‘EEN VOLLE ZAAL SELAH SUE-FANS DIE JE TEKSTEN MEEZINGEN, DAT IS WEL IETS’

HYDROGEN SEA, niet toevallig genoemd naar de gelijknamige zee op Jupiter. 'Gewoon even stilstaan en naar boven, in het oneindige staren, dat doen we graag, ja.' © Filip Naudts

Je zorgt dat Selah Sue en Laura Tesoro weten wat ze zingen, je mag meteen mee de hort op met Gabriel Rios en Joan as Police Woman. Waarom dan nog twijfelen?

‘Wij zijn toch zo nietig, hé’. Birsen Uçar – zangeres en songschrijfster van Hydrogen Sea, het in dromerige electropop handelende tweemansbedrijfje waar ook haar vriend en multi-instrumentalist Pieterjan ‘PJ’ Seaux de helft van de aandelen in bezit – staart naar het plafond van het Brusselse Planetarium. Op de gigantische koepel is Saturnus geprojecteerd. Acht beamers brengen de planeet en de ijs- en rotsblokken die errond dwarrelen haarfijn in beeld. Net echt. ‘Serieus: wij stellen niets voor in het universum, dus maken we er maar beter het beste van. Dat is misschien een beetje cliché, maar ik vind dat de schoonste filosofie die er is.’

De plaats waar ons gesprek plaatsvindt, is niet lukraak gekozen – Hydrogen Sea is ook de naam van een waterstofzee op Jupiter -, de timing evenmin: op 16 september landt hun eerste full album In Dreams in de platenrekken. Het is de opvolger van de ep Court the Dark (2014), waarmee het duo zich in de kijker van onder meer Gabriel Rios, Selah Sue, Oscar and the Wolf en Joan as Police Woman speelde. Allemaal namen ze Hydrogen Sea weleens als supportact mee op tournee.

Het was een kickstart voor Uçar en Seaux, allebei 29 jaar. Ze leerden elkaar twaalf jaar geleden kennen, werden negen jaar geleden een koppel en sloegen vier jaar geleden samen aan het componeren. Vóór die eerste shows met Hydrogen Sea had Uçar nog nooit op een podium gestaan. Seaux had al enkele jaren ervaring als sessiemuzikant bij onder meer Selah Sue en Sioen – met die laatste speelt hij overigens nog steeds.

UÇAR: PJ was ’s avonds vaak weg om te gaan optreden. Ik vond dat… lastig. (lacht)

SEAUX: Op een keer zei Birsen dat ze ook wilde zingen. ‘Euh, ja, oké’, reageerde ik. Bleek dat ze al het een en ander opgenomen had. Toen ik dat materiaal hoorde, viel mijn mond open van verbazing. Hier moeten we iets mee doen, dacht ik.

UÇAR: Dan zijn we samen liedjes beginnen te maken, die we uitwerkten aan de salontafel.

Hoe angstig was je tijdens die eerste shows, Birsen?

UÇAR: Heel angstig. Haast vanuit het niets speelden we meteen voor véél volk. Met Selah Sue stonden we in de Lotto Arena, in de Zenith in Parijs en in zalen van ongeveer dezelfde grootte in Lille, Toulouse en Nantes. Gek genoeg: hoe groter het publiek, hoe anoniemer, hoe nietiger je wordt op het podium. Dan speel je voor zoveel mensen dat je ze op de een of andere manier niet meer herkent.

SEAUX: Afgelopen weekend hebben we een kleine sessie gespeeld in Mechelen, voor dertig à veertig man. Heel intiem en leuk, maar ik was tien keer zo zenuwachtig als voor een concert in een van die grote zalen. De directe confrontatie met mensen schrikt ons meer af. Dus hoe groter we straks worden, hoe makkelijker het allemaal zal gaan. (lacht)

Als je met routiniers als Gabriel Rios of Oscar and the Wolf de hort opgaat, wat brengen die jullie dan zoal bij?

UÇAR: Wij zijn eerder gesloten, in de zin van: we laten die mensen met rust, en zullen hen al zeker niet aanklampen om raad te vragen.

SEAUX: Voor Oscar and the Wolf hebben we alleen maar de aftershow gespeeld. Zij speelden een groot concert in de Heineken Music Hall in Amsterdam, wij mochten in de cafetaria voor duizend zatte Hollanders optreden. Keileuk wel. (lacht) En naar een optreden van Rios gaan kijken, is op zich al leerrijk. Wij maar lawaai proberen te maken met onze elektronica, en dan komt hij op zijn eentje een akoestische show geven en zet hij de zaal helemaal op haar kop, deels op ervaring, natuurlijk. Echt straf.

Veel van Selah Sues teksten zijn mede van jouw hand, Birsen, en ook Laura Tesoro’s Eurosongnummer What’s the Pressure is deels uit jouw pen gevloeid.

UÇAR: Klopt. Laat het duidelijk zijn: Sanne (Putseys, echte naam van Selah Sue, nvdr.) schrijft veel songs zelf. Telkens als ze mijn hulp vroeg, stuurde ze me demo’s van nummers die ze al in een soort fonetisch Engels had ingezongen. Aan haar zanglijnen veranderde ik uiteraard niets, ik verzon er gewoon verhaaltjes bij aan de hand van thema’s of woorden die zij had gesuggereerd. Met Laura ben ik eigenlijk niet in contact gekomen. What’s the Pressure was ook weer zo’n demo van Sanne die ik van tekst voorzien heb. De puntentelling van Eurosong was heel spannend om te volgen, net zoals het geschift was om een volle zaal met Selah Sue-fans de lyrics die ik ’s nachts alleen aan mijn computertje heb zitten schrijven woord voor woord te zien meezingen. Dat geeft vertrouwen.

Denk je dan: voor Hydrogen Sea moet het allemaal nog beginnen, maar een hit schrijven gaat me alvast wel af?

UÇAR: Neen, zeker niet. Twijfelen aan mezelf en aan mijn kunnen, dat zal ik altijd doen. Ik zal altijd imperfecties horen, denken dat iets beter kan. Voor elk optreden heb ik enorm veel stress. Wanneer we inpakken, vertrekken en soundchecken, kan ik heel ambetant zijn, hè?

SEAUX: Maar zodra we aan het spelen zijn, ebt die stress weer weg. En na de concerten zijn we ook altijd heel relaxed.

Als er iets misgegaan is, zitten jullie daar dan achteraf thuis over te bekvechten?

SEAUX: Absoluut niet.

UÇAR: Integendeel zelfs: als we ontevreden zijn over een concert, peppen we elkaar net op. Verwijten naar mekaars hoofd slingeren doen we niet.

‘Will the people see this state I’m in?’ vraag jejezelf afin Another Skin, de opener van In Dreams. Bezing je daar de twijfels waarover je het net had?

UÇAR: (knikt) Die twijfel is een deel van mijn persoonlijkheid, denk ik. Al kan muziek, en vooral dan het creëren ervan, dat gevoel wel overstijgen. Het lijkt alsof ik dan buiten mezelf kan treden en die problemen van me af kan schrijven.

Over In Dreams hebben jullie gezegd: ‘Was de plaat een foto, dan zou ze met een lange sluitertijd geschoten zijn.’

UÇAR: Ja, onze muziek wordt vaak als traag omschreven. Maar noem ons geen droompopgroep. Slowmotiontechno, dat klinkt voor ons al een stuk passender. We proberen dynamiek te creëren door elektronica samen te brengen met akoestische elementen, zoals livedrums.

SEAUX: Een kwast waarmee je de verf op het doek uitwrijft, daar vergelijk ik onze sound graag mee. Zo zit op de drums in de titelsong heel veel reverb, galm. Als je daarnaar luistert, lijkt het alsof je je in een grote industriële hal begeeft. Door met zulke trage, echoënde klanken te werken, geef je ruimte aan de muziek, en krijg je die verfstreep. In Schotland is enkele jaren geleden de langste echo ooit gedetecteerd, in een oude olietank. Daarin werd een geluid gemaakt dat bijna twee minuten lang bleef resoneren. Heel interessant. Mochten we in die tank onze studio kunnen bouwen, dat zou wat geven. (lacht)

Over Schotland gesproken: het is daar dat jullie, samen met producer Tony Doogan van onder meer Mogwai, Belle & Sebastian en David Byrne, de plaat hebben afgewerkt.

