‘DIT IS GEEN NIEUWE MATROESJKA’S’

PIETER VAN HEES: 'Kitsch mengen met duistere personages, zoals in de films van de Coen brothers. Dat hebben we met CHAUSSÉE D'AMOUR willen doen.' © KRIS DEWITTE

Emoties, seks, persoonlijke tragedies, duistere personages en humor: Chaussée d’Amour, de eerste eigen serie van Telenet, heeft het allemaal.Regisseur Pieter Van Hees over de tragiek van de betaalde liefde, de teloorgang van de chaussées en de nieuwe wind die dringend in de Vlaamse tv-fictie zou moeten opsteken. ‘Ik had bij momenten echt de indruk dat ik een cursus ‘verhalen vertellen voor gevorderden’ aan het volgen was.’

Telenet kruist de degens met Netflix én de traditionele Vlaamse tv-zenders, of dat is toch de bedoeling met Chaussée d’Amour, de eerste Vlaamse fictieserie die niet door een tv-zender is besteld. De telecomoperator koos niet meteen voor de makkelijkste weg: de serie, over de betaalde liefde in al haar facetten, zal stof doen opwaaien. Niet alleen door de soms expliciete seksscènes of de voortdurend veranderende sfeer, maar ook door de grootse opzet: kosten noch moeite werden gespaard om de fine fleur van de Vlaamse fictiewereld bij het project te betrekken.

Tiny Bertels, Kadèr Gürbüz, Dirk Roofthooft, Josse De Pauw, Frank Focketyn, Ruth Becquart…: er zitten meer rasacteurs in Chaussée d’Amour dan er opwindende standjes in de Kama Sutra staan. Alleen Jan Decleir lijkt te ontbreken. Al doet zijn zus Reinhilde wél mee. Opvallend: niemand zuigt alle aandacht naar zich toe. De vele markante figuren in de bordelenstraat – deels gefilmd aan de echte Chaussée d’Amour, de Luikersteenweg in Sint-Truiden – worstelen zich tien afleveringen lang elk op hun manier door het leven en slepen ondertussen hun eigen tragedies en onverwerkte verledens met zich mee. Regisseurs Frank Devos en zijn voormalige Sint-Lucasmakker Pieter Van Hees (Linkeroever, A Dirty Mind, Waste Land) hadden hun handen vol om die brede waaier aan verhalen dicht te plooien tot een intrigerende dramaserie. ‘Het blijft in de eerste plaats fictie’, zegt Pieter Van Hees. ‘Het is geen ‘Het leven zoals het is: de Chaussée’, hè.’

Chaussée d’Amour speelt zich af in een microkosmos, die je op enkele scènes in het begin na nooit verlaat.

VAN HEES:(knikt) Zo’n chaussée is een wereld op zich. Je vindt het in vrijwel alle Vlaamse steden, die typische mix van bordelen, garages, winkeltjes en discotheken. Elke kleine zelfstandige hangt er af van de aanwezigheid van die bordelen. De apothekers doen goede zaken door de prostituees die er vaginale crèmes komen kopen, in de superette doen die dames hun inkopen en halen ze bier, en je vindt langs haast elke chaussée een osteopaat, om begrijpelijke redenen.

De serie telt enórm veel verhaallijnen. Het lijkt me geen sinecure om die allemaal in elkaar te laten vloeien.

VAN HEES: Ik had bij momenten echt de indruk dat ik een cursus ‘verhalen vertellen voor gevorderden’ aan het volgen was. (lacht) Je moet niet alleen al die afzonderlijke verhaallijnen boeiend houden, ze moeten samen ook één afgelijnd verhaal vormen. Bovendien wilden we per se een spanningsboog creëren. Bij de meeste Vlaamse series weet je het na een aantal afleveringen ongeveer wel. Als je dan een aflevering mist, maakt het niet zo veel meer uit. Dat is bij Chaussée d’Amour niet het geval.

Ook aan de sfeerschepping is hard gewerkt. Het moest spannend en emotioneel zijn, maar er moest ook humor in zitten, en kitsch. Dat vind je allemaal in dat wereldje terug. Bordelen zien er altijd kitscherig uit, maar de tristesse druipt er van de muren.

Het voelt ook alsof jullie de chaussées hebben afgedweild op zoek naar echte verhalen.

VAN HEES: In de voorbereiding hebben we met een aantal prostituees en pooiers gepraat. Aanvankelijk liep dat wat stroef. Maar beetje bij beetje, toen ze merkten dat onze interesse niet geveinsd was, kwamen de tongen los. En geloof me, die vrouwen en hun pooiers zijn ook maar mensen. Heel gewone mensen zelfs.

Louter op basis van de korte inhoud werd Chaussée d’Amour meteen vergeleken met Matroesjka’s, die andere Vlaamse serie die zich in de prostitutiewereld afspeelt. Terecht?

VAN HEES: Dat milieu is vrijwel het enige wat ze gemeen hebben. Matroesjka’s was meer een misdaadserie over exotische prostituees en de kleine criminelen die hen uitbuiten. Chaussée d’Amour gaat over mensen van bij ons, en over wat nu heel actueel is in de prostitutie: heel de vitrinewereld is een aflopend verhaal, vooral door de opkomst van websites die in feite hetzelfde aanbieden en meisjes die aan huis komen. Daardoor krijg je op de chaussées een machtsstrijd tussen de traditionele Belgische pooiers – zeg maar de lokale grootvaders en patserpooiers – en de Oost-Europese bendes, die vaker buiten de lijnen van de wet kleuren.

Maar Chaussée d’Amour gaat dus ook over moeders en dochters, over vrouwen die moeten omspringen met tegenslagen en daarvoor niet zonder die andere vrouwen kunnen. Sterke vrouwen die toch breken als het hen allemaal te veel wordt.

Je hebt bepaalde acteurs en actrices wel héél ver uit hun comfortzone moeten trekken. Hoe overtuig je een nette actrice als Kadèr Gürbüz om zich op een denigrerende manier in beeld te laten brengen?

VAN HEES: We hebben daar vooraf wel over gepraat. Sommige scènes gingen in het script wel verder, en hebben we na overleg afgezwakt. Maar ook het omgekeerde is gebeurd. Het komt allemaal neer op vertrouwen.

Ik moest een paar keer slikken. Is de serie niet te hard, te expliciet voor de liefhebber van Vlaamse fictie?

VAN HEES: Ik hoop dat de gevoelige, emotionele scènes voor evenwicht zorgen. Het is ook een harde wereld, hé. Dat die vrouwen hun lichaam tegen betaling aanbieden, is al een heel extreem gegeven. Misschien komt het ook harder aan omdat het een Vlaamse productie is, geen Amerikaanse, in een andere taal. Dan kijkt men er niet van op als iemand wordt geslagen of neergestoken. Als dat in een Vlaamse reeks gebeurt, komt het plots wat dichter bij huis, wordt het echter.

Je houdt wel van sombere, duistere stemmingen. Van films als Linkeroever (2008) of Waste Land (2014) werd je ook al niet echt vrolijk. Chaussée d’Amour kent weliswaar veel luchtige momenten, maar over het algemeen is de sfeer grimmig.

VAN HEES: Misschien ís de wereld ook somber en duister en ben ik de enige die dat ziet. (lacht) Het donkerder werk van de Coens, zoals No Country for Old Men, was een invloed. Ik vind ze op hun best wanneer ze kitsch mengen met duistere personages die net iets bigger than life zijn. Dat hebben we ook willen doen, geholpen door het feit dat in de prostitutiewereld zulke mensen alomtegenwoordig zijn. Mensen met cowboyhoeden, met pakjes die niemand anders zou dragen: ver moesten we het niet zoeken.

Er loopt een zwangere, gespeeld naïeve agente in de serie rond die wel erg aan het personage van Frances McDormand in Fargo doet denken.

VAN HEES: Die bedenking hebben we ons ook gemaakt. Maar dat personage, van Evelien Bosmans, was zo interessant dat we het erin hebben gelaten. Ze is een soort onschuldig Chiromeisje dat ook met dat milieu te maken krijgt. De vrouwen in Chaussée d’Amour zijn trouwens heel verscheiden. Tiny Bertels speelt Sylvia, een nuchtere doktersvrouw die haar leven radicaal moet omgooien. Er is de transgender Joël, gespeeld door Adrian Sack, en naïeve Sandy, neergezet door Ruth Becquart. Allemaal spelen ze hun rol in het geheel en maken ze hun eigen tragedies mee.

Veel zelfzekere personages lopen er op jullie chaussée niet rond. En iedereen heeft wel iets op zijn kerfstok.

VAN HEES: Niemand is echt honderd procent goed in Chaussée d’Amour. Zo zijn mensen nu eenmaal. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die volledig zuiver op de graat is. Dat is trouwens niet erg. Waarom zou je ernaar streven onbezoedeld te zijn? Als je af en toe eens iets goeds doet in je leven, is dat al heel wat.

In sommige kringen wordt nog altijd neergekeken op tv. Waarom kiest een getalenteerde cineast als jij er toch voor?

VAN HEES: Op slechte tv kun je neerkijken, maar als je pakweg De Ronde ziet, kun je onmogelijk beweren dat tv-series niet mooi en waardevol kunnen zijn. Al ben ik nog maar zelden omvergeblazen door een Vlaamse serie zoals door de films van iemand als Fien Troch.

Er gaat veel geld naar series. Is tv-werk een noodzaak geworden voor een regisseur in het kleine Vlaanderen?

VAN HEES: Eigenlijk gaat er veel te weinig geld naar tv-series om de steile ambities waar te maken. En toch is Vlaamse fictie enorm belangrijk, want heel wat Vlaamse zenders proberen kijkers aan zich te binden met series van eigen bodem. Als we echt vooruit willen, moeten we stoppen met de kijkers te betuttelen.

Hoezo?

VAN HEES: Op een van de eerste meetings voor Chaussée d’Amour was er een Amerikaanse adviseur aanwezig. Toen hij het script las, vond hij dat we de neiging hadden om dingen te veel uit te leggen en te herhalen. Dat is een restant van hoe series hier vroeger werden gemaakt, voor een ouder publiek. ‘Je kijkers zijn gevorderde fictiekijkers’, zei hij. ‘Ze zijn gewend geraakt aan complexere series als Game of Thrones en Breaking Bad. Ze zullen het ook wel snappen zonder dat je hen de pap in de mond geeft. Je hebt storytelling op het niveau van die series nodig.’ Als meer Vlaamse fictiemakers in die richting evolueren, zou het wel eens héél interessant kunnen worden.

Binnenkort begin je aan Generatie B, een nieuwe Canvasserie die je samen met schrijver Joost Vandecasteele maakt.

VAN HEES: Het is een satirische serie, een wat-alsverhaal waarin we uitzoeken wat er zou gebeuren als Brussel – net zoals Griekenland – een B-rating zou krijgen. Ik kijk ernaar uit om eraan te beginnen, want Joost en ik zijn gelijkgestemde zielen. Al ben ik wat rustiger. Zo gaat dat in een goede relatie. (lacht)

CHAUSSÉE D’AMOUR

Vanaf 10/5 op Telenet Play More.

DOOR JOOST DEVRIESERE – FOTO’S KRIS DEWITTE

‘BIJ DE MEESTE VLAAMSE SERIES WEET JE NA EEN AANTAL AFLEVERINGEN ONGEVEER WEL HOE HET ZIT. BIJ CHAUSSÉE D’AMOUR NIET.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content