Wie de archieven van Disney uitvlooit, zal merken dat de studio uit Burbank altijd oog heeft gehad voor nieuwe technologieën. Zo sloeg men in de vroege jaren tachtig al aan het experimenteren met digitale animatie. Dat resulteerde in 1991 in de fabuleuze dansscène uit Beauty and the Beast – de eerste computerbeelden die een klassieke, met de hand getekende film werden binnengesmokkeld. Toch diende Disney op het digitale terrein toen al zijn meerdere te erkennen in Pixar, een kleinere maar spectaculair groeiende animatiestudio geleid door hightechgoeroe John Lasseter. Die had sinds 1986 van het fabriceren van volledig uit bits en bytes opgetrokken animatiefilms zijn trademark gemaakt. Een samenwerking met Disney was het logische gevolg, met als culminatiepunt, na de samenwerking voor Toy Story, een historische deal in 1997. Die stipuleerde dat Disney zowel de kosten als de winst van de volgende vijf Pixar-films zou delen. Helaas voor Disney bleek de krachtenbundeling zo succesvol dat het ambitieuze Pixar het vertikte om het contract te verlengen. Een overzicht van een historische samenwerking.

Toy Story */ 1995 / n-a

In 1986 besluit Steve Jobs, oprichter van Apple, 10 miljoen dollar te investeren in het digitale animatiefabriekje van John Lasseter, ex-werknemer van George Lucas’ Industrial Light and Magic. Een gouden ingeving, zo blijkt. Tien jaar en tal van bekroonde kortfilmpjes later is ’s werelds allereerste, volledig met de computer gemaakte animatiefilm een feit. Toy Story, over de avonturen van Woody, Buzz Lightyear en andere eigenwijze speelgoedjes, is grappig, spannend, slim én – met een opbrengst van 350 miljoen dollar – een commerciële voltreffer. Bovendien wordt het dé technologische mijlpaal binnen het genre. Dankzij het RenderMan-systeem, een revolutionair software-pakket, kunnen beelden en complexe oppervlakken voortaan makkelijker met de computer worden bewerkt, of het nu gaat om animatie- of om live-actionfilms. Lord of the Rings, Harry Potter en andere met de computer gemanipuleerde spektakelstukken zijn er stuk voor stuk schatplichtig aan.

A Bug’s Life *** (Een luizenleven) / 1998 / a

Na het succes van de eerste coproductie besluit Pixar met Disney een deal te sluiten voor de volgende vijf films. Daarvan is A Bug’s Life, over een moedige mier die rekruten zoekt om zijn kolonie tegen sprinkhanen te beschermen, het eerste aardige resultaat. De digitale animatie oogt een stuk vloeiender en de aaibaarheidsfactor ligt hoger dan bij Toy Story. Toch weet A Bug’s Life zijn voorganger niet te overtreffen. Enkele weken eerder piepte namelijk Antz, de eerste computerfilm van concurrent DreamWorks over vlijtige mieren, boven de zoden op.

Toy Story 2 */ 1999 / n-a

De sequel van Toy Story, waarin Woody (opnieuw met de stem van Tom Hanks) door een speelgoedverzamelaar wordt ontvoerd, is qua humor, flamboyantie en antropomorfisering minstens even goed als het origineel, en qua digitale visuals zelfs beter. Door het dupliceren van shots kan de camera zich voortaan eleganter door de 3D-decors bewegen, waardoor dezelfde organische cinematografie ontstaat als bij een gewone speelfilm. Hét bewijs dat high-techcomputers en kwajongensachtig avontuur wel degelijk tot een succesvolle familiefilm kunnen worden samengeklonken.

Monsters Inc **** (Monsters en co) / 2001 / a

Wanneer een meisje per abuis in Monstropolis terechtkomt, worden de rollen voor één keertje omgedraaid: dit keer zijn het niet de kinderen die voor het slapengaan angst worden aangejaagd, maar wel de monsters zelf, ook al zitten er enkele bij met een peperkoeken hart. Leutig, heerlijk ironisch en hartverwarmend modern sprookje met kleurrijke visuals en een perfecte stemtypering, met John Goodman en Billy Chrystal in de hoofdrollen.

Finding Nemo *** / 2003 / a

Wanneer DreamWorks met Shrek een digitaal monstersucces scoort, vrezen Pixar en Disney even voor een dipje. Ten onrechte. Finding Nemo wordt met een totaalopbrengst van 700 miljoen dollar zelfs de lucratiefste animatiefilm ooit. Begrijpelijk: je moet al een ongevoelige kwal zijn om niet te worden meegesleept door de avonturen van het kleine clownvisje dat in een aquarium verzeilt, terwijl zijn vader de oceaan doorspartelt om hem te redden. Toch is de humor minder scherp dan bij de vorige Pixars, en af en toe drijven de sentimentele Disney-clichés boven.

The Incredibles **** / 2004 / a

Het laatste product van Disney-Pixar en alweer topamusement op alle niveaus, met naadloze CGI, sierlijke camerabewegingen en briljante production design. The Incredibles, een inventieve spoof op het superheldengenre, legt bij uitstek Pixars duurste goed bloot, en dat is nog altijd het uitpakken met originele gags, warmhartig sentiment en heerlijke personages, hier gedrapeerd rond het misdaadbestrijdende superheldengezin Incredible.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content