Alledaagse herenliefde. De gelijktijdige publicatie van dagboeknotities en een roman van hans warren levert leuke lectuur op.
HANS WARREN
BALANS, 174 BLZ. + 128 BLZ., AFZONDERLIJK a15 + a10 , SETPRIJS a20
Een vriend voor de schemering + Tussen Borssele en Parijs
‘Mijn anus brandde op een niet onplezierige manier’, schrijft Hans Warren ergens in Tussen Borssele en Parijs, een selectie dagboekaantekeningen die de periode 1945-1951 bestrijkt en uit Geheim dagboek werd gelicht. Tussen 1942 en zijn dood in 2001 pende Warren dagelijks zijn ervaringen neer. Zijn dagboek werd vanaf 1981 gepubliceerd en bracht hem meteen grote faam binnen de Nederlandse letteren.
De uit het leven gegrepen nota’s – een allegaartje van beschouwingen en beschrijvingen over leven, werk en herenliefde – verschijnen samen met Een vriend voor de schemering, een roman die na de dood van Warren door zijn levensgezel Mario Molgegraaf werd ontdekt, samen met nog een ander boek en een bundel novellen. Bovenstaande ‘brandende anus’-zin komt aan het einde van een erg onthullende beschrijving van een homoseksueel treffen tussen de schrijver en een man die naar de naam Kaute Doudou luistert, in het Parijs van 1951. Ofschoon elke pudeur vandaag misplaatst lijkt, mist de passage zeker haar effect niet. Als begeleidend geschrift bij de postuum gepubliceerde roman Een vriend voor de schemering – een van de weinige prozawerken die Warren schreef – is Tussen Borssele en Parijs leuke lectuur. De roman was klaar in 1952, maar kon toen niet worden gepubliceerd omwille van zijn openlijk homoseksueel karakter en Warren besloot ‘m dan maar voorgoed op te bergen.
Meer dan vijftig jaar later is Een vriend voor de schemering een aardig, maar naar onze normen van seks en geweld weinig verrassend werk. Het reist heen en weer tussen rauw realisme en romantische beschrijving, tussen het Parijs van homoprostitués en het Borssele van verstilde romantiek, ontoegankelijke idealen en gedoemde idylles. De structuur wordt bepaald door een ménage-à-trois tussen de jonge homo Wouter, de Algerijnse homohoer Bahri en een Zeeuwse weduwe bij wie Bahri belandt nadat hij samen met Wouter aan de verdrinkingsdood is ontsnapt.
Hoeveel hiervan waar is, kunt u nu zelf trachten te meten aan de hand van het dagboek. Warren schreef in 1945: ‘Nu is het natuurlijk altijd moeilijk realiteit en fantasie in een kunstwerk uit elkaar te houden [… ]’, maar met deze ‘parallel-publicatie’ wordt dat tegengesproken. Of het Warren zelf zou hebben behaagd, is een andere, misschien zelfs overbodige vraag. Hans Comijn
Hans Comijn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier