‘Douchen? Buiten. Grote boodschap? In een kartonnen doos met een gat in’

Darrell Cole © Wouter Van Vaerenbergh

‘Started from the bottom’, zou Drake zeggen. ‘Dancing with the devil’, noemt Darrell Cole het. En dat heeft hij allicht meer gedaan dan menige vaderlandse hiphopper: ‘De eerste zes jaar van mijn leven woonden we in Londen. Toen mijn kleine broertje erbij kwam, beslisten mijn ouders onze roots op te zoeken. Achteraf gezien het domste plan ooit.’

Die roots zijn Sierra Leone. ‘We zijn met de hele familie naar Freetown verhuisd, waar mijn vader een hoge positie in het leger kreeg. Mijn moeder runde een tankstation. Anderhalf jaar lang leefden we als prinsen, maar toen begon het spaak te lopen tussen mijn ouders. Ik weet nog steeds niet wat er precies gebeurd is, maar het escaleerde dusdanig dat mijn vader mijn moeder achter de tralies stopte, waarna ik alleen bij hem woonde. Hij was zelf vaak niet thuis, maar zorgde dat er altijd een soldaat bleef. Die man heeft me veel geleerd, rare dingen soms: hoe je een wapen moet kuisen; dat soldaten buskruit eten om een adrenalinestoot te krijgen. Hij was als mijn grote broer. Hij heeft ooit een inbreker in het been geschoten, recht voor mijn ogen. Ik was toen acht.

‘En toen bereikte de burgeroorlog Freetown. Mijn moeder ontsnapte uit de gevangenis en vluchtte naar België. Ze stuurde haar zus om me bij mijn vader weg te halen. Mijn tante nam me mee naar de arme buurten van Freetown. Daar heb ik afgezien. Douchen? Buiten. Grote boodschap? In een kartonnen doos met een gat in. Mijn moeder regelde de papieren en haalde ons niet veel later naar België. Zo ben ik op Linkeroever beland.

‘Hier aan de Chicagoblok zag ik mijn eerste hiphopoptreden. Hier kuste ik mijn eerste meisje. Hier dronk ik mijn eerste pintje. Hier leerde ik te houden van een vriend als was hij mijn eigen broer. Hier leerde ik dat ik niet eender welke Nikes, maar Nike Air Force One moest dragen – ik draag ze nog steeds. En hier doen we nu een interview en mijn broeders staan een beetje verder plezier te maken.

‘Zelf ben ik op mijn zestiende beginnen te rappen, aangemoedigd door mijn maat Young B en zijn grote broer Shaka Zulu. Op mijn achttiende had ik al mijn eerste video: Home. MTV en TMF draaiden mijn singles, waarop ik een album uitbracht, The Prequel: Uncut Diamond. De sequel is er nooit gekomen: ik had veel geld in de opnames gestoken, de rekeningen en boetes stapelden zich op en ik kwam op straat terecht.

‘Ik heb geen drugs gebruikt, maar verkocht er in die periode wel om rond te komen. Niets speciaals hier. Als zwarte mis je een heleboel privileges. Vaak word je dan in de feiten gedwongen om op de straat te rekenen. Ik zocht wel constant om daaraan te ontsnappen, solliciteerde voor elke mogelijke functie. Plots kreeg ik een aanbod uit Barcelona. Ik was mijn muziekcarrière toen kotsbeu, verwijderde al mijn muziek van het internet en vertrok.

‘Destijds voelde het alsof de wereld mij tekortdeed, terwijl het net andersom is: je maakt je eigen keuzes. Zo leef ik sinds Barcelona. Ik haalde Amerikaanse rappers zoals Ty Dolla Sign naar Barcelona om in hun voorprogramma te kunnen spelen. Ik bracht twee sterke singles uit en tekende bij Sony. Ik werk hard om al die verloren jaren in te halen.’

Hij hielp ook Woodie Smalls aan een contract bij Sony en is nu zo’n beetje de peetvader van de hedendaagse Antwerpse hiphop. ‘Ik wil tonen dat het mogelijk is aan de straat te ontsnappen. Daarom praat ik over mijn leven. Daarom is de videoclip van mijn single Take Me Away hier op Linkeroever opgenomen. Mijn broer is mijn manager, ik neem mijn kameraden mee naar optredens of help hen aan een job. Alles om mensen van de straat te houden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content