oorspronkelijk voor ogen had. Ach, Hollywood is een geldgeil pretpark. Het zegt toch genoeg dat een hallucinant onding als AlienversusPredator momenteel op één staat in de Amerikaanse box-office met een opbrengst van 40 miljoen dollar tijdens het openingsweekend? Hoe debieler, hoe succesvoller. Neen, de volgende Alien-film bekijk ik wel een keertje op dvd.

Jammer. Want Audrey Tautou als Ripley: we hadden het graag gezien.

Dave Mestdach

‘Hollywood is een geldgeil pretpark geworden. Hoe debieler de film, hoe succesvoller. Neen, laat mij dan maar bescheiden Franse films maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content