‘DE WERELD KAN EEN NIEUWE CAMUS GEBRUIKEN’

VIGGO MORTENSEN als dorpsleraar Daru in LOIN DES HOMMES, een klassiek gesneden western, zij het dat die zich afspeelt in het koloniale Algerije.

In de psychowestern Loin des hommes trekt Viggo Mortensen door het Algerijnse Atlas-gebergte, door het koloniale verleden én door de kloof tussen oost en west. In het Frans en het Arabisch nog wel. ‘Ik word door zoveel landen geclaimd dat ik zelf zou beginnen te twijfelen wat mijn nationaliteit is.’

Quizvraag: in hoeveel Hollywoodfilms draafde Viggo Mortensen (56) op sinds hij zich twaalf jaar geleden tot koning van Midden-Aarde kroonde in Peter Jacksons Lord of the Rings-trilogie? Antwoord: in geen enkele. Nul. Nihil. Zero. Popcornpulp heeft Mortensen immers nooit gelust. En in een penthouse in Beverly Hills toonde hij ook amper interesse.

De in Argentinië opgegroeide Amerikaan met Deense roots schildert, schrijft, dicht, musiceert en fotografeert liever. En als hij toch een keer voor de camera wordt gespot, dan kun je er donder op zeggen dat het om een film met artistieke ambitie of cultureel cachet gaat.

Herinner u bijvoorbeeld de David Cronenberg-titels A History of Violence (2005), Eastern Promises (2007) en A Dangerous Method (2011). Of de literaire adaptaties The Road (John Hillcoat, 2009), On the Road (Walter Salles, 2012) en The Two Faces of January (Hossein Amini, 2014).

Ook zijn nieuwste filmproject, Loin des hommes van de Franse regisseur David Oelhoffen, past perfect in dat rijtje. Ook nu gaat het niet om een duur, op testosteron drijvend spektakelstuk, maar om een interessante genrehybride met een interessante geografische, literaire en politieke achtergrond én met polyglot Mortensen, die ditmaal geen Engels, Deens of Spaans spreekt maar zowaar zijn beste Frans en zelfs een woordje Arabisch bovenhaalt.

In Loin des hommes incarneert Mortensen namelijk de Franse dorpsleraar Daru, die anno 1954 lesgeeft op een afgelegen schooltje in het Atlas-gebergte van Algerije, op dat moment nog een Franse kolonie. Sinds de Tweede Wereldoorlog leidt hij er een rustig, eenzaam en teruggetrokken bestaan in perfecte harmonie met de Arabieren. Maar daar komt verandering in wanneer een jonge, van moord betichte Algerijn (Reda Kateb) aan hem wordt toevertrouwd en Daru gedwongen wordt – nu de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd ook het hinterland heeft bereikt – om morele en politieke keuzes te maken.

Het vervolg is een meditatie over de duidelijk nog lang niet opgeloste clash tussen oost en west, Fransen en Arabieren, individu en maatschappij, rechten en plichten. Daarvoor baseerde Oelhoffen zich op de novelle L’hôte (1957) van schrijver-filosoof Albert Camus, maar een academisch filmtraktaat hoef je daarom nog niet te verwachten. Wat je krijgt, is een klassiek gesneden, 3: 10 to Yuma-achtige western, inclusief fraaie widescreenbeelden van de Atlas, een sfeervolle soundtrack van songsmeden Nick Cave en Warren Ellis, wat viriele ventenactie hier en daar én Mortensen als zwijgzame, existentialistische gunslinger tegen wil en dank.

Veel zegt Daru niet. Wat voor man is hij eigenlijk?

VIGGO MORTENSEN: Daru is een man op de vlucht. Voor zijn verleden, zijn heimat en zichzelf. Het is Mohammed, de moordenaar over wie hij zich ontfermt, die hem de ogen opent. Hij maakt hem duidelijk dat het leven draait om keuzes maken en de verantwoordelijkheid voor die keuzes opnemen. Dat is ook de existentialistische pointe van de prachtige novelle van Camus, die zelf lang in Algerije heeft gewoond en het personage deels op zichzelf baseerde. Mocht Camus geen succes hebben gehad als schrijver, dan was hij wellicht leraar geworden, ergens in Algerije.

Was je vertrouwd met het werk van Camus?

MORTENSEN:(knikt) Als tiener al. Hij is de James Dean onder de filosofen. Rebels, controversieel, bevlogen en vroeg gestorven in een auto-ongeval met een sportwagen. Ik was zestien toen ik voor het eerst De pest en De vreemdeling las. Later kwamen daar zijn novelles en meer filosofische werken bij. En ter voorbereiding van de film heb ik zijn dagboeken gelezen, het enige dat ik nog niet van hem kende. Camus is altijd een held van me geweest. Als schrijver én als denker. Niet dat hij zonder fouten was, maar hij was een groot humanist die zijn comfortzone durfde te verlaten wanneer hij voelde dat iets scheef zat. Hij koos tijdens de onafhankelijkheidsoorlog niet radicaal partij voor de Algerijnen en tegen de Fransen, in tegenstelling tot de meeste linkse denkers van toen. Het zorgde ervoor dat hij vrienden van zijn vijanden en vijanden van zijn vrienden maakte, ook al was dat niet zijn bedoeling. Hij stond voor nuance en reflectie, in een tijd dat men enkel slogans en actie verwachtte. De wereld van nu kan dringend een paar Camus gebruiken.

Je bent duidelijk een grote fan. Ook omdat wat Camus schreef nog altijd zo actueel is?

MORTENSEN:L’hôte gaat al over de clash der culturen, over het Westen tegen het Oosten, over koloniale spanningen. Territoriale driften zijn de mens ingebakken. De VS verdedigen hun belangen in het Midden-Oosten. En aan de andere kant heb je de moslimwereld die zich daartegen verzet. Wat Camus beide partijen duidelijk wilde maken, was dat ze hun vooroordelen en historische ballast van zich af moeten gooien, want anders kun je elkaar nooit in het midden de hand schudden en blijven de wonden gapen. De actualiteit bewijst dat het een les is die je nooit genoeg kunt herhalen.

Je bent zelf een kind van verschillende culturen. Voelde je ook daardoor een band met je personage?

MORTENSEN: Zeker. Daru is een man die tussen Oost en West gekneld zit. Hij is een Fransman die Arabisch spreekt en door iedereen wordt gerespecteerd, maar plots wordt hij meegesleurd in een conflict en is hij te Frans voor de Arabieren en te Arabisch voor de Fransen. Op een persoonlijker, minder politiek niveau herken ik daar een stuk van mezelf in. Ik ben geboren in de States, maar ik groeide op in Latijns-Amerika, mijn ouders zijn Europeanen en ik woon al een tijd in Zuid-Spanje. In de Latijns-Amerikaanse pers lees ik altijd dat ik een Argentijn ben. Voor de Amerikanen ben ik een Amerikaan. En voor de Denen een Deen. Ik word door zoveel landen geclaimd dat ik op de duur zelf zou beginnen te twijfelen. Het doet je afvragen waar je prioriteiten liggen. Is het een paspoort? Een taal? Een cultuur?

Hoe zie je het zelf?

MORTENSEN: Mens zijn is wat telt. Al de rest is kunstmatig. Ik heb een Amerikaans en een Deens paspoort. Maar op een voetbalveld ben ik volbloed Argentijn. En de enige vlag waar ik trouw aan zweer is die van San Lorenzo, mijn favoriete club. (lacht)

Je acteerde eerder al in het Engels, Spaans, Deens, Russisch en nu ook in het Frans en Arabisch. Was het lastig om die talen op te pikken?

MORTENSEN: In The Lord of the Rings sprak ik ook de dwergentaal. Just for the record.(lacht) Ik sprak voordien al een mondje Frans, maar voor deze film heb ik hard op mijn accent gewerkt. Blijkbaar klonk mijn Frans heel erg Canadees, en dat kon niet de bedoeling zijn. Voor Arabisch heb ik van nul moeten beginnen. Ik spreek het nog altijd niet, behalve wat basiszinnen, maar ik had een goede taalcoach en ook Reda Kateb heeft me enorm geholpen. Ik heb trouwens het hele script uit het hoofd geleerd in het Arabisch. Als oefening.

Wist je veel over de islamitische cultuur?

MORTENSEN: De basisbeginselen. De film is opgenomen in Marokko, omdat de filmfaciliteiten daar beter zijn, en omdat het er veiliger was. We konden en mochten wel filmen in Algerije maar we kregen geen garantie dat het elke dag probleemloos zou verlopen. Dat kun je je niet permitteren als je maar een beperkt budget hebt. Zelf ben ik wel een paar weken in Algerije geweest. Hier en daar moet je opletten als westerling, maar ik heb geen problemen gehad en steden als Algiers, Oran en Constantine zijn absoluut het ontdekken waard. Ik hou ervan om voorbereid en geïnformeerd te zijn. In de film beschrijft Daru de kerk in Algiers waar hij trouwde, met dat prachtige uitzicht over de stad en de Middellandse Zee. Wel, ik ben naar die kerk geweest. Als ik dat uitzicht beschrijf in de film, beschrijf ik wat ik met eigen ogen heb gezien. Sommigen zullen dat method acting noemen. Ik noem het liever toerisme. (lacht)

Al je recente films zijn relatief kleine, onafhankelijke films. Zien we je ooit nog terug in commerciëler werk?

MORTENSEN: Ik sluit niks uit. Ik heb niks tegen commerciële cinema. Het gaat niet over groot of klein. Het ding is dat ik wil bijleren, verrast zijn, me ontwikkelen. En ik vrees dat ik wat dat betreft niet veel te zoeken heb bij Spider-Man 9 of Superman 12. Ik heb ook te veel omhanden. Loin des hommes is een film die ik zelf mee geproduceerd heb, iets wat ik vaker wil doen. En ik heb ook een kleine uitgeverij, Parsifal Press, die boeken over kunst, sociologie en poëzie uitbrengt. Acteren is opnieuw een hobby, een liefhebberij geworden, net als toen ik er dertig jaar geleden mee begon. Ik doe het omdat ik het graag doe, en dat vind ik een heel prettige gedachte.

LOIN DES HOMMES

Vanaf 4/2 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Viggo Mortensen: ‘DAT UITZICHT BIJ DIE KERK IN ALGIERS DAT IK IN LOIN DES HOMMES BESCHRIJF, DAT HEB IK MET EIGEN OGEN GEZIEN. SOMMIGEN NOEMEN DAT METHOD ACTING, IK NOEM HET TOERISME.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content