Enge homevideo’s, burgerlijke paranoia, etterende verledens en psychologische terreur. In zijn nieuwste, gitzwarte psychothriller ‘Caché’ haalt Michael Haneke opnieuw de misantropische voorhamer boven. ‘Geloof me: iedereen die even over zijn leven nadenkt, heeft héél wat om zich schuldig over te voelen.’

‘caché’

VANAF DEZE WEEK IN DE BIOSCOOP

Vrolijker zul je van Caché niet echt worden, maar dat hadden we van de jongste film van Michael Haneke ook niet verwacht. De Oostenrijkse academicus – vooral bekend van Funny Games en La Pianiste – heeft al twintig jaar lang een patent op moerasdonkere psychodrama’s waar de existentiële angst van afdruipt.

Met zijn angstaanjagende atmosfeer, kurkdroge mise-en-scène en schuldbeladen thematiek vormt Caché daarop geen uitzondering. Toch doet de synopsis eerder een whodunit vermoeden dan een paranoïde parabel. Centraal in Caché – in Cannes bekroond met de prijs voor de beste regie – staat het privé-onderzoek van Georges (Daniel Auteuil), een tv-presentator die probeert uit te vissen wie hem nu eigenlijk die intimiderende homevideo’s opstuurt met opnames van zijn privé-leven. En vooral: waarom?

De ronduit schokkende, politiek en raciaal beladen antwoorden laten we u liever zelf ontdekken, maar in afwachting probeerden wij alvast enkele hints aan de norse en steevast in het zwart gehulde Haneke te ontfutselen. ‘Caché’ doet denken aan een freudiaanse nachtmerrie. Gelooft u in psychoanalyse, en gebruikt u het in uw werk?

Haneke: Nee. In de medische wetenschap heeft psychoanalyse ongetwijfeld zijn nut, maar niet in de kunst. Een film heeft niet noodzakelijk een rationele verklaringsgrond nodig – al begrijp ik dat het veel kijkers zou geruststellen.

De film heeft een schokkend einde, dat nogal wat discussie uitlokt. Was dat uw bedoeling?

Haneke: Jazeker ( lacht). Caché is geen mainstream-film of tv-feuilleton. Die eindigen allemaal kraakhelder en netjes afgerond. Dat is niets voor mij – ik streef niet naar pasklare antwoorden. Ik probeer door de juiste vragen te stellen net discussie uit te lokken.

‘Caché’ gaat net als uw vorige films over troebele familierelaties en over de manipulatieve kracht van het medium televisie. Vanwaar die obsessies?

Haneke: Simpel: ik maak films over datgene wat ik het best ken, en met familie en televisie ben ik erg vertrouwd. Ik heb als regisseur twintig jaar lang voor tv gewerkt, en ik ben een gehuwde huisvader. Vandaar dat het hoofdpersonage een getrouwde tv-presentator is van literaire talkshows. Dat moet je niet zozeer zien als een kritiek op het medium televisie: hij is gewoon een figuur die gemodelleerd is naar de tv-mensen met wie ik vroeger heb gewerkt. Zijn beroep is héél bewust gekozen: hij moest een publiek figuur zijn en ook een gecultiveerd, intelligent man zijn die zijn geschiedenis kent – vandaar zijn literaire bagage.

Caché gaat over de confrontaties met morele dilemma’s en over het gewicht van het verleden. Wanneer je die thema’s verbindt met minder gecultiveerde en anonieme personages, dreig je in een sociale problematiek te verzeilen. Dat wilde ik absoluut vermijden. Ik wilde tonen dat iedereen met morele dilemma’s wordt geconfronteerd: mensen die in moeilijke omstandigheden leven, maar ook bemiddelde burgers die op het eerste gezicht een modelleventje leiden.

Is dat de reden waarom u steeds weer inzoomt op de middenklasse en nooit op arbeiders?

Haneke: Precies. Ik kom zelf uit de middenklasse – het is het sociale weefsel dat ik het beste ken. Trouwens, de meeste bioscoopbezoekers komen ook uit de middenklasse. Zij kunnen zich dus makkelijker identificeren met personages die uit een gelijkaardig milieu komen.

Georges wordt in de gaten gehouden door een anonieme stalker die zijn privé-leven filmt. Is dat een kritiek op onze hedendaagse Big Brother-maatschappij, waarin burgers voortdurend in de gaten worden gehouden door bewakingscamera’s, gsm’s, internetproviders en dergelijke?

Haneke: Daar moet u zelf over oordelen. ( lacht) Ik vertik het om de kijker een handleiding mee te geven of hem bepaalde boodschappen door de strot te rammen. Ik construeer mijn films liever zo, dat iedereen ze kan lezen zoals hij dat zelf wil. Een welomlijnd programma vind ik contraproductief.

Een productieve interpretatie dan maar: staat de anonieme videocamera voor het oog van God? Voelt u zichzelf ooit begluurd door God?

Haneke: Dat is een interessante en constructieve interpretatie, maar op de tweede vraag weiger ik te antwoorden. Dat is té persoonlijk.

U hebt ooit beweerd dat cultuur geen antwoorden biedt op de existentiële vragen. Waarom maakt u dan films?

Haneke: ( cynisch) Omdat ik niks anders kan. Ik geef sinds een paar jaar ook filmles aan de universiteit van Wenen, maar daar houden mijn capaciteiten zo ongeveer mee op.

De film heeft een politieke lading: het gaat niet enkel om het donkere verleden van Georges, maar ook over het bloedige koloniale verleden van Frankrijk. Of zien we dat verkeerd?

Haneke: Nee, je ziet het goed, maar vergeet niet dat het geschiedenisboek van ieder land zijn zwarte pagina’s heeft. Caché kan je niet reduceren tot een reflectie op de Frans-Algerijnse problematiek. Ik had net zo goed een historische subplot kunnen verzinnen over de geschiedenis van Oostenrijk, België of de Verenigde Staten. Wat écht telt, is de dubbelzinnige relatie tussen ons persoonlijke verleden en het collectieve verleden van de staat waartoe we behoren. En dan vooral de morele dilemma’s die daaruit voortvloeien. Het specifieke geval dat ik in Caché gebruik is volkomen secundair.

Eigenlijk gaat de film dus over schuldcomplexen?

Haneke: Ook. Een vraag die zeker naar voren komt, is hoe het rijke Europa omgaat met arme immigranten. Die schuldvragen worden vooral op een persoonlijk niveau geplaatst. Hoe ga je als westerling bijvoorbeeld om met je schuld ten aanzien van de Derde Wereld? Hoe ga je met bejaarden om? Hoe ga je als volwassene om met bepaalde daden die je als kind hebt verricht en die voor je naaste misschien nefaste consequenties hebben gehad? Dát zijn de morele vragen die centraal staan, en geloof me: iedereen die even over zijn leven nadenkt, heeft héél wat om zich schuldig over te voelen. En dan zijn er twee houdingen mogelijk: ofwel durf je de morele confrontatie aan te gaan, met alle conflicten van dien. Ofwel slik je voor het slapengaan een paar kalmerende pillen en trek je de lakens over je hoofd, zoals Georges.

Aangenaam of onderhoudend zijn uw films allerminst, net omwille van die harde, confronterende stijl. Bent u zich daarvan bewust?

Haneke: Tuurlijk. Ik wéét dat mijn films cerebraal en koud aanvoelen, ook al gaan ze over delicate en pijnlijke onderwerpen. Alleen vind ik dat je rationeel en afstandelijk moet zijn ten aanzien van je thematiek – als je als kunstenaar tenminste ook efficiënt wil zijn. Het romantische idee dat je als artiest zelf moet lijden, is quatsch voor de kleine burgerij. Natuurlijk heb ik mijn persoonlijke angsten en verdriet, en daar vloeien mijn films ook uit voort. Alleen probeer ik die emoties in een vorm te gieten die ook voor andere mensen herkenbaar en intellectueel interessant is.

Verklaart die aanpak waarom u in uw films steeds weer de gepresenteerde werkelijkheid tracht te vervormen, door het spelen met Brechtiaanse vervreemdingstechnieken of met video in de film?

Haneke: Zeker. Ik koester een fundamenteel wantrouwen ten opzichte van de zogeheten werkelijkheid die door de media wordt gepresenteerd, of dat medium nu film, video of televisie is. Daarom probeer ik er mijn kijkers steeds aan te herinneren dat wat ze zien slechts een constructie is, een abstractum. De werkelijkheid bestaat niet. Niet in films, zelfs niet in de realiteit. ( lacht)

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content