Drie vragen aan auteur Edzard Mik: ‘Wie heeft ooit beweerd dat kunst prettig moet zijn?’

© /

Edzard Mik zette voor zijn nieuwste bundel elf verhalen neer in een andere realiteit dan we gewend zijn: ‘Ik ben geïnteresseerd in mijn omgeving, maar ik schrijf er niet over.’

Tussen een eerste verhaal waarin wordt gevrijd en een laatste waarin een kind wordt geboren, serveert Edzard Mik met Tussen ergens en nergens negen verhalen die ons introduceren in een wereld waar vervreemding en persoonsverwisseling schering en inslag zijn. Een huurmoordenaar achtervolgt dagenlang zijn slachtoffer op zoek naar het geschikte plekje om haar koud te maken. Eens dat gevonden, blijkt die vrouw misschien niet degene te zijn waar hij op afgestuurd was. Een andere man vertelt in een stream-of-consciousnessuitbarsting hoe hij vermoedt dat zijn vrouw hem bedriegt. Hij gaat op stap door de achterbuurten van Groningen die opeens vol Aziatische eettenten en hoeren blijken te zitten en raakt steeds dieper in zijn eigen hersenspinsels verstrikt.

Niet alle verhalen zijn even sterk, maar wanneer Edzard Mik op zijn best is, laat hij je door middel van zijn bizarre universum de verbeeldingskracht van de literatuur voelen. Dat is niet iedere schrijver gegeven. Hoe hij dat doet? We vroegen het hem zlef.

1. Vanwaar die drang om in je verhalen steeds weer op zoek te gaan naar het ongewone achter het gewone?

Edzard Mik: In de literatuur moet er iets anders gebeuren dan in het gewone leven. Ik ben geïnteresseerd in de mensen in mijn omgeving, maar daar schrijf ik niet over. In mijn boeken wil ik een andere realiteit tonen.

Wanneer in een verhaal een droom voorkomt, staat die over het algemeen hiërarchisch lager dan de actie van het verhaal. Ik hou er echter van om dromen en actie op eenzelfde hoogte te plaatsen. Onze dromen zijn immers niet irreëel, zij tonen het irreële in de realiteit. Waar het mij op aankomt, is tonen dat hetgeen wij onwrikbaar noemen, dat helemaal niet is.

Ik weet niet of het nog bon ton is dat literatuur mensen op het verkeerde been probeert te zetten, maar dat is voor mij toch een van de wezenlijke functies van de kunst. Mensen vinden dat niet altijd prettig, maar wie heeft ooit beweerd dat kunst prettig moet zijn?

Vraag aan een stervende waar hij het meeste spijt van heeft in zijn leven. Veel kans dat hij zegt: ‘Ik wou dat ik meer had geneukt.’

2. Vandaar dat je personages zo weinig grip hebben op de wereld, omdat die zo verwarrend is?

Mik: De titel van mijn bundel is niet toevallig Tussen ergens en nergens. De locatie van nergens is natuurlijk niet te bepalen, en ergens, dat is overal en nergens tegelijk. Mijn verhalen gaan dus over de plaatsloosheid van ons leven. Wie geen plaats heeft, heeft ook geen grip.

Voor mij is dat een belangrijk kenmerk van het moderne leven: we zijn altijd op meerdere plaatsen tegelijkertijd. We worden gedreven door een soort onrust of een verlangen om ergens anders of bij andere mensen te zijn, om te ontsnappen aan de eenzaamheid. We worden voortgestuwd door ons verlangen, maar tezelfdertijd zullen we ook nooit krijgen wat we verlangen. Je kunt dat naar vinden, maar er zit ook een krankzinnige vitaliteit in.

3. Is dat niet de reden waarom we kunst maken, precies omdat onze verlangens niet bevredigd kunnen worden? Volstrekt gelukkige mensen maken geen kunst?

Mik: Wanneer ik in de natuur loop en even volstrekt gelukkig ben, voel ik inderdaad de behoefte niet meer om iets te maken. Eens terug in de wereld is het verlangen er weer. Neem bijvoorbeeld het seksuele verlangen, daar is geen oplossing voor. Je kunt veel of weinig doen, getrouwd zijn of vrijgezel, je seksuele verlangen is niet te vervullen. Vraag aan een stervende waar hij het meeste spijt van heeft in zijn leven. Veel kans dat hij zegt: ‘Ik wou dat ik meer had geneukt.’

