‘ Elke man droomt er wel eens van een vrouw te zijn’

Met La Piel que Habito zet Pedro Almodóvar voor het eerst zijn scalpel in het huivergenre, al is het resultaat minstens zo sensueel, ontroerend en excentriek als vanouds. De Madrileense meester over verdwenen geslachten, menselijke genomen en grappige verkrachtingen. ‘Gelukkig ben ik alle onzin van de katholieke kerk vergeten.’

Hoe ver ben je bereid te gaan om je geliefden te wreken? En heelt de tijd inderdaad alle wonden, ook al zijn die diep in je hart en je ziel ingekerfd? Het zijn duidelijk niet de makkelijkste vragen die Pedro Almodóvar zich in zijn nieuwe film La Piel que Habito stelt. Van Spanjes invloedrijkste regisseur sinds de val van Franco hadden we ook niet anders verwacht.

Het hoofdpersonage is dokter Robert Ledgard (Antonio Banderas), een succesvol plastisch chirurg die sinds de dood van zijn vrouw aan een nieuwe soort ultraresistente huid werkt. Om een experiment meer of minder zit de verbitterde weduwnaar niet verlegen, al mist hij een proefkonijn om zijn techniek te perfectioneren. Zou de mooie, mysterieuze Vera (Elena Anaya) die hij in zijn praktijk gevangen houdt hem kunnen helpen? Of richt hij zijn aandacht beter op zijn tienerdochter die een tijd geleden werd verkracht?

Voor La Piel que Habito – vrij vertaald: ‘de huid waarin ik leef’ – baseerde Almodóvar zich op de roman Mygale van Thierry Jonquet, maar de inmiddels overleden Franse schrijver zou zijn tot trashy proporties opgesmukte wraakverhaal wellicht nog nauwelijks herkend hebben. Voor Almodóvar is het immers slechts een alibi om zijn stokpaardjes opnieuw in volle galop te berijden, waardoor ook zijn negentiende langspeler bulkt van de psychoseksuele fantasmen, (auto)destructieve passies, gendercomplexen en identiteitscrisissen.

Hoewel Almodóvar zich voor het eerst op het terrein van de horrorfilm waagt, hoef je dus geen postmoderne Frankensteinvariant, laat staan een slasherfilm over een dolgedraaide wetenschapper en diens monsterlijke creaties te verwachten. Doen de scalpels boven de blote borsten bij vlagen de rillingen over je rug rollen, dan is de Man van La Mancha ook deze keer meer in grienen en grijnzen dan in gruwelen geïnteresseerd. De maker van superieure snotterfilms als Todo Sobre Mi Madre, Hable con Ella en Volver blijft zichzelf dus trouw.

‘Het idee dat La Piel que Habito een pure genrefilm is, is het gevolg van een misverstand’, legt Almodóvar uit in zijn aanstekelijke Spanglish. ‘In het Spaans betekent ‘genero’ zowel ‘geslacht’ als ‘genre’. Toen ik het ‘una pelicula de genero’ noemde, leek me dat een leuke woordspeling, aangezien er zowel horrorelementen als een geslachtsoperatie in de film voorkomen. Alleen ging die dubbelzinnigheid verloren in het Engels en werd het ‘een genrefilm’. My gender got lost in translation.’ (Lacht)

De reacties na de wereldpremière in Cannes waren vrij divers deze keer. Ontgoocheld?

Pedro Almodóvar: Neen, omdat de reacties toch overwegend positief waren. Sommige recensies waren zelfs ronduit euforisch, wat mijn vorige film minder had. Enkel de mensen die op basis van de synopsis een pure horrorfilm hadden verwacht, bleken ontgoocheld. Doe me daarom een lol en maak je lezers duidelijk dat ze geen namaakbloed en afgehakte lichaamsdelen hoeven te verwachten. Ik wil ze alleen psychologisch en subliminaal aan het schrikken brengen. Het achterliggende idee moet eng zijn, niet de personages of de gebeurtenissen. Die moeten je net ontroeren.

Het is de eerste keer dat je een boek verfilmt. Waarom precies ‘Mygale’ van Thierry Jonquet?

Almodóvar: Omdat het basismotief van wraak die buiten alle proporties valt en de wonden alleen maar dieper maakt me enorm fascineerde. Ook het hoofdpersonage vond ik prachtig. Dokter Ledgard is een geniaal chirurg en een moreel hoogstaand familieman. Alleen verandert hij in een gewetensloze sociopaat zodra zijn dierbaren worden geraakt. Het dualisme van Ledgard heeft iets puurs en naïefs, zoals de slechteriken uit de thrillers van de jaren 40 en 50. Behalve die twee dingen hebben ik en mijn broer (Augustin, die meestal zowel coscenarist als producent is; nvdr.) echter weinig uit Jonquets roman overgenomen.

Over thrillers gesproken: net als je vorige films ‘Volver’ en ‘Los Abrazos Rotos’ is ‘La Piel que Habito’ deels een suspensedrama, deze keer aangevuld met horrorelementen. Had je specifieke referenties in gedachten?

