Lee Tamahori, met Pierce Brosnan, Halle Berry, Toby Stephens, Michael Madsen, Judi Dench, Rosamund Pike, Rick Yune, Samantha Bond, John Cleese. (Vanaf 27 november in de bioscoop)

Na drie jaar is Bond terug, gezegend met een licence to kill, een weigering om dood te gaan (ook niet na een carrière van een halve eeuw boeken en veertig jaar films), een verandering van vodkamerk en een agressievere marketingcampagne dan ooit tevoren.

Lee Tamahori, misschien wel de meest getalenteerde regisseur die ooit aan het roer van de Bond-machinerie stond, heeft in essentie een film gemaakt die begint als een ‘realistische’ thriller, maar gestaag – én tot onze grote opluchting – in een echte James Bondfilm verandert, met zo mogelijk nog een grotere lawine aan productplacement dan aan sensationele actie.

Hoe scoort deze twintigste 007-film, de eerste van het nieuwe millennium, als we hem onderwerpen aan de test van de Bondformule (zie ook pagina 18)?

001. Bond (5/7)

Het post-postmoderne heroïsme van Pierce Brosnan contrasteert weldadig met het imago van zijn voorgangers, zowel met het clowneske van Roger Moore als het oerernstige van Timothy ‘I’m-really-a-serious-actor’ Dalton. De galante Ier Brosnan speelt er ergens tussenin, zoals het een held betaamt die kwetsbaar moet ogen, maar als puntje bij paaltje komt toch weerom onoverwinnelijk uit de hoek moet komen.

Brosnan zorgt ervoor dat Bond na al die jaren nog altijd cool en sexy blijft, en weet zich kranig overeind te houden in een tijdperk waarin Secret Agent -glamour vooral veel jonger oogt, zie Vin Diesel in XXX (Triple X), Matt Damon in The Bourne Identity en Jennifer Garner in Alias, de jongste en zeer geslaagde bonderie op tv.

002.Bondgirl (6/7)

Voor de veertigste verjaardag van Bond wordt uitbundig naar de Bondiconografie gerefereerd, maar nergens zo sterk als in de scène waarin Halle Berry haar oranje bikini showt in een remake van Ursula Andress’ iconisch oprijzen uit de oceaan in Dr. No. Berry speelt de raadselachtige moordenares Jinx en ze is taaier dan welke Bondgirl ooit (mag ook wel met haar recordgage van vier miljoen dollar). Maar er is ook nog de bleke Britse nieuwelinge Rosamund Pike als MI6-agente Miranda Frost, die zeer koeltjes op Bonds avances reageert, maar eens onder de lakens alle Britse reserve laat varen. Madonna’s nummertje als scherminstructrice behoort dan weer (afgezien van die ene oneliner: I don’t like cockfighting’) tot de meest nutteloze filmprestaties van de megaster. De verrassende scène waarin Miss Moneypenny (Samantha Bond) door 007 op haar bureau wordt gepakt, blijkt op een illusie te berusten. Business as usual, dus.

003. Plot (3/7)

Scenaristen Robert Wade en Neal Purvis zitten op dezelfde golflengte als Bush: ze situeren het kwaad dit keer in Noord-Korea – pech voor verwoede 007-fan Kim Jong II – en larderen hun script met echo’s aan de Flemingtekst.

In de proloog en de generieksequentie wordt Bond verraden, in de nor gegooid en gemarteld door Noord-Koreanen. Geslagen, gekneusd, met baard en zelfs met zijn haar in de war: zo hebben we Bond nog nooit gezien.

Na zijn Koreaanse beproeving keert Bond terug naar Engeland waar hij van zijn dubbelnulstatus wordt beroofd, en probeert hij (aanvankelijk op eigen houtje) zijn verrader te ontmaskeren. Zijn speurtocht doet hem in de armen belanden van diverse genereus geschapen dames en leidt tot herhaalde krachtmetingen met Gustav Graves (Toby Stephens), een diamanttycoon die samen met zijn Koreaanse rechterhand Zao complotteert om via zijn Icarusproject (dat iets te maken heeft met het opwarmen van de aarde door het afvuren van een vernietigend laserwapen vanuit een ruimtesatelliet) een nieuwe globale wereldorde te creëren.

004. Generiek (6/7)

Nooit eerder maakte een credit sequence dermate integraal deel uit van het echte verhaal. De filmmakers gebruiken dit verplicht nummertje om Bonds veertien maanden lange verblijf in een Koreaanse gevangenis samen te ballen. Het conventionele ballet van silhouetten bestaat voor een keertje niet uit mooie meiden, maar uit diverse marteltuigen: schorpioenen, water en elektriciteit.

005. Proloog (5/7)

Bond geeft zich uit voor diamant & wapensmokkelaar, maar wordt ontmaskerd. De daaropvolgende achtervolging op Hoovercrafts door een mijnenveld van de gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid-Korea oogt bijzonder spectaculair.

006. Decor & gadgets (3/7)

De exotische sightseeing voert ons onder andere naar de Golf van Mexico, Cuba en Hongkong, maar het visueel meest opmerkelijke landschap is Antarctica, met een ijshotel als (vrij wansmakelijk) pièce de résistance. Dit unieke decor zorgt er ook voor dat in een van de climaxen de boel niet wordt opgeblazen, maar aan het smelten gaat. De winterse locatie levert ook een autoduel op tussen Bond en slechterik Zao – of liever tussen een Aston Martin en een Jaguar – op een bevroren IJslands meer.

De surfplanken zijn uitgerust met dodelijke wapens, de auto’s zijn tot de tanden gewapend en Bond krijgt van Q (John Cleese) ook een ring en horloge met meerdere functies in de talrijke momenten van nood. Naast de nieuwe gadgets zijn er gastrolletjes voor ‘golden oldies’.

007. Schurk & sadistische vondst (4/7)

De hoofdschurk Gustav Graves is ondanks zijn ‘identiteitscrisis’ minder heuglijk dan zijn voornaamste bondgenoot Zao, die aan de titel Diamonds Are Forever een nieuwe betekenis schenkt: nadat Bond een koffertje diamanten in zijn gezicht laat exploderen, is zijn oosterse kop voor eeuwig versierd met edelsteenscherven.

door Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content