SEAUX: Ja. Opnemen hebben we in Antwerpen gedaan, bij Joris Caluwaerts van Stuff en Magnus. Hij heeft veel materiaal en een goede studio, en het is leuk om er een derde persoon bij te betrekken want met z’n tweeën begin je op den duur toch maar rondjes te draaien. Voor de finale mix hebben we bij producer Dave Fridmann van onder meer Tame Impala aangeklopt, maar die had geen tijd en verwees ons door naar Tony. Hem kenden we niet, maar toen we hem googelden, bleek dat we thuis best wel wat cd’s hebben staan waar hij aan meegewerkt heeft. Hij heeft de soundtrack van Darren Aronofsky’s The Fountain geproduceerd. Dat is een van onze favorieten.

En, hoe beviel Glasgow jullie?

SEAUX: (droog) Slecht weer, hé.

UÇAR: We hebben nauwelijks iets van de stad gezien. Een week hebben we in Glasgow verbleven, om er honderd uren in de studio door te brengen. Superintens.

SEAUX: En ook: zeven nachten hebben we daar geslapen, en zeven keer zijn we uit het café gezet omdat het sluitingstijd was. (lacht) Dat zijn wij niet gewoon.

‘In the darkest hour of night, we sit around contemplating life’, klinkt het in single Beating Heart. Jullie zijn notoire nachtraven?

UÇAR: Altijd al geweest, ook voor we elkaar kenden. ’s Nachts vallen alle dagelijkse beslommeringen weg. Je kunt niet meer naar de bank of de mutualiteit gaan, of je vastrijden in de file. Van een 9 to 5-ritme zou ik ongelukkig worden.

SEAUX: Nick Cave doet het wel, tijdens de kantooruren aan zijn bureau songs schrijven, én in volle spits de metro van en naar zijn werk nemen.

UÇAR: Ik ben ervan overtuigd dat die structuur voor velen rustgevend kan zijn. Want ons bioritme brengt ook wel een zekere onrust met zich mee, en een schuldgevoel tegenover de rest van de wereld.

SEAUX: Ja. Klinken wij nu lui en wereldvreemd? Dat is voor alle duidelijkheid niet het geval, je moet ons in die nachtelijke uren maar eens werk zien verzetten. Het lukt ons gewoon nooit om vroeg te gaan slapen, en het doet ons deugd om ’s nachts met rust gelaten te worden. Het is op die momenten dat wij met z’n tweetjes overblijven. Zalig.

De ultieme vorm van romantiek, zo te horen. Net als sterrenkijken, wat jullie elke zomer met de telescoop doen op het platteland?

SEAUX: Gewoon even stilstaan en naar boven kijken, in het oneindige: dat doen we graag, ja. Ik deed het als kind al, de maan bestuderen met een verrekijker.

UÇAR: Hij heeft mij aangestoken, want ondertussen volg ik alle nieuwe ontwikkelingen in de ruimte via livestreams van het ISS, de NASA en noem maar op. Als je alleen al in dit Planetarium rondkijkt: dat spreekt toch allemaal tot de verbeelding?

SEAUX: Ik realiseer me nu wel iets, Birsen. Deze zomer zijn we niet naar de sterren gaan kijken. Nee, géén romantiek in 2016. (lacht)

IN DREAMS

Uit op 16/9 bij Unday Records. Die dag wordt de plaat ook gepresenteerd in de Beursschouwburg, Brussel. Alle info: beursschouwburg.be.

door Michael Ilegems – foto Filip Naudts

‘We leven ’s nachts. Zeven nachten zijn we in Glasgow geweest, en zeven keer zijn we uit het café gezet omdat het sluitingstijd was.’ Pieterjan Seaux

‘Als Selah Sue hulp vraagt, stuurt ze me zanglijnen op in een soort fonetisch Engels. Ik verzin daar dan verhaaltjes bij.’ Birsen Uçar

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content