Jennifer Jason Leigh schreef, produceerde en regisseerde met de amusante tragikomedie ‘The Anniversary Party’ haar eerste film. ‘Nu begrijp ik pas waarom iedereen mij jarenlang vroeg of ik geen interesse had om zélf een film te maken.’ Door Ben Van Alboom
‘The Anniversary Party’ vanaf 31 oktober in de bioscoop.
In de jaren ’80 stond ze tot twee keer toe aan de zijde van de Nederlandse acteur Rutger Hauer in Flesh and Blood van Paul Verhoeven en The Hitcher van Robert Harmon. Met de romanverfilming Last Exit to Brooklyn van Uli Edel lukte het dan toch: Leigh werd overstelpt met lovende kritieken voor haar vertolking van het hoertje Tralala en kreeg vervolgens rollen in kaskrakers als Backdraft, Rush en Single White Female.
Sindsdien gaat ze doorgaans alleen nog in zee met regisseurs als Robert Altman ( Short Cuts en Kansas City), Joel Coen ( The Hudsucker Proxy), Alan Rudolph ( Mrs. Parker and the Vicious Circle), Taylor Hackford ( Dolores Claiborne) en David Cronenberg ( eXistenZ). Even zag het ernaar uit dat ze zelfs Stanley Kubrick aan dat lijstje kon toevoegen, maar het wispelturige karakter van de grootmeester gooide roet in het eten: Leigh had de opnames voor Eyes Wide Shut al maanden achter de rug, toen Kubrick iedereen terugriep om bepaalde scènes opnieuw in te blikken. De actrice stond toen op de set van een andere film en werd daarom vervangen door Marie Richardson.
Drie jaar geleden kwam ze in de musical Cabaret terecht die op dat ogenblik geregisseerd werd door Sam Mendes ( American Beauty). Ze leerde er Alan Cumming kennen, met wie ze het plan opvatte om een film te maken. De Schotse acteur had een memorabele rol in Eyes Wide Shut en was onlangs te zien in de theaterverfilming Titus van Julie Taymor en de avonturenfilm Spy Kids van Robert Rodriguez. Samen met Leigh maakt hij met The Anniversary Party zijn debuut als regisseur en scenarist.
The Anniversary Party is een bijtende relatiekomedie waarin de opkomende filmmaker Joe (Cumming) en de uitgerangeerde actrice Sally (Leigh) een aantal vrienden uitnodigen om hun zesde huwelijksverjaardag te vieren. Het feestje loopt al vlug uit de hand en eindigt in complete chaos. Voor de andere rollen in de film deden de twee filmmakers een beroep op hun vrienden: Gwyneth Paltrow, Kevin Kline, Phoebe Cates, John C. Reilly, Parker Posey en Jennifer Beals.
‘Het ging allemaal zo ontzettend vlug’, zegt Leigh. ‘Begin vorig jaar klopten we aan bij de filmmaatschappij en vijf maanden later waren we al aan het filmen. Alles verliep zonder problemen. Het was een fantastische ervaring. Er is niets leuker dan je beste vrienden bijeen te roepen om hen vervolgens in de huid van personages te zien kruipen die je zelf hebt verzonnen.’
Is iemand niet op jullie uitnodiging ingegaan om aan de film mee te werken?
Jennifer Jason Leigh: Lisa Kudrow. Ze is een vriendin van Alan en het was de bedoeling dat zij het personage van Parker Posey zou spelen. Op het laatste moment haakte ze echter af, omdat ze andere verplichtingen had. Het drukke schema van onze vrienden is trouwens de belangrijkste reden waarom we de film op video hebben gedraaid. Toen we onze agenda’s samen hadden gelegd, bleek dat we nauwelijks drie weken de tijd zouden hebben om de film te draaien. Aangezien het makkelijker en minder tijdrovend is om met videocamera’s te werken, lag de keuze voor de hand. Bovendien is video stukken goedkoper en hadden we in plaats van één enkele camera voortdurend drie tot vier camera’s tegelijkertijd lopen, waarvan je niet om de tien minuten de filmrol moet vervangen.
Niet lang geleden heb je meegespeeld in de Dogma-film ‘The King Is Alive’ van Kristian Levring. Besefte je toen dat er niet veel nodig is om een film te maken?
Leigh: In zekere zin wel. Ik heb het met Alan vaak gehad over de snelheid waarmee Kristian Levring die film heeft ingeblikt en de artistieke vrijheid die het werken met weinig middelen meebrengt. Toch is The Anniversary Party zeker geen Dogma-film. De regels van het manifest spreken me sowieso niet aan en ik had bovendien een vrij klassieke film in gedachten, in termen van camerawerk en belichting. We hebben de film dan wel gedraaid op video, maar het beeld moest er kraaknet uitzien. Maar ik hou van Dogma-films. Vooral Festen van Thomas Vinterberg vind ik meesterlijk. Toen ik de film voor het eerst zag, kwam ik gewoon niet meer bij van het lachen. Ik hou enorm van dat soort zwarte humor. Het doet mij altijd denken aan Who’s Afraid of Virginia Woolf?. Voor The Anniversary Party hadden Alan en ik precies dezelfde toon in gedachten: de film moest grappig zijn, maar tegelijkertijd natuurgetrouw en uiteindelijk ook intriest.
De acteurs vertonen veel gelijkenis met hun respectievelijke personages. Had niemand het daar moeilijk mee?
Leigh: Neen. Enerzijds hadden ze voldoende vertrouwen in ons en anderzijds wisten ze dat de personages zeker geen karikaturen waren van henzelf. Het klopt dat we bepaalde karaktertrekken van de acteurs in hun personages hebben verwerkt, maar daar had niemand het moeilijk mee. Ook al waren ze soms niet flatterend ( lacht). Zo verliest het personage van John C. Reilly op een bepaald moment de pedalen en begint wild om zich heen te schoppen. Enkele jaren geleden had John zich op een feestje van Vanity Fair op exact dezelfde manier misdragen. Toen we hem de scène lieten lezen, moest hij eens slikken, maar hij zag er vrijwel onmiddellijk de humor van in. De personages zijn echter niet op de acteurs gebaseerd. We hebben ze louter geschreven met de acteurs in het achterhoofd.
Hoe zit het dan met je eigen personage?
Leigh: Er zitten zeker bepaalde autobiografische elementen in, maar daar houdt het ook op. Je zou kunnen zeggen dat ik net als mijn personage ook al wel in een ongelukkige relatie heb gezeten, maar wie niet? In essentie gaat de film gewoon over hoe moeilijk relaties zijn en hoezeer we er ons vaak aan vastklampen, terwijl we verdomd goed weten dat het niet meer klikt. Nagenoeg alle huwelijken in het verhaal lopen op een of andere manier mank. Het verloop van de film is daarom ook identiek aan het verloop van een relatie: in het begin heeft iedereen het naar zijn zin, maar op het einde staan ze bij wijze van spreken te popelen om elkaar te lijf te gaan ( lacht).
Gwyneth Paltrow kruipt in de huid van een schaapachtig wicht dat jouw personage een filmrol afsnoept omdat ze een stuk jonger is. Denk je daar dan soms aan?
Leigh: Niet echt. Natuurlijk gebeuren zulke dingen. Niemand kan bovendien ontkennen dat vrouwen er meer last van hebben dan mannen. Alan en ik vonden het echter gewoon leuk om bepaalde clichés volledig uit te melken en de absurditeit ervan aan de kaak te stellen. Met Gwyneth heb ik trouwens geen problemen. Ik heb haar zeven jaar geleden leren kennen op de set van Mrs. Parker and the Vicious Circle en sindsdien zijn we vrienden gebleven. Alan kent haar trouwens ook nog van toen ze samen in Emma van Douglas McGrath zaten. Ze is overdreven meisjesachtig, maar ze is wel een uitstekende actrice.
Volgens Alan Cumming was het niet de bedoeling om een satire te maken op Hollywood. Toch kan ik me moeilijk van die indruk ontdoen.
Leigh: Hoewel het inderdaad niet de bedoeling was om een satire te maken, begrijp ik je opmerking. Ik was me ervan bewust dat mensen er op die manier naar zouden kijken. Dat krijg je nu eenmaal als je een film maakt over een groep acteurs, regisseurs en schrijvers die laat op de avond rond het zwembad zitten en drugs gebruiken ( lacht). Het stoort mij ook niet. Ik kan je alleen maar op het hart drukken dat we het verhaal in Hollywood hebben gesitueerd omdat we dat milieu gewoon door en door kennen. Misschien ook wel een beetje omdat het gemakkelijk is om er de spot mee te drijven, maar dat was zeker niet onze voornaamste motivatie. Het verhaal had zich net zo goed in Londen kunnen afspelen, zonder dat we ook maar één scène indringend hadden moeten aanpassen.
Het buitengewone huis waar de film zich afspeelt, had je dan wel niet kunnen gebruiken.
Leigh: En dat zou jammer zijn geweest. Het is een prachtige glazen woning, ontworpen door de briljante architect Richard Neutra. Het was misschien niet altijd even makkelijk om in te filmen, maar zowel het huis als de locatie waren geknipt voor onze personages. In het oorspronkelijke scenario speelde het verhaal zich trouwens af in een veel kleinere woning met een heleboel trappen. Met name mijn huis. Alan en ik hebben het scenario daar geschreven en op dat moment leek het ons een goed idee om de film daar ook te situeren. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het er net iets te gezellig was en we op zoek moesten gaan naar een koelere woning. Meer iets uit een tijdschrift over architectuur en design.
Je hebt een heel gevarieerde carrière. Het mag dus niet verbazen dat je nu ook je eigen film hebt gemaakt.
Leigh: Maar ik ben er zélf nog altijd over verbaasd ( lacht). De afgelopen jaren is me in interviews altijd de vraag gesteld of ik geen interesse had om zélf een film te maken. Ik kon er nooit op antwoorden omdat ik er nooit ernstig over had nagedacht. Nu begrijp ik pas waarom die vraag geregeld opnieuw opdook. Het is een publiek geheim dat ik mijn rollen altijd maniakaal voorbereid. Ik verdiepte me in een personage tot ik precies wist hoe haar kamer er zou moeten uitzien en welke boeken er in de kast moesten staan. Elk detail was belangrijk. Nu ik zelf achter de camera stond, kon ik dat ook toepassen op de andere personages. Regisseren ligt eigenlijk in het verlengde van wat ik al jaren deed. Het is dan bovendien makkelijker om zelf ook in de huid van een personage te kruipen, omdat je er niet meer hoeft bij na te denken. Je kent niet alleen je eigen personage door en door, maar weet ook precies wat de andere personages denken.
Van welke regisseur heb je het meeste opgestoken?
Leigh: Sowieso Robert Altman en Alan Rudolph. Ook Joel en Ethan Coen zijn me altijd bijgebleven. Toen Alan en ik besloten om samen een film te maken, heb ik vaak moeten denken aan de manier waarop ze perfect op elkaar afgestemd zijn. Het zijn natuurlijk broers, terwijl Alan en ik elkaar minder dan drie jaar kenden. Maar het klikt gewoon tussen ons. Het scenario hebben we in een recordtijd neergepend en ook tijdens de opnames verliep alles probleemloos. Het belangrijkste _ denk ik _ was dat we de taken niet gewoon onder elkaar hebben verdeeld, maar werkelijk elke beslissing samen hebben genomen. Toen we aan de montage van de film zouden beginnen, stond ik er wél even alleen voor. Alan werd verwacht op de set van Spy Kids en dus stuurde ik hem wekelijks cassettes op met de voorlopige montage. Op zijn beurt stuurde hij dan notities terug en zo hebben we de film toch nog samen afgewerkt.
Het verloop van de film is identiek aan het verloop van een relatie: in het begin heeft iedereen het naar zijn zin, maar op het einde staan ze te popelen om elkaar te lijf te gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier