Een zwarte geschiedenis
Saartjie Baartman sleet haar leven als kermisattractie en eindigde als afgietsel in een Parijs museum. Regisseur Abdellatif Kechiche rakelt Europa’s racistische roots op in Vénus Noire, het aangrijpende verhaal van deze Zuid-Afrikaanse slavin (1789-1815). ‘Ik weet wat het is om tegen vooroordelen te vechten.’
‘Toen de Zuid-Afrikaanse slavin Saartjie Baartman in 1810 naar Londen werd verscheept, werd haar door haar eigenaar – de Nederlander Hendrik Caezar – een gouden toekomst beloofd. Daarvoor diende ze enkel naakt te dansen onder de artiestennaam de Hottentot Venus. De blanke Europeanen hadden immers nog nooit een ‘wilde negerin’ gezien, laat staan één met zo’n grote derrière en zulke lange schaamlippen.
Helaas voor Saartjie, die tot het Khoikhoivolk behoorde, waar dergelijke lichaamskenmerken wel vaker voorkomen, begon daarmee een eindeloze spiraal van misbruiken en vernedering. Zo belandde ze na haar tournee langs de Londense freakshows als seksspeeltje in een Parijs bordeel, waar ze op haar 26e stierf. Haar skelet – plus haar gepreserveerde genitaliën en hersenen – eindigde in het natuurhistorische Musée de l’Homme. Een plaasteren afgietsel van haar lichaam werd er pas in 1974 verwijderd.
‘Hoog tijd voor eerherstel’, vond de Frans-Tunesische regisseur Abdellatif Kechiche. En dus brengt hij in Vénus Noire op een waardige manier het mensonterende verhaal van de jonge, zwarte vrouw die in het verlichte 19e-eeuwse Europa tot curiosum werd gedegradeerd.
‘Lang geleden had ik al eens iets over de Hottentot Venus gelezen in een essay over Diderot, maar verder wist ik er weinig over’, aldus Kechiche, die thema’s als ras, roots en onverwerkte verledens eerder aankaartte in het familiedrama La graine et le mulet (2007). ‘Het is pas toen de restanten van Saartjies lichaam in 2002 op vraag van Nelson Mandela naar Zuid-Afrika werden teruggebracht om daar te worden begraven, dat het verhaal weer in de Franse pers opdook en ik me in haar leven begon te verdiepen. Ik was ontroerd en woedend tegelijk. Ik wilde absoluut iets doen om haar postuum alsnog een naam en een gezicht te geven.’
Hebben je eigen Tunesische roots daarin een rol gespeeld?
Abdellatif Kechiche: Net als Saartjie weet ik wat het is om als outsider, immigrant en artiest tegen vooroordelen te moeten opboksen. In vergelijking met haar heb ik niets meegemaakt, maar ik kon haar pijn wel voelen.
Ben je zelf ook het slachtoffer van racisme geweest?
Kechiche: Ik ben opgegroeid in de jaren 60, toen Frankrijk haar koloniale periode nog maar net afgesloten had. In mijn jeugd hing dus zeker nog een racistische sfeer in de lucht, maar dat veranderde in de jaren 80 toen François Mitterrand aan de macht kwam. Plots waren ras en afkomst geen issue meer en voelde ik me ook meer Fransman. Jammer genoeg is het discours de jongste tien jaar opnieuw extremistischer en racistischer geworden, zowel op straat als in de politiek. Je kunt het natuurlijk onmogelijk met de periode van de slavernij vergelijken, maar het komt misschien extra hard aan omdat we ondertussen het verleden kennen en weten hoe tragisch de gevolgen van discriminatie kunnen zijn. In die zin heeft de film een heel actuele dimensie. Helaas.
‘Vénus noire’ is niet alleen je eerste Engelstalige, maar ook je eerste historische film. Was het aanpassen?
