EEN LEVEN ALS EEN ROMAN

Roman Polanski wordt weleens kregelig als een journalist te diep wil ingaan op de parallellen tussen zijn privéleven en zijn films. Maar – dammit – de links tussen kunst en realiteit zijn bij weinig filmmakers zo duidelijk en zo intrigerend. Daarom: zijn zeven meest intieme, al dan niet bewust autobiografische films.

THE PIANIST (2002) EEN JEUGD ALS SCHIETSCHIJF

Zelfs Polanski – : Liebling – durft niet te ontkennen dat The Pianist doorspekt is met autobiografische elementen. De film vertelt het verhaal van een jonge Joodse pianist, Wladyslaw Szpilman, die WO II overleeft in het getto van Warschau. Polanski was slechts zeven toen de oorlog uitbrak. Zijn vader overleefde Mauthausen, maar zijn moeder werd vergast in Auschwitz. Zelf ontsnapte hij uit het getto van Krakow en zwierf hij door Polen. Nazi’s verplichtten hem een doelwit vast te houden tijdens schietoefeningen en sloegen hem een schedelbreuk. Geen wonder dat The Pianist een versmelting werd van zijn eigen herinneringen en die van Szpilman. Bepaalde scènes zijn uit zijn leven gegrepen en de film fixeert zich ook regelmatig op kinderen, die vechten om eten, doodgeknuppeld worden terwijl ze onder de muur rond het getto proberen te kruipen, of simpelweg dood op straat liggen. Bovenal is er de machteloosheid: Szpilman overleeft niet omdat hij sterker of slimmer is, maar gewoon omdat hij geluk heeft. In The Pianist beschikt volslagen willekeur over leven of dood. En zo kijkt Roman Polanski aan tegen zijn jeugd.

REPULSION (1965) WAANZIN IN EEN KLEIN KAMERTJE

Londen, de swinging sixties. Het kind dat op zijn eentje moest overleven in het door WO II verscheurde Polen, is opgegroeid tot een van de rijzende sterren van de internationale film. Zijn debuut Knife in the Water (1962)was succesvol genoeg om hem een ticket naar het Westen te bezorgen. Hij arriveert in Londen en profiteert ervan: geen feestje of hij is erop aanwezig, geen vrouw of hij zit er met zijn handen aan. Vreemd dus dat juist deze jongeman een film als Repulsion aflevert, een obsessieve thriller over een jonge vrouw (Catherine Deneuve) die rondloopt met een hevig seksueel trauma en zichzelf afzondert van de buitenwereld. Ze sluit zich op in haar appartement en wordt langzaam gek. Waanzin, isolement en geperverteerde relaties. Het lijken vreemde onderwerpen voor een filmmaker die op dat moment min of meer het leven van een rockster leidt. Ondanks het plezier dat hij beleeft in de party scene, heeft Polanski’s persoonlijkheid een duistere kant. Komt het door zijn jeugd? Door zijn status als expat? Of zit er gewoon een kronkel in zijn hoofd waardoor hij zich aangetrokken voelt tot thema’s waarvoor andere filmmakers beducht zouden zijn? De ideeën die hem de rest van zijn leven achtervolgden, zijn hier al glashelder aanwezig.

ROSEMARY’S BABY (1968) DE TUNNEL AAN HET EINDE VAN HET LICHT

Polanski was nooit gelukkiger dan toen hij Rosemary’s Baby maakte, een horrorfilm over een vrouw (Mia Farrow) die vermoedt dat haar buren duivelaanbidders zijn. Zijn carrière verliep beter dan ooit, hij was net getrouwd met actrice Sharon Tate en stond op het punt om vader te worden. Tot in 1969 Tate en vier vrienden afgeslacht werden door de Manson Family-sekte. Naast het verlies van zijn vrouw en ongeboren zoon kreeg Polanski ook kritiek van de pers te verwerken. Een film maken over de duivel en dan gebeurt er zoiets, dat kon geen toeval zijn! Polanski zou een satanist zijn, of op zijn minst zulke mensen kennen. In feite hadden Polanski en Tate hun huis gehuurd van een muziekproducent die had geweigerd om een plaat van Manson uit te brengen. Manson en zijn ‘familie’ trokken naar het huis om wraak te nemen, maar troffen er Tate en haar vrienden aan. Boodschap: huur nooit een huis van iemand die Charles Manson kwaad heeft gemaakt. Achteraf bekeken voelt de film akelig aan als een voorspelling: een samenzwering tegen een zwangere vrouw, schijnbaar hulpeloos tegen kwaadaardige krachten die haar begrip te boven gaan, en aan het einde een zwarte wieg, waarboven een kruisbeeld ondersteboven bengelt.

MACBETH (1971) I AM SLAIN

Een baby wordt met behulp van een primitieve keizersnede uit een vrouwenbuik geplukt. Een kind wordt neergestoken, strompelt naar zijn moeder en sterft. Zijn laatste woorden: ‘Mother, I am slain.’ Het zal niemand verbazen dat Roman Polanski met demonen in zijn kop zat toen hij zijn filmversie van Macbeth maakte, een van Shakespeares meest gewelddadige stukken. Zelf geeft hij enkel toe dat hij een jaar na de moord op Tate niet in the mood was om een luchtige komedie te maken, maar de grimmige focus op het geweld en de betekenisloosheid ervan is opvallend. Aan het einde voegt Polanski zelfs een epiloog toe die niet in het stuk zit. Macbeth is dood en in principe wordt de orde dan hersteld. Maar dan zien we hoe de nieuwe koning van Schotland dezelfde heksen bezoekt die Macbeth ten ondergang hebben gebracht. In de wereld van Polanski kun je het kwaad misschien verslaan, maar dat is maar tijdelijk.

TESS (1979) DE FILM VAN DE DRIE SCHANDALEN

Het was Sharon Tate die Polanski het boek Tess of the d’Urbervilles gaf.Toen hij tien jaar later de verfilming afleverde, was dat deels een eerbetoon aan haar. Maar toen was zijn leven alweer overhoopgehaald door een ander drama. In 1977 werd hij gearresteerd wegens seks met Samantha Geimer. Aanvankelijk pleitte hij schuldig, om niet te worden veroordeeld voor het verkrachten van minderjarigen en er met een lichte straf van af te komen, tot de rechter op zijn woord terugkwam en met de maximumstraf dreigde. Polanski vluchtte naar Frankrijk. Zelf zou hij het wellicht nooit toegeven, maar Tess lijkt wel op een mea culpa. Een boerenmeisje wordt aangerand door een rijkeluiszoon en aan de kant geschoven wanneer ze zwanger blijkt. Ze trouwt met de zoon van een dominee, maar ook die laat haar in de steek zodra hij haar verleden ontdekt. Het is het verhaal van een vrouw die systematisch wordt misbruikt in een mannenmaatschappij, een beetje zoals Geimer eerst Polanski en daarna de verzamelde media over zich heen kreeg. Hoe dan ook, niet de film maar de affaire-Geimer stond in de spotlights. Saillant detail: tijdens de opnames zou Polanski ook een relatie hebben gehad met hoofdrolspeelster Nastassja Kinski, op dat moment zeventien jaar jong.

BITTER MOON (1992) VUILE MANIEREN: DE FILM

Peter Coyote vertelt alle vunzige details van zijn sadomasochistische relatie met Emmanuelle Seigner – toen al mevrouw Polanski – terwijl een pre-Four Weddings and a Funeral Hugh Grant verbouwereerd luistert en regelmatig zijn bril wat hoger op zijn neus schuift onder het uitstoten van een oprechte ‘Steady on, old chap’.Het zijn vooral de beschrijvingen van Seigners clitoris en hun experimenten met plasseks die het ‘m doen. Bitter Moon is een zwarte komedie waarin Polanski ongegeneerd zijn obsessie met kinky seks uitleeft. Niet voor het eerst onderzoekt hij machtsrelaties binnen een liefdesverhouding en zijn besluit is niet bepaald vrolijk: verliefd zijn staat gelijk aan elkaar macht geven. Maar macht wordt altijd misbruikt. Altijd. Voor Polanski kwam de film aan het begin van een nieuwe stabiele periode. Hij was opnieuw getrouwd en zijn reputatie had het floppen van zowel Pirates (1986)als Frantic (1988)overleefd. Dus keerde hij zich in zichzelf om de seksuele hang-ups van Bitter Moon te presenteren met een duivels gevoel voor humor. ‘Deze film lijkt wel de masturbatiefantasie van de regisseur’, snoof een criticus destijds. Et alors?

THE GHOST WRITER (2010) DE SPOKEN VAN HET VERLEDEN

Twintig jaar lang ging alles goed met Polanski. De ene film werd al beter ontvangen dan de andere, maar de man bleef voortdurend aan het werk en zijn huwelijk met Seigner bracht twee kinderen voort. Tot hij in 2009 werd gearresteerd op de luchthaven van Zürich. Een lange juridische strijd volgde. Polanski werd in zijn villa in Gstaad zeven maanden lang onder huisarrest geplaatst in afwachting van zijn uitlevering aan de VS wegens het proces dat hij in 1977 was ontvlucht. Op dat moment monteerde hij The Ghost Writer, een thriller over – o, ironie! – een politicus die betrokken is in een groot schandaal en daardoor gedwongen wordt om zichzelf te verschansen in zijn buitenverblijf. Life imitating art,eens te meer. Uiteindelijk weigerde Zwitserland, dat hem 35 jaar ongemoeid had gelaten, om Polanski uit te leveren. Het leven ging door en nog twee films volgden: Carnage in 2011 en nu dus Venus in Fur. Claustrofobische settings, de schijn van goed fatsoen die wordt doorbroken, en zelfs sadomasochisme maken weer hun opwachting. De eeuwige obsessies van een complexe man die mag gelden als een van de meest ambigue figuren in de filmgeschiedenis. Polanski’s volgende project? D, een historisch drama over de Dreyfusaffaire, de Joodse officier die van landverraad werd beschuldigd, twaalf jaar opgesloten en publiekelijk vernederd. Hoezo, autobiografisch?

DENNIS VAN DESSEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content