Almodóvar: Neen. Bij mij vormt een film zich organisch. Ik begin met een basisconcept en van het één komt het ander. Waarom ik de laatste jaren vaker de thrillertoer opga, weet ik zelf niet. Misschien omdat ik ontdekt heb dat het genre makkelijk combineerbaar is met het melodrama en de musical. Wat ik wel weet, is dat ik nooit een conventionele thriller zal maken. Ik kan het niet, en het interesseert me niet. Bovendien bepaalt het verhaal het genre en niet andersom. Oorspronkelijk speelde ik met het idee om er een stomme zwart-witthriller van te maken in de stijl van Fritz Lang. Alleen leende het scenario zich daar niet toe. Vandaar dat ik uiteindelijk voor een huiverdrama met een vleugje sciencefiction heb gekozen. Er zit een toefje Frankenstein in, een beetje Jekyll and Hyde en wat Rebecca van Hitchcock. Niet dat ik die referenties er speciaal in wilde, maar ze zijn onvermijdelijk als je een verhaal over machtsmisbruik en plastische chirurgie vertelt. De enige directe knipoog die ik heb behouden, is Les Yeux sans Visage, een Franse horrorklassieker van George Franju. Samen met Fantomas was dat een film waarop ik als kind dol was.

Net als in tal van je vorige films spelen seksuele onzekerheid en transseksualiteit een grote rol. Wat heb je toch met die genderproblematiek?

Almodóvar: Ik denk dat elke man er wel eens van gedroomd heeft om een vrouw te zijn en vice versa. Transseksuelen dagen in zekere zin God uit. Ze herdefiniëren hun identiteit, niet in seksuele, maar in existentiële zin. Dokter Ledgard mag nog zo veel operaties uitvoeren als hij wil, de ziel van zijn slachtoffers kan hij nooit veranderen. Hij kan niet veranderen wat ons in wezen mens maakt. In deze film behandel ik transseksualiteit helemaal anders dan vroeger. Het is niet langer een manier om je identiteit mee te bevestigen, deze keer is het een vreselijke straf. De film gaat over vrede hebben met je lichaam, of je nu voor dat lichaam gekozen hebt of niet.

Ben je tevreden met jouw lichaam?

Almodóvar: Het zou atletischer en twintig kilo lichter kunnen, maar in grote lijnen ben ik er tevreden mee. Dokter Ledgard blijft met zijn poten van me af. (Lacht)

Ook opvallend hoe vaak vrouwen in je films worden verkracht. Ook nu weer.

Almodóvar: Omdat fysiek geweld tegen vrouwen de Latijnse man in de genen zit. Het is een sociaal probleem dat nog altijd in de taboesfeer zit. Vandaar dat ik het zo vaak aan bod laat komen, soms ook op een komische manier, wat mensen vroeger soms schandalig vonden. Niet dat ik verkrachtingen grappig vind, maar zelfs de ergste gebeurtenissen hebben een komische dimensie en door daarop te focussen tref je in eerste instantie de daders. Je ontmant ze als het ware op een symbolische manier. Vandaar dat het vaker mannen dan vrouwen zijn die aan die scènes aanstoot nemen.

In de film toon je verschillende werken van Louise Bourgeois, de Frans-Amerikaanse kunstenares die vorig jaar overleed. Wat was daar het idee achter?

Almodóvar: Een paar jaar geleden zag ik een overzichtstentoonstelling van haar in het Tate Modern te Londen en haar beeldhouwwerken spraken me enorm aan. Ze pasten perfect bij mijn film. Een van de leidmotieven in haar werk is: je verzetten tegen de tijd. Dat doet Vera ook, door wel duizend keer het woord ‘respiro’ – ‘ik haal adem’ – op de muur van haar kamer te schrijven.

Heb je Louise Bourgeois ontmoet?

Almodóvar: Nee. Maar dat vind ik niet erg. Ik kan vol passie over Alfred Hitchcock praten hoewel ik hem ook nooit heb ontmoet. Misschien is het zelfs beter als er een brug is tussen de kunstenaar en de privépersoon. Naar het schijnt was Hitchcock een nare man en ik vind Psycho en The Birds al akelig genoeg. (Lacht)

Oorspronkelijk zou je vaste muze Penélope Cruz de rol van Vera vertolken, maar uiteindelijk werd het Elena Anaya.

Almodóvar: Klopt. Penélope kon zich deze keer niet vrij maken. Ik moest een actrice vinden die iets androgyns heeft, maar op wie je als heteroseksuele man toch makkelijk verliefd kunt worden. Tijdens de audities sprong Elena er meteen uit, ook al was ze eigenlijk te vrouwelijk. Te groot ook. Ze had al een bijrolletje in Hable con Ella, maar ik wist niet dat ze zo goed was.

21 jaar na ‘Atame!’ maakt je voormalige fetisjacteur Antonio Banderas ook nog eens zijn opwachting, nu als dokter Ledgard. Kun je de eerste ontmoeting met hem nog herinneren?

Almodóvar: Zeker. Het was begin jaren 80. Ik was op zoek naar een terrorist. Enfin, naar een acteur met zwart haar die dreigend overkwam. Antonio deed auditie en moest vol vuur voor zich uit kijken. Dat deed hij met zoveel overtuiging dat ik hem meteen heb gecast. Vroeger ging ik trouwens altijd zo te werk. Ik ben altijd vertrokken vanuit de vorm en de uitstraling die een acteur heeft. In cinema primeren het beeld en de visuele communicatie. Wat telt, is wat je ziet. Het innerlijke kun je achteraf nog bijsturen. En als een acteur echt niet kan acteren, is er nog de montagekamer om één en ander te manipuleren. Ik overdrijf nu, maar daar komt het wel op neer. Vandaar dat ik Antonio meteen heb gewaarschuwd: ‘Ik vind je perfect voor de rol van Ledgard. Alleen wil ik nooit de internationale filmster Antonio Banderas zien die al twintig jaar in Los Angeles woont.’

Heeft hij zijn potentieel in Hollywood waargemaakt?

Almodóvar: Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Enerzijds is hij nog altijd dezelfde kleine Antonio van wie ik zo houd, anderzijds vind ik dat hij zich te vaak in lege rollen heeft laten opvoeren. Voor mij doet het er niet toe. Ik heb twintig jaar amper contact met hem gehad en ben blij dat we nog eens konden samenwerken.

Was het wetenschappelijke aspect van de film belangrijk?

Almodóvar: Toch wel. Sinds men een paar jaar geleden het menselijk genoom in kaart heeft gebracht is het sciencefictionaspect van mijn film werkelijkheid geworden. Je kunt nu genetische informatie van niet lichaamseigen cellen overbrengen. Transgenese is dus mogelijk geworden. Je kunt de huid van een varken in een menselijk lichaam implementeren. Vandaar dat de wetenschap op de rem is gaan staan: men weet niet wat de consequenties van die ontdekkingen zijn. Het is een moreel dilemma geworden. Als je de karakteristieken van een mens à la carte kunt bepalen, kun je enerzijds ziektes als kanker en aids bestrijden – wat erg positief is natuurlijk. Anderzijds heb je totale controle over iemands identiteit, wat de definitie van het concept ‘schepping’ ingrijpend verandert. Hoe zullen religies die altijd een God nodig hebben gehad om de schepping te verklaren daarop reageren? Ik zou graag lang genoeg leven om te zien hoe de mensheid met dat verlies en die nieuwe verantwoordelijkheid omgaat, maar ik vrees dat het me niet zal worden gegund.

Mogelijk is dit dus je eerste Almodóvarfilm die de katholieke kerk goed vindt?

Almodóvar: (Lacht) Ik vrees ervoor. De katholieke kerk is doodsbang voor alles wat met seks te maken heeft. Ze oordelen er graag over, maar zelf doen ze er niet aan mee. Vreemd, niet? Ook het hele concept van zonde is me volkomen vreemd. Ach, gelukkig ben ik al hun onzin vergeten. Zoals elke Spanjaard ben ik katholiek opgevoed, maar ik heb nooit tegen de kerk hoeven te vechten omdat ze nooit een impact op mij heeft gehad. Spiritualiteit is bovendien niet hetzelfde als religiositeit. Ik ben heel spiritueel aangelegd, maar van religieuze dogma’s heb ik altijd een aversie gehad.

Vind je dat je sinds je begindagen als filmmaker veranderd bent?

Almodóvar: Hopelijk ben ik beter geworden. In het begin van mijn carrière was ik vooral in de morele autonomie van mijn personages geïnteresseerd. Na de dood van Franco was Spanje een rotconservatief bolwerk waarin je, zeker als homo, voor je individuele vrijheid moest vechten. Misschien is de urgentie en het bewust provoceren wat minder geworden, maar eigenlijk is vrijheid nog steeds het hoofdthema van mijn films. Wat ik wel merk, is dat ik de jongste jaren vaker over de dood en het voorbijschrijden van de tijd nadenk, maar dat is normaal met het ouder worden. Ik ben er eenenzestig en besef dat ik geen twintig films mee zal maken.

Wat wordt je volgende film?

Almodóvar: Ik zit met een drietal projecten in mijn hoofd. Mijn volgende film wordt wellicht een Engelstalige. Een primeur dus. Nu maar hopen dat ik tegen volgend jaar voldoende Engels spreek. (Lacht)

LA PIEL QUE HABITO

Vanaf 17/8 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

‘Doe me een lol en maak je lezers duidelijk dat ze geen namaakbloed en afgehakte lichaamsdelen hoeven te verwachten. Ik wil ze psychologisch doen schrikken.”Mijn volgende film wordt een Engelstalige. Nu maar hopen dat ik tegen dan genoeg Engels spreek.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content