EEN TERUGBLIK

Met Alexander Sokurovs Faust kreeg de Mostra van Venetië dit jaar een nogal tamme Gouden Leeuw, hoewel op de selectie anders bitter weinig af te dingen viel. Naast Mildred Pierce waren dit enkele van de meest opvallende toppers. Een close-up.

SHAME (STEVE MCQUEEN)

U vond Steve McQueens debuutfilm Hunger – over IRA-hongerstaker Bobby Sands – al een intense, naargeestige uppercut? Wacht dan tot u deze Shame heeft gezien. In zijn gekende ritualistische maar narratief gedreven stijl drijft de voormalige Britse videokunstenaar zijn fetisjacteur Michael Fassbender zowel psychologisch als fysiek opnieuw tot het uiterste. Fassbender speelt een seksverslaafde kantoorklerk die in zijn New Yorkse designflat zijn jongere zusje (Carey Mulligan) op bezoek krijgt, wat zijn routines van porno kijken, hoeren neuken en meiden opscharrelen danig verstoort. Wat in de klauwen van de meeste regisseurs een sensatiegeile skin flick zou opleveren, wordt in McQueens handen een donkere, hypnotiserende trip door de perverse krochten van de geest, waarin Fassbender nu eens charmeert, dan weer degouteert als de zielige en ontzielde sexaholic. Een zeden(loos)drama over seks als drug en leeg consumptieproduct, van een rasregisseur die zijn museale roots steeds meer loslaat.

KILLER JOE (WILLIAM FRIEDKIN)

Terwijl Scorsese de jongste jaren enkel nog in peperdure studioprenten grossiert, staat zijn New Hollywood-collega William Friedkin op zijn 76e te filmen met de gretigheid en energie van een jonge hond. Vier jaar na Bug serveren de grillige beeldenstormer achter The French Connection en The Exorcist en toneelschrijver Tracy Letts deze gitzwarte komedie, die white trash Amerika fileert als een broeihaard van domme, driftige en impulsieve rednecks. Zoals Chris, een jonge hillbilly die de verzekering wil oplichten door zijn moeder te laten liquideren en daarvoor Killer Joe engageert, een Texaanse flik die buiten zijn uren bijklust als huurmoordenaar. Wat begint als een portie pulp fiction muteert gaandeweg tot een psychotisch schaakspel, dat uitmondt in een heerlijk groteske climax waarin Gina Gershon een kippenbout bevredigt en Matthew McConaughey met sadistisch genoegen zijn posterboy-imago bevlekt door de cowboyhoed van Killer Joe op te zetten. Zien is geloven, en grijnzen en gruwelen tegelijk!

WUTHERING HEIGHTS (ANDREA ARNOLD)

Doet de titel Wuthering Heights u denken aan smachtende romantiek, gezwollen vioolmuziek en fraaie, achttiende-eeuwse kostuums en decors? Fish Tank-regisseuse Andrea Arnold gooit het in haar ontbeende, naturalistische lezing over een radicaal andere boeg. Arnold stript Emily Brontés klassieke, gotische liefdesroman van alle narratieve ballast en focust in haar ruwe maar picturale stijl meer op Heathcliff dan op Catherine, het object van diens begeerte. Bovendien blijkt Heathcliff dit keer geen blanke, byroneske antiheld, maar een weggelopen zwarte jongen die op een boerenerf in Yorkshire belandt en daar aan allerlei vernederingen wordt onderworpen. Dat resulteert in een intens fysiek kostuumdrama waarin weinig wordt gezegd, geen noot muziek te horen valt en waarin Brontés personages door de natte, Engelse weidegrond moeten zien te ploegen, wroeten en beuken. Meer Vlaamse boerentragiek dan Britse korsettenlyriek, al hoeft dat – miljaardenondedju – voor één keer geen negatieve bijklank te hebben.

A DANGEROUS METHOD (DAVID CRONENBERG)

In zijn meest klassieke en literaire film zet Cronenberg niet alleen het scalpel in de relatie tussen Carl Jung (Michael Fassbender) en Sigmund Freud (Viggo Mortensen), de peetvaders van de psychoanalyse. In zijn klinisch precieze stijl analyseert hij ook hoe de ambitieuze Jung zijn ethos en filosofie moet bijstellen wanneer zijn krankzinnig verklaarde patiënte Fraulein Spielrein (Keira Knightley) haar masochistische dromen en driften ook in de praktijk wil botvieren. Onder de historische verpakking met fraaie jugendstil- decors en dito kostuums schuilt dan ook een broeierig psychodrama dat als vintage Cronenberg kan worden beschouwd, inclusief sluimerende waanzin, lichamelijke obsessies en alle andere dada’s die van de Canadese maker van ondermeer The Fly, Dead Ringers en A History of Violence een unieke filmfetisjist maken. Of hoe het lichaam volgens Cronenberg over de geest regeert, in tegenstelling tot wat Jung en Freud met hun ‘gevaarlijke methode’ van de Traumdeutung ook mogen beweren.

FAUST (ALEXANDER SOKUROV)

Na enkele minder bekende laureaten vond juryvoorzitter Darren Aronofsky het kennelijk nodig om nog eens een grote naam aan het Mostrapalmares toe te voegen, al kun je Faust bezwaarlijk een hoogtepunt uit het oeuvre van Alexander Sokurov noemen. In het laatste deel van zijn tetralogie over macht zoomt de Russische meester in op de legendarische figuur van Faust, de dokter die zijn ziel aan de duivel verpatst in ruil voor kennis. Een loyale adaptatie van Goethes klassieke verhaal hoef je niet te verwachten; wel een barok en nauwelijks doordringbaar amalgaam van referenties, citaten en trouvailles. Voeg daar nog het constante gekakel van de archetypische personages, de omnipresente klassieke muziek en de gemaniëreerde beelden aan toe, en je krijgt een staaltje drukdoenerig expressionistisch bombast dat als dag bij nacht afsteekt tegen Moloch (1999), Taurus (2001) en The Sun (2005), de verstilde, poëtische machtsmeditaties die Faust vooraf gingen. Meer carrièreprijs dan coup de coeur, zullen we maar denken.

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content