Kechiche: Pas vraiment. De vertelstijl en de thema’s liggen in het verlengde van mijn vorige films. Alleen de taal en de kostuums zijn anders. Misschien dat ik iets minder bewegingsruimte had omdat ik de historische feiten trouw moest blijven, maar mijn cinematografische visie en mijn manier van werken zijn dezelfde gebleven. Wel moest ik er deze keer op de set al eens een tolk bijhalen. (Lacht)
Vroeger werd het Khoikhoivolk de Hottentotten genoemd, wat tegenwoordig als een scheldwoord wordt beschouwd. Waar komt die naam eigenlijk vandaan?
Kechiche: Het woord ‘hottentot’ betekent zoveel als ‘stotteraar’, en komt van de Nederlandse kolonisten die met de term verwezen naar de zuigklanken die de Khoikhoi maakten. Tot twintig jaar geleden zag men daar geen graten in, en indertijd werd de term ook gebezigd in de juridische verslagen over Saartjies proces en door de Franse wetenschappers die haar onderzochten.
In de film toon je de talloze seksuele vernederingen waaraan Saartjie werd onderworpen. Dreig je als regisseur daarmee niet zelf de exploiterende toer op te gaan?
Kechiche: Het is een moeilijke evenwichtsoefening, één waarover ik grondig nagedacht heb. Voor mezelf vormt het geen enkel probleem om een naakt lichaam of seksuele handelingen te tonen, zolang het maar functioneel is. Aangezien het verhaal over voyeurisme en uitbuiting gaat, zou het hypocriet en bovendien ook ondoeltreffend zijn om de naaktscènes eruit te knippen. Je moet Saartjies schaamte voelen. Je moet je eigen schaamte voelen wanneer je haar ziet vooroverbuigen en haar benen spreiden. Ik wilde dus zeker niet preuts zijn, maar tegelijk wilde ik evenmin choqueren. Het belangrijkste was: het vrouwelijke lichaam tonen, zonder het te banaliseren. In onze moderne maatschappij zijn bloot en seksuele suggestiviteit zo alomtegenwoordig dat ze hun impact hebben verloren. Dat wilde ik vermijden.
Yahima Torres ontroert als de Hottentot Venus. Hoe lastig was het om een actrice te vinden die zich zowel fysiek als emotioneel op zo’n inhibitieloze manier durfde bloot te geven?
Kechiche: Ik heb Yahima – die trouwens Cubaanse is – per toeval ontmoet op straat bij mij in de buurt. Toen ik met haar over de film praatte, voelde ik meteen dat ze mijn nieuwsgierigheid en mijn gevoelens over het personage deelde. Er waren wel meer actrices die de naaktscènes aandurfden, maar alleen Yahima begreep perfect waar ik fysiek en emotioneel heen wilde. Dat ze nooit eerder voor een camera had gestaan, maar toch de sprong durfde te wagen, maakt haar vertolking des te ontroerender en oprechter.
‘Vénus noire’ toont hoe Saartjie en haar baas Hendrik Caezar door Engelse humanisten voor het gerecht werden gesleept wegens uitbuiting – verbazend progressief voor die tijd. Is de film in die zin ook een kritiek op het verlichtingsdenken dat er in twee eeuwen dan toch niet spectaculair op is vooruitgegaan?
Kechiche: Zeker. Wat me opviel bij het lezen van de juridische verslagen, is de moderne visie die de openbare aanklagers hanteerden. Racisme en slavernij waren voor hen ontoelaatbaar en zelfs een Hottentot had dezelfde rechten en plichten als elke andere Engelsman. Ook het principe van het habeas corpus – het respecteren van iemands fysieke integriteit – was hen heilig. Om politieke redenen en door allerlei oorlogen zijn die principes over de jaren komen te vervagen. Het debat is de jongste jaren wel weer op gang getrokken door de wantoestanden in de gevangenis van Guantánamo, waar het habeas corpus op schandalige manier werd overtreden. Alleen al over het proces Baartman en over die juridische begrippen had ik een vijf uur durende film kunnen maken. Misschien iets voor een volgende keer . (Lacht)
Vénus noire
Vanaf 3/11 in de bioscoop.
Door Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier