DWANGERS

Er was iets bizars aan de eerste aflevering van Dwangers. Niet zozeer dat Ilse zich na anderhalve dag Thailand al door haar voorraad papieren zakdoekjes had geschrobd. Voor iemand die veertig tot vijftig keer per dag haar handen wast, is dat dagelijkse kost. Ook niet zo vreemd: dat Paul om een nieuwe klamboe vroeg omdat er in de zijne een scheur van twintig centimeter zat. Gezien de omstandigheden was dat voorspelbaar en normaal.

Wat wél bizar was, was dat Jan Mulder als meegereisde voyeur vanaf de eerste handdruk die hij uitwisselde met een van de dwangers zijn ongeloof in de opzet en het uitgangspunt van de hele onderneming uitsprak. Off screen pompte hij zijn eigen stem nog wel tot dramatische proporties op. Hij had het over hoe dwanggedachten je leven beheersen, hoe je je job verliest, je geliefde kwijtgeraakt en hoe deze mensen ten einde raad aan een onbekend experiment begonnen: samen met toptherapeuten naar Thailand gaan om er aan hun dwangneurose te werken. Het leek dat of sterven.

De overtuiging die Mulder buiten beeld rondtoeterde, mengde hij in beeld met stevige scheuten scepsis. Voor de vertrekhall van Zaventem grijnsde hij veelzeggend dat alles goed kwam, want dat ze therapeuten meenamen. Boven een bord dampende rijst in een Thais resort gaf hij met een mond vol eten toe dat hij toch zijn twijfels had. ‘Ze hebben die aandoening al tien jaar, het lijkt me moeilijk op te lossen.’ Hij zei het smakelijk smakkend, terwijl hij etensresten wegveegde met een servet waarvan Lauren zou zeggen ‘dat er stront van duizend mensen aanhangt’. Of die Ilse nog niet met een pincet zou willen aanraken. Ilse is zelfs vies van haar eigen hond.

Ondertussen hingen de dwangers een beetje rond op de achtergrond. Ilse had sinds haar aankomst niet gegeten en enkel wat cola gedronken, Joël was vast van plan terug naar huis te gaan en het enige wat Paul op de been hield, was die halve koffer medicatie die hij had meegesleurd. ‘Zonder overleef ik dit nooit.’ Ergens links in beeld staken de meegereisde therapeuten de koppen bij elkaar. Omdat de schok van de reis te groot was voor het gezelschap, stopten ze de eerste proef in de ijskast. Het welzijn van de dwangers komt op de eerste plaats in dit uit Holland geïmporteerde format. Met een zelfzekere toon die je wel vaker aantreft bij pastoors, therapeuten en schooldirecteurs meenden ze dat Ilse ‘medisch gezien moet drinken en eten’. Aan Joël vroegen ze met de welwillendheid die voornoemde beroepsgroepen kenmerkt wat hij zou doen mocht hij een toverstokje hebben. Joël is een man van meer dan meerderjarige leeftijd. Ik denk dan: die doet niet aan toverstokjes.

Natuurlijk is Dwangers zo’n programma waarvan je niet goed weet of het nu echt nodig is om die hele verdomde strijd van deze mensen te volgen.

Natuurlijk vraag je je af of Ilse met haar smetvrees en Kurt met zijn obsessie om alles te tellen wel zo veel baat hebben om al die vreemde kronkels in hun doen en laten te delen met anonieme kijkers. ‘Ach,’ riep Mulder, ‘privé bestaat niet meer. Gooi het de open ruimte in.’ Ik ben het er niet mee eens, maar misschien heeft hij gelijk.

Wat ik vooral onthutsend vind aan Dwangers is het gemak waarmee therapeuten blijkbaar aan een niet-gedocumenteerd en nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd experiment beginnen. Shocktherapie heet dat dan. Volgens mij betekent het vooral dat ze eigenlijk geen idee hebben en dat zelfs therapeuten niet vies zijn van sensatie. Daar werd ik, eerlijk gezegd, behoorlijk ongemakkelijk van.

**, elke dinsdag, 21.00, VIER

DOOR TINE HENS

IN DWANGERS BEGINNEN THERAPEUTEN AAN EEN NAUWELIJKS WETENSCHAPPELIJK ONDERBOUWD EXPERIMENT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content