AVANT-GARDE IN ACHTERUIT. HET MUHKA BLIKT TERUG OP DE SEVENTIES. DAT GEBEURT STOFVRIJ EN ZAKELIJK, MAAR MEER OOK NIET.
MUHKA
LEUVENSTRAAT 32 IN ANTWERPEN, TOT 27 FEBRUARI. tel. 03 260 99 99 en www.muhka.be
Dear ICC
Een grote volkstoeloop zal het wellicht niet geven, maar toch schetst het MuHKA een opgepoetst beeld van een stukje recente geschiedenis. Dear ICC gaat over het inmiddels ter ziele gegane Internationaal Cultureel Centrum, het Antwerpse avant-gardebastion dat hoogdagen beleefde in de jaren zeventig en tachtig. Het centrum werd in 1969 opgericht als reactie tegen de doorsnee musea, die nauwelijks aandacht besteedden aan eigentijdse kunst. In het voormalige Koninklijk Paleis aan de Meir werd druk geëxperimenteerd met nieuwe media. Intussen gevestigde kunstenaars als James Lee Byars, Dan Graham, Joseph Kusuth en Orlan kwamen er langs en gaven er performances en de tentoonstellingen volgden elkaar op. Toen in de loop van de jaren tachtig de musea voor hedendaagse kunst hun intrede deden, nam de voortrekkersrol van het centrum af.
De tentoonstelling in het MuHKA focust op vijftien jaar ICC – van 1970 tot 1985 – en slaagt erin een vrij scherp afgelijnde tijdsgeest tevoorschijn te halen. Pro’s: hoewel de tentoonstelling geconcipieerd is als een ‘levend archief’ haalt de kunst toch de bovenhand. Dear ICC ontsnapt aan het risico van stofferigheid, toont netjes in de context geplaatst werk en doet niet gedateerd aan, wat niet vanzelfsprekend is voor een project dat wortelt in vroegere tijden. Het MuHKA diepte nogal wat oude glorie op maar grossiert niet in vitrinekasten vol uitgestalde nostalgie. De documentatie mag dan overvloedig zijn, ze blijft relevant en wordt een enkele keer zelfs meeslepend, zoals blijkt uit de brieven van wijlen Byars aan toenmalig directeur Flor Bex. Staan nog op het programma: de strepen van Daniel Buren, de werkaanbiedingen van 25 mei (1974, Jef Geys), de kunstenaarsboeken van Marcel Broodthaers, de Vliegende Messen van Leo Copers en een nieuwe, interactieve archiefinstallatie van Boy en Erik Stappaerts. Maar tot daar het goede nieuws, want Dear ICC heeft een beetje last van toon- of kleurloosheid. De selectie houdt stand maar een steviger invalshoek had het pakket heel wat sprekender kunnen maken. Zoals de titel al suggereert ontvouwt Dear ICC zich als een gestoffeerde maar ook nogal op zichzelf gerichte lofrede op een instelling. Je krijgt een verdieping vol kunst en bewijsmateriaal ter beschikking, inclusief het verzoek om het ICC belangwekkend te vinden, maar daar loopt het plan toch enigszins op vast. Er valt te freewheelen over hoeveel beter of slechter het vroeger was, over kunstenaars die indertijd rebelser, naïever of behaarder waren, over een groepsgeest of het verval van de avant-garde, alleen: dat zorgt niet per se voor een interessantere tentoonstelling. Hoewel het project zorgvuldig uit de kast komt, ontbreekt een wat gedurfdere kijk op de feiten, of op zijn minst een argument dat Dear ICC uit het slop van ‘zomaar tonen’ trekt. Een roemrijk verleden, kunstenaars met serieuze ambities: je komt er een eind mee, maar alles welbeschouwd, had het ook iets minder vrijblijvend gemogen. Els Fiers
Els Fiers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier