Acteren kan Halle Berry zeker. Alleen de juiste films kiezen, moet ze nu nog leren. Hopelijk kan het aanbod tijdens het Filmfestival van Cannes haar inspireren.
Halle Berry (39) komt in Cannes het laatste deel van de X-Men-trilogie promoten: The Last Stand. Met een nieuwe regisseur en een uitgebreide starstruck cast zou die een nog groter succes dan zijn voorgangers moeten zijn. Het heeft nochtans niet veel gescheeld of Berry had de film aan zich laten voorbijgaan: onder zachte dwang verzocht ze nieuwbakken regisseur Brett Ratner immers om ‘meer diepgang’ – en een andere pruik – voor haar personage Storm. ‘Het gaat me niet om langere dialogen. Maar wanneer ik op het scherm kom, wil ik dat het iets betekent.’
Berry heeft nooit weggestoken dat ze er de blockbusters om opportunistische redenen graag bijneemt. ‘Je moet kunst en commercie met elkaar kunnen verzoenen’, zei ze wijselijk. ‘Het is belangrijk om de kleine filmpjes te doen, gewoon uit liefde voor de kunst. Maar het zijn de grote producties die je de aardbol doen afreizen en je wereldberoemd maken.’ Die roem heeft haar beoordelingsvermogen blijkbaar danig vertroebeld, want tegenwoordig rijgt ze de blockbusters aan elkaar. Haar laatste ‘serieuze’ rol dateert alweer van 2001, in Monster’s Ball. Ze kreeg er terecht een Oscar voor beste actrice voor (‘ Oh my God, Oh, my God, it has my name on it!’: wie herinnert zich niet haar tragikomische ontvangstspeech?), maar sindsdien gaat het van kwaad naar erger. Ze was nog zo verstandig om de klucht Gigli (2003) af te slaan – eat your heart out, Jennifer Lopez – aan de bronstige lokroep van 007 kon ze niet weerstaan. Ze had beter moeten weten: de ‘vloek van het Bondmeisje’ is een sterke mythe, en als je dan nog de naam ‘Jinx’ (Engels voor ‘onheilsbrenger’) aanneemt, dan vráág je erom. Zelfs al had ze als enige van Bonds liefjes al een Oscar op zak, de film kwam haar geloofwaardigheid niet ten goede. Dat haar heupwiegend oprijzen uit de branding in een oranje bikinietje de meest memorabele scène uit Die Another Day (2002) is, zegt veel. Volgden: Gothika (2003), Catwoman (2004) en – het kan verkeren – een Razzie voor slechtste actrice. Het siert haar dat ze hem zelf ging ophalen, maar het is des te pijnlijker dat haar dankwoord – een parodie op dat van de Oscars, tot de tranen toe – haar oorspronkelijke acteerprestatie overtrof.
Acteren kan ze zeker, de juiste rollen kiezen niet. En toch duikt ze er telkens weer vol overgave in. Haar engagement is al van bij haar fel bejubelde debuut in Spike Lee’s Jungle Fever (1991) haar grootste troef: om zich beter te kunnen inleven in crackverslaafde Vivian liep ze dagenlang ongewassen rond én heeft ze er zelfs even aan gedacht om de drug zelf te proberen – maar alleen al de gedachte aan een lichaamsvreemde substantie in haar neusgaten, weerhield haar ervan. Dat haar laatste films niet de beoogde kritieken opleverden, is nog zieliger als je bedenkt dat ze bij Die Another Day haar oog verwondde, voor Gothika een arm brak en tijdens Catwoman zo hard tegen het decor aanliep dat ze met een hoofdletsel naar het ziekenhuis moest. Ook voor X3 heeft ze haar lichaam tot het uiterste gedreven. Als rasechte stuntvrouw draaide ze zo veel en zo snel rondjes dat ze meer dan eens haar ontbijt niet kon binnenhouden. ‘Ik heb me nu pas gerealiseerd dat ik een heel zwakke maag heb’, verklaarde ze de massa’s Dramamine ( een middel tegen wagenziekte, red.) die ze tijdens de opnames slikte.
Berry scoort hoog in de lijstjes van bestbetaalde actrices, maar The Last Stand doet ze naar eigen zeggen niét om het geld. Nu Storm en haar medemutanten geconfronteerd worden met ‘The Cure’ en moeten uitmaken of ze mensen als u en ik willen worden, is het in de eerste plaats de verbondenheid met de thematiek die haar weer in dat spannende pakje doet kruipen. ‘Iedereen weet hoe het voelt om beoordeeld te worden op dingen waaraan je niets kan doen, want iedereen is wel eens onheus behandeld’, verdedigt Berry de moraal van het verhaal. ‘Als vrouw, en nog meer als gekleurde vrouw in dit Amerika begrijp ik met heel mijn wezen de gevoelens waarmee Storm worstelt.’
Berry’s rise to stardom is misschien niet meteen een ghetto-sprookje – ze groeide op in een blanke wijk in Cleveland – een lachertje is het evenmin. Haar vader was een agressieve dronkaard, haar ouders scheidden toen ze vier was en ze kreeg de diagnose diabetes, maar ze had nog het meest te lijden onder haar anders-zijn. ‘Als enig zwart meisje in een blanke buurt voelde ik me een buitenbeentje, alsof ik minder was dan de anderen. Ik droomde toen zelfs van een pilletje dat me blank zou maken.’ En ook nu wil ze via Storm, ‘een sterke vrouw met een grote ethische kracht’, vechten voor haar overtuiging: ‘Geen geld of awards kunnen mijn huidskleur veranderen. Het is misschien absurd, maar ik geloof dat op een dag huidskleur en ras in de maatschappij geen verschil meer zullen maken.’
Haar looks hebben haar wél al veel opgeleverd: de titel van Prom Queen – al werd ze van fraude beschuldigd – de tweede plaats in Miss USA, werk als model én haar eerste kansen in de wereld van soaps en tv-films. Ondertussen is ze ook het gezicht van cosmeticagigant Revlon, wou Donatella Versace haar tegen elke prijs voor de nieuwe campagne (‘Ze is zo lief’) en heeft ze (na veel foute vriendjes en twee mislukte huwelijken, waaronder een met seksverslaafde Eric Benét) het tien jaar jongere Versace-model Gabriel Aubrey aan de haak geslagen. Heeft ze zich nu in die rollen geschikt, en hoeft ze niet meer zo nodig te scoren in de ‘betere’ films? Kan best zijn. Ze hééft tenslotte al een Oscar, Emmy, Golden Globe, Berlijnse Zilveren Beer, SAG en NAACP-award op de schoorsteenmantel staan. En ze wil nu toch écht wel kinderen. Misschien dat die haar motiveren om betere filmkeuzes te maken. Zelf heeft ze er goede hoop in: ‘Elke filmrol is een risico, een uitdaging. En met elke rol ontplooi ik me verder als artiest.’
X-MEN: THE LAST STAND: IN PREMIERE OP HET FILMFESTIVAL VAN CANNES, VANAF 24/5 IN DE BIOSCOOP
Door Barbara De Coninck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier