DEATH ROW

© © SKELLIG ROCK
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Er staan twee tafels. Met daartussen een stoel. Op de tafels liggen alle heilige schriften die de wereld kent. Bijbel, Thora, Koran. De traliedeur op het einde van de gang geeft toegang tot de kamer waar het leven van de bewoners van de gang eindigt. Het bed is een horizontaal kruis met twee riemen voor de armen, twee riemen voor de voeten en vier riemen voor de borst, buik, bovenbenen en onder-benen. Dit is Death Row. De Duitse regisseur Werner Herzog filmde er vijf ter dood veroordeelden. In de eerste plaats om de realiteit van een leven met zicht op een aangekondigde dood aan te raken, maar ook om de zinloosheid van de doodstraf aan de kaak te stellen. ‘Ik steun uw strijd, maar ik mag u niet’, is het eerste wat hij zegt tegen James Barnes.

Barnes, een schijnbaar tot inkeer gekomen oudere man, leesbril op intellectuele wijze in de V-hals van zijn oranje gevangenisvest, knikt. Hij wurgde zijn ex-vrouw, verkrachtte en wurgde een verpleegster en houdt nog tal van misdaden achter de hand. ‘Wat betekent het te weten waar en hoe je zult sterven?’, vraagt Herzog. ‘Je weet het nooit. Zelfs hier niet’, zegt Barnes. Soms loopt het fout. De vloeistof kan vanuit de aderen in de spieren doorsijpelen en dan sterf je niet, nee, je spieren verbranden. Later zal Barnes zeggen: ‘Je moet je verbeelding gebruiken om het aan te kunnen.’ Maar soms is verbeelding onvoldoende om een realiteit in te beelden. De realiteit van Death Row, bijvoorbeeld, is met zeven, tien, twintig gesprekken niet tastbaar te maken. Omdat hij de verbeeldingskracht overstijgt. En dus is het de vraag wie wie manipuleert in deze gesprekken vol menselijkheid. Want dat is wat Herzog wil: de splinters menselijkheid uit de eeltlaag van deze mannen peuteren. ‘Wanneer voelde u voor het laatst de regen?’ vraagt hij. ‘Acht jaar geleden.’ Wat is uw grootste strijd? ‘Die met mijn eigen schuldgevoel.’ Er besloop me een vreemd gevoel bij deze reportage. Het deed me denken aan hoe Truman Capote empathische gesprekken voerde met de twee moordenaars over wie hij zijn meesterwerk In Cold Blood aan het schrijven was.

‘Ik wil bekentenissen doen’, zegt Barnes de tweede maal dat Herzog hem ontmoet. Ondertussen heeft Herzog zijn tweelingzus ontmoet. Ze heeft het gehad over de gruweljeugd, over de verdrongen herinneringen aan James die haar seksueel onder druk zette, over de jonge James die niets liever deed dan kikkers neerknallen – hij bleef erop schieten zelfs toen ze al dood waren – en over hoe er altijd wel iets met vuur was. ‘Ik ben gefascineerd door vuur’, zegt Barnes op een bepaald moment. In een flits, als bij het flakkeren van een vlam, krijgt dat rustige gelaat van deze tot inkeer gekomen man iets van een bloeddorstige hagedis. Even plots herstelt hij zich weer. Opnieuw de vraag – mijn vraag: wie manipuleert hier wie? Meest verwarrend is de kloof tussen de man die je ziet en het beeld dat van hem geschetst wordt. Dat van de koele, psychopathische moordenaar. Het maakt van Death Row duizelingwekkende televisie. En ja, je moet je verbeelding gebruiken om het aan te kunnen.

Maandag 2/4 23.00 – Canvas

Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld

TINE HENS

‘DE VRAAG IS: WIE MANIPULEERT WIE?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content