DE ZOMER VAN LUCIEN

Veertig jaar geleden was het 1976. Dat was een hete zomer. Mao stierf, België stond letterlijk in brand en Lucien Van Impe won met de vingers in de neus de Ronde van Frankrijk. Maar nog belangrijker en historisch onderschat: Karl Vannieuwkerke was vijf jaar en Eddy Planckaert was er achttien. De eerste weet niet meer wat hij in die zomer deed, de tweede droomde van een wielercarrière, maar geen van beiden kon weten dat ze veertig jaar later in een aftandse – sorry, vintage – camper de route van de Ronde van toen zouden overdoen. Op zoek naar het geheim van Lucien.

Twee mannen in een oude wagen, dat ruikt wel heel erg naar oudemannenteevee. Het siert Eddy en Karl dat ze zich daar niet voor schamen. Nee, tuffend door de Alpen en de Pyreneeën zingen ze uit volle borst de hits van veertig jaar geleden mee. En zoals het mannen met kilometers op de teller betaamt, trekken ze zich er al lang niets meer van aan of ze toon houden of niet. Nostalgie is de lijm die hen bindt en gelukkig zijn er nog genoeg babyboomers over om mee te deinen op de golven van herinneringen die ze over het scherm laten spoelen. ‘Want, ‘ zo stelt Eddy, ‘niets klinkt beter dan de muziek van uw jeugd. Weette trouwens dat ik mijn vrouw heb leren kennen op Will Tura?’ Ja, als twee kantklossende begijnen weven Eddy en Karl feilloos het grote wielernieuws van weleer aan hun eigen, kleine geschiedenis. Onderweg kloppen ze aan bij sleutelfiguren uit die koers van 1976. Federico Bahamontes mag als adelaar van Toledo nog eens zijn verhaal vertellen, in Lourdes stappen ze het fietsatelier van Van Impes ex-ploegmaat Hubert Arbes binnen, in een wegrestaurant schuiven ze aan bij Cyrille Guimard, de ploegleider die Van Impe nog steeds ‘de nummer één van de bergen’ noemt.

Eddy en Karl amuseren zich kostelijk. En dit mag dan al een nostalgisch programma zijn, op hun manier gaan ze mee met hun tijd. Want De zomer van Lucien is multimediaal: naast tv-programma is het ook een bingo van oudemannenclichés die u thuis actief kunt meespelen. Zo verklaart Eddy met de voeten in de sneeuw van de Col du Galibier dat Lucien ‘als een dartel veulen de berg opreed’. Bingo! Terwijl hij wat verder wegzakt in de sneeuw, voegt hij eraan toe dat ‘Lucien de berg als een vrouw behandelt’. Om te besluiten dat je ‘alles als een vrouw moet behandelen.’ Bingo, bingo!

Pas op, de vernieuwing is nóg straffer. Want dit is niet alleen een bingo van woorden, maar ook een van daden. Zo duurt het niet lang voordat Karl en Eddy zich op een fiets hijsen en de laatste kilometers naar de top die Lucien ooit ‘dartel als een veulen’ aflegde net iets minder elegant en gestroomlijnd aanvatten. Boven wacht Chris Van de Gehuchte, de oud-mecanicien van de berggeit, hen in een strandstoel op. Met een biertje in de hand (bingo!) vertelt hij hen misschien wel het mooiste verhaal van die hele zomer. Hoe hij Luciens materiaal verzorgde, hoe hij de banden van de ploeg met de hand oppompte, hoe hij nauwkeurig luisterde naar het tikken van de ketting, hoe hij de fiets ’s morgens en ’s avonds uittestte. Hij was de tovenaar van het materiaal. Een ‘schone’ mens. ‘Kreeg je veel fooi?’, wilde Eddy weten. ‘Dat interesseerde me niet’, antwoordde Chris met een brede glimlach. ‘Ik deed dat graag.’ Overdreven idealisering is altijd het risico van programma’s over de tijd van toen. Toch geloof ik dat de mecanicien van Lucien daar een essentieel verschil tussen toen en nu samenvatte. Geld was één ding, maar niet alles. En ja, ook dat is waarschijnlijk een kruisje waard op de bingo van de oudemannenclichés.

*, 9/6, 21.25, één

DOOR TINE HENS

DE ZOMER VAN LUCIEN IS EEN BINGO VAN OUDEMANNENCLICHÉS DIE U THUIS KUNT MEESPELEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content