Tussen ergens en nergens ***

Edzard Mik, Querido, 184 blz., 18,99 euro.

Drie vragen aan auteur Edzard Mik: 'Wie heeft ooit beweerd dat kunst prettig moet zijn?'
© /

Tussen een eerste verhaal waarin wordt gevrijd en een laatste waarin een kind wordt geboren, serveert Edzard Mik met Tussen ergens en nergens negen verhalen die ons introduceren in een wereld waar vervreemding en persoonsverwisseling schering en inslag zijn. Een huurmoordenaar achtervolgt dagenlang zijn slachtoffer op zoek naar het geschikte plekje om haar koud te maken. Eens dat gevonden, blijkt die vrouw misschien niet degene te zijn waar hij op afgestuurd was. Een andere man vertelt in een stream-of-consciousnessuitbarsting hoe hij vermoedt dat zijn vrouw hem bedriegt. Hij gaat op stap door de achterbuurten van Groningen die opeens vol Aziatische eettenten en hoeren blijken te zitten en raakt steeds dieper in zijn eigen hersenspinsels verstrikt.

Niet alle verhalen zijn even sterk, maar wanneer Edzard Mik op zijn best is, laat hij je door middel van zijn bizarre universum de verbeeldingskracht van de literatuur voelen. Dat is niet iedere schrijver gegeven. Hoe hij dat doet? We vroegen het hem zlef.

1. Vanwaar die drang om in je verhalen steeds weer op zoek te gaan naar het ongewone achter het gewone?

Edzard Mik: In de literatuur moet er iets anders gebeuren dan in het gewone leven. Ik ben geïnteresseerd in de mensen in mijn omgeving, maar daar schrijf ik niet over. In mijn boeken wil ik een andere realiteit tonen.

Wanneer in een verhaal een droom voorkomt, staat die over het algemeen hiërarchisch lager dan de actie van het verhaal. Ik hou er echter van om dromen en actie op eenzelfde hoogte te plaatsen. Onze dromen zijn immers niet irreëel, zij tonen het irreële in de realiteit. Waar het mij op aankomt, is tonen dat hetgeen wij onwrikbaar noemen, dat helemaal niet is.

Ik weet niet of het nog bon ton is dat literatuur mensen op het verkeerde been probeert te zetten, maar dat is voor mij toch een van de wezenlijke functies van de kunst. Mensen vinden dat niet altijd prettig, maar wie heeft ooit beweerd dat kunst prettig moet zijn?

2. Vandaar dat je personages zo weinig grip hebben op de wereld, omdat die zo verwarrend is?

Mik: De titel van mijn bundel is niet toevallig Tussen ergens en nergens. De locatie van nergens is natuurlijk niet te bepalen, en ergens, dat is overal en nergens tegelijk. Mijn verhalen gaan dus over de plaatsloosheid van ons leven. Wie geen plaats heeft, heeft ook geen grip.

Voor mij is dat een belangrijk kenmerk van het moderne leven: we zijn altijd op meerdere plaatsen tegelijkertijd. We worden gedreven door een soort onrust of een verlangen om ergens anders of bij andere mensen te zijn, om te ontsnappen aan de eenzaamheid. We worden voortgestuwd door ons verlangen, maar tezelfdertijd zullen we ook nooit krijgen wat we verlangen. Je kunt dat naar vinden, maar er zit ook een krankzinnige vitaliteit in.

3. Is dat niet de reden waarom we kunst maken, precies omdat onze verlangens niet bevredigd kunnen worden? Volstrekt gelukkige mensen maken geen kunst?

Mik: Wanneer ik in de natuur loop en even volstrekt gelukkig ben, voel ik inderdaad de behoefte niet meer om iets te maken. Eens terug in de wereld is het verlangen er weer. Neem bijvoorbeeld het seksuele verlangen, daar is geen oplossing voor. Je kunt veel of weinig doen, getrouwd zijn of vrijgezel, je seksuele verlangen is niet te vervullen. Vraag aan een stervende waar hij het meeste spijt van heeft in zijn leven. Veel kans dat hij zegt: ‘Ik wou dat ik meer had geneukt.’

Tussen ergens en nergens ***

Edzard Mik, Querido, 184 blz., 18,99 euro.

Drie vragen aan auteur Edzard Mik: 'Wie heeft ooit beweerd dat kunst prettig moet zijn?'
© /

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content