Steve Carell zet zijn meest serieuze gezicht – én een plasticineneus – op in Bennett Millers Foxcatcher, een beklemmend suspensedrama over worstelen met waanzin. Letterlijk én figuurlijk. Een gesprek over moordende miljonairs en andere issues. ‘Ik heb mijn midlifecrisis gemist.’

Steve Carell was al twee jaar ouder dan zijn maagdelijke titelpersonage uit The 40-Year-Old Virgin toen hij in 2005 alsnog een A-Lister werd, maar sindsdien heeft de veelzijdige komiek uit Concord, Massachusetts niet stilgezeten. Acht seizoenen lang verkende hij het begrip cringe humor – vrij vertaald: ineenkrimpkolder – op allerlei, hilarische manieren in de Amerikaanse versie van The Office. Ondertussen kon je hem ook in indiehits als Little Miss Sunshine (2006) of romcoms als Crazy, Stupid Love (2011) spotten. Maar wat niet op Carells cv te bespeuren viel, was die ene, imponerende dramatische hoofdrol waarmee hij bewees niet alleen typetjes, maar ook echte driedimensionale personages te kunnen neerzetten.

Dankzij regisseur Bennett Miller en diens derde langspeler Foxcatcher komt daar nu verandering in, want in die film mag Carell – zoals Peter Sellers indertijd in Lolita (1962), of Robin Williams in Good Morning Vietnam (1987) – eindelijk zijn tragische kant showen. Sterker nog: hij mag meteen ook zijn dreigende en psychotische kwaliteiten etaleren. In Millers op feiten gebaseerde psychodrama incarneert Carell, van onder een laag make-up en met een joekel van een plasticineneus op, namelijk de excentrieke multimiljonair, vogelkenner, postzegelverzamelaar en filantroop John Eleuthère du Pont. Die wierp zich eind jaren tachtig op als mentor en mecenas van de olympische worstelkampioenen Mark en Dave Schultz, tot Du Pont (die voor zijn pupillen een trainingscentrum met de naam Foxcatcher liet bouwen) zich alsmaar obsessiever begon te gedragen, Mark zich door de miljonair alsmaar meer in een houdgreep gekneld voelde en de jaloerse en de paranoïde Du Pont in 1996 uiteindelijk Marks oudere broer Dave neerknalde.

Kortom, hoewel venten die in een strakke maillot over een linoleumvloer rollen altijd iets grappigs hebben en hoewel sommige scènes baden in ironie, is Foxcatcher allesbehalve een lichtgewicht. Het is een beklemmend suspensedrama over vaders en zonen, over waanzin en obsessie, over verborgen seksuele verlangens, over botsende klassen en de schaduwkant van de Amerikaanse droom. Bovendien is het een film van de meest secuur in beeld gezette en sterkst geacteerde soort, met naast Carell ook prima rollen voor Channing Tatum en Mark Ruffalo als respectievelijk Mark en Dave Schultz. Geen wonder dus dat Foxcatcher vijf Oscarnominaties kreeg, waaronder één voor Carell als beste acteur; de allereerste in zijn carrière. ‘Het was een enorme kans voor mij’, knikt de voormalige 40-year-old virgin. ‘Ik zou gek geweest zijn om het niet te doen. Ik wilde al langer een drama doen, maar zonder daar echt naar te hengelen. Je kunt die dingen toch niet forceren. Je moet eerst een sterk script aangeboden krijgen en een regisseur vinden die in je gelooft, die door je komische karakter heen kijkt.’

Naar verluidt was het je manager die je naam aan Bennett Miller suggereerde.

STEVE CARELL: Klopt. Mijn agente heeft Bennett opgebeld zonder dat ik het wist. Dat was een jaar of vier geleden. Ze vond de rol bij me passen. Ikzelf zou er nooit aan gedacht hebben.

Bennett Miller zegt dat je, net als Du Pont, een goedmoedig aura hebt, hoewel je tegelijk iets dreigends en tragisch hebt.

STEVE CARELL: Ah. Hoe lief van hem. (lacht) Nee, ik weet het. Tijdens onze eerste meeting vertelde hij me dat hij iemand zocht die je nooit tot moord in staat zou achten. Ik lijk nochtans niet op Du Pont – hoop ik toch. Je moet hem eens googelen. Du Pont zag er raar uit. En hij had een rare manier van spreken en bewegen. Hij had fysiek iets afstotelijks, waardoor mensen hem meden. Ik denk dat veel van zijn latere problemen daarmee te maken hadden. Niet alleen zijn rijkdom en psyche, maar ook zijn uiterlijk isoleerde hem van anderen.

Je ondergaat dan ook fysiek een heuse metamorfose in Foxcatcher. Je bent zelfs amper herkenbaar.

CARELL:(knikt) Heel vreemd was dat. Als je jezelf de eerste keer in de spiegel ziet met die neus, denk je: gaan mensen dat wel geloven? Zullen ze niet afgeleid zijn door die make-up? Ik heb met Bennett vooraf uitvoerig gepraat over hoe ver we met die protheses konden gaan. Maar ik merkte gauw genoeg dat het werkte. Wanneer ik ’s morgens ongeschminkt toekwam, riep iedereen ‘hey Steve’ en gingen de crewleden heel spontaan met me om. I was one of the guys. Maar van zodra ik de make-upkamer uitkwam, reageerden ze heel anders op mij. Men hield automatisch afstand. Ik denk dat dat goed overeenkomt met hoe Du Pont zich moet hebben gevoeld. Buiten onze gezamenlijke scènes had ik ook weinig contact met Channing Tatum en Mark Ruffalo. Dat was nochtans niet iets wat we vooraf hadden gepland. Het kwam er gewoon niet van. Privé hebben we nauwelijks een woord gewisseld.

Wil dat zeggen dat je ook buiten de opnames in character bleef?

CARELL: Ja. Ik was blij dat we alles op locatie hebben opgenomen en ik ’s avonds niet naar huis hoefde. Dat maakte het makkelijker. Ook voor mijn familie. Ik wilde niet acteren, maar een mentale staat oproepen en ik geef alle krediet aan Bennett, die het klimaat creëerde waarin dat mogelijk was. Ik huiver ervan om de term method acting te gebruiken omdat zoiets snel pretentieus klinkt. Ik ben Marlon Brando niet. Ik probeerde John du Pont te zijn. Meer niet. Alleen is het geen personage of verhaal dat je snel van je afschudt van zodra er ‘cut’ geroepen wordt. Het is geen verkleedpartijtje. Het is een moderne klassieke tragedie, met een donkere, absurde ondertoon. Dat was de toon die Bennett wilde creëren. De film moest ook trouw blijven aan de feiten. Je speelt een bestaand personage en dat geeft je een grote verantwoordelijkheid. Ik heb allerlei video’s van Du Pont bestudeerd en alles gelezen wat ik over hem en de moordzaak kon vinden. Ik had het verhaal indertijd wel gehoord op het nieuws, maar feitelijk wist ik er weinig van. Bovendien waren de echte Mark Schultz en Daves weduwe Nancy vaak op de set aanwezig. Daardoor voelde ik nog meer de morele plicht om het verhaal juist te brengen.

Het is in elk geval weer eens wat anders dan pakweg een idiote weerman spelen in een farce als Anchorman.

CARELL:(lacht)Right. Hoewel ik zo’n personage ook serieus neem, hoor. Het zijn gewoon verschillende soorten films, met verschillende methodes. Een personage weet zelf niet of het in een komedie of in een drama zit, en als acteur moet je jezelf daarvan bewust blijven. Bovendien is comedy een serieuze stiel. Een grap werkt enkel als je timing goed zit, als de wereld die je neerzet, klopt. Daar kruipt evengoed voorbereiding en concentratie in. Ik zie mezelf als een acteur. Niet per se als een komiek. Ik heb in mijn carrière de rollen aangenomen die ik aangeboden kreeg, en dat waren nu eenmaal vaak komische rollen. Een Oscar winnen of serieus genomen worden is ook nooit mijn ambitie geweest. Mijn doel was: van acteren mijn beroep maken en daar mijn gezin mee kunnen onderhouden.

Je hebt wel tot je veertigste moeten wachten vooraleer je een vaste klant in Hollywood werd.

CARELL: Achteraf bekeken ben ik daar heel erg gelukkig mee. Ik had al de nodige watertjes doorzwommen toen ik bekend werd. Toen mensen me op straat om een handtekening kwamen vragen, was dat aanvankelijk een schok voor mij. Mijn familie was mijn prioriteit en die hield me met beide voeten op de grond. Ik heb nooit een masterplan gehad van hoe ik Hollywood zou veroveren. Ik wilde werken, mijn werk goed doen en bijleren. Doordat ik laat ben doorgebroken, heb ik zelfs mijn midlifecrisis gemist. Wilde drugs- en seksfeestjes: het is allemaal aan mij voorbijgegaan. Ik zou je graag vertellen over die keer dat ik naakt op het dakterras van een hotel in Las Vegas wakker werd tussen wulpse, rondborstige vrouwen, maar dan zou ik keihard liegen. Plus: mijn vrouw en kinderen lezen mee. (lacht)

Wat is dan het meest decadente dat je ooit hebt gedaan?

CARELL:(serieus) Ik heb ooit een hemd van 250 dollar gekocht. Dat is 200 meer dan wat ik normaal betaal. Ik vond het mooi en ik had al mijn portefeuille bovengehaald toen ik het prijskaartje zag. Uit gêne tegenover de verkoopster durfde ik niet te zeggen dat ik het te duur vond. Achteraf voelde ik me daar zo schuldig over dat ik het hemd zeker honderd keer gedragen heb om er toch maar zeker van te zijn dat het zijn geld waard was. Dat krijg je als je katholiek opgevoed bent. (lacht)

Hoe komt een doorbrave, katholiek opgevoede huisvader dan in het zondige acteurswereldje terecht?

CARELL: Ik was tien toen ik op school meedeed in een toneelstuk over de Pilgrim Fathers tegen de native Americans, de indianen. Ik was een indiaan en moest doen alsof ik in een kano zat. Spontaan begon ik zowel links als rechts te roeien, omdat de kano anders in rondjes zou draaien, bedacht ik. Mijn leraar vond dat zo knap dat hij me voor het eerst een compliment gaf en dat was zo’n leuke ervaring dat ik dacht: ‘Later wil ik acteur worden. En nog meer complimenten krijgen.’ Het heeft wel jaren geduurd vooraleer ik de stap durfde te zetten. Ik wilde aanvankelijk rechten studeren en advocaat worden, omdat ik dacht dat ik mijn ouders daarmee een plezier zou doen en ik hen op die manier kon bedanken voor de kansen die ze me boden. Maar toen ik mijn ingangsexamen deed, was de eerste vraag: waarom wil je rechten studeren? En ik kon er simpelweg geen antwoord op geven. Achteraf vertelde ik dat aan mijn ouders en zei dat ik het liefst acteur wilde worden. Hun reactie was: cool, het is jouw leven en als je graag acteert, dan staan we achter je. Een paar maanden later trok ik naar Chicago en begon ik in het theater te werken. Ook over mijn coming-out als acteur kan ik je dus weinig sappige, getormenteerde verhalen vertellen. Sorry, hoor.

Als het zo zit, snel terug naar de film. Du Pont kreeg dertig jaar cel voor de moord op Dave Schultz en stierf in 2010 in de gevangenis. Wat is jouw persoonlijke verdict over de man?

CARELL: Ik heb hem nooit als de slechterik gezien. Of als het monster. Hij is een moordenaar, maar het was een vreemd soort crime passionnel. Du Pont was het product van zijn opvoeding en omgeving. Hij was belachelijk rijk en werd door zijn overbeschermende moeder gedomineerd. Hij was geïsoleerd van alle gewone dingen waar hij naar verlangde – vrienden, vriendinnen, een doel in het leven. Logisch dat zoiets op de duur voor mentale problemen zorgt. Hij was een zwak figuur, zonder de tools om het te maken in het leven, en toch had hij door zijn afkomst enorm veel macht. Hij was slim genoeg om diep vanbinnen te beseffen dat hij in een gouden kooi opgesloten zat. Zijn leven leek wel een vijfsterrenversie van The Truman Show. Met dit verschil dat hij de show zelf regisseerde. Hij snakte zo naar aanzien en respect en wilde zo graag een mentor en een vaderfiguur zijn dat hij mensen daarvoor betaalde. Hij bleek totaal niet in staat om die dingen op een natuurlijke wijze te verdienen. Ik vond dat hartverscheurend. Hij was fundamenteel eenzaam en had gewoon psychiatrische hulp nodig, maar niemand durfde hem dat te zeggen door zijn status en rijkdom.

Du Pont wilde zelfs door zijn vrienden aangesproken worden als ‘Golden Eagle’. Hoe gestoord was hij eigenlijk?

CARELL: ‘Golden Pigeon’ ware wellicht juister geweest. (lacht) In het echte leven was hij nog excentrieker dan de film laat zien. Op een gegeven moment liet hij zijn haar kort knippen door Mark, waarna hij plots een geweer bovenhaalde en vanaf zijn veranda in het wilde weg begon te schieten op denkbeeldige vijanden. We hebben dat incident gefilmd maar uiteindelijk achterwege gelaten. Bennetts motto luidde: ‘Less is more.’ Enkele illustraties van Du Ponts obsessie en paranoia volstaan. Je moet er geen freakshow van maken. Dat maakt het subtieler en sterker. En geloofwaardiger en verteerbaarder voor het publiek. Je moet je afvragen waarom Dave en Mark het zo lang bij hem uithielden. Beiden waren heel erg aardse kerels en gevierde worstelkampioenen. Ze konden overal terecht, maar toch kozen ze ervoor om Du Ponts spel mee te spelen, hoewel ze na enige tijd goed genoeg doorhadden dat het een pervers machtsspel was waarin ze waren beland. Ze lieten zich omkopen. Ze kozen voor de voordelen.

Du Pont was ooit negentig dagen getrouwd, maar volgens sommige biografen was hij een homoseksueel die niet uit de kast kon of mocht komen, wat deels zijn obsessie met zijn poulain Mark Schultz verklaart. Wat denk je zelf over zijn geaardheid?

CARELL: Die geruchten waren er. Anderen spraken ze formeel tegen. Het knappe aan de film is dat Bennett de keuze aan de kijker laat. Die moet zelf maar bepalen of Du Pont homo was of niet. We wilden niks aandikken of suggereren. Ik heb de film nu drie keer gezien en telkens interpreteer ik hem anders. Dat gevoel moet de kijker ook hebben.

FOXCATCHER

Vanaf 25/2 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Steve Carell ‘DE TERM METHOD ACTING KLINKT AL SNEL PRETENTIEUS, EN IK BEN MARLON BRANDO NIET. ALLEEN IS JOHN DU PONT GEEN PERSONAGE DAT JE SNEL VAN JE AFSCHUDT.’

Steve Carell ‘WILDE DRUGS- EN SEKSFEESTEN: HET IS ALLEMAAL AAN MIJ VOORBIJGEGAAN. MAAR IK HEB WÉL OOIT 250 DOLLAR VOOR EEN HEMD BETAALD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content