Tien jaar deed ze erover om nog eens een plaat te maken, maar met Soldier of Love is Sade – uit te spreken als shar-day, aldus connaisseurs – terug van weggeweest. Wat the big-earringed one al die tijd heeft uitgespookt? ‘Beetje werken aan het huis, beetje schrijven, beetje tuinieren. Je kent dat wel.’

Neem het van ons aan: de meeste grote artiesten die na tien jaar stilte een nieuwe plaat uitbrengen, zijn vooral héél erg zenuwachtig. Zo niet Sade. De nakende release van Soldier of Love – nog altijd maar haar zesde album in een carrière van 27 jaar – lijkt vooral een bron van hilariteit voor de souldiva. Als we haar voor het interview ontmoeten in haar ruime huis in een groene wijk in Noord-Londen, gniffelt ze bij een foto van een met graffiti overspoten tour-affiche in New York, getrokken door gitarist Stuart Matthewman. Boven het beeld van haar immer glamoureuze zelve heeft iemand met spuitbus ‘THIS BITCH SINGS WHEN SHE WANTS TO’ geschreven. Hilarisch volgens Sade, die geen kans onbenut laat om met zichzelf te lachen.

Er zit dan ook flink wat waarheid in de tag. Meer zelfs: we zouden haar carrière van de laatste twee decennia niet bondiger kunnen samenvatten. Sade heeft altijd stug haar eigen ding gedaan, niet gehinderd door wat haar managers of platenmaatschappij van haar verwachtten. Sinds de jaren 90 heeft ze welgeteld drie platen met nieuw materiaal uitgebracht. Tussen Lovers Rock, haar vorige plaat uit 2000, en Soldier of Love zit een gat van tien jaar. En de plaat daarvoor, Love Deluxe, dateert al weer van 1992. Waar ze zich al die tijd mee heeft beziggehouden? Onzichtbaar zijn, vermoeden we. En we zijn niet de enigen die dat denken: haar vrienden noemen haar plagend ‘Howie’, naar de miljonair-kluizenaar Howard Hughes. Af en toe ziet ze haar bandleden – twee van hen wonen in Amerika – of hangt ze in Londen rond met wat oude vrienden. De rest van de tijd leidt ze een teruggetrokken bestaan in een klein dorpje in het westen van Engeland. Na meer dan dertig jaar Londen – ‘ik was het beu om al de typische redenen’ – verhuisde ze in 2005 met haar 13-jarige dochter Ila naar landelijker oorden. Niemand in de buurt lijkt te weten wie de half-Nigeriaanse superster is. Iets wat ze duidelijk apprecieert.

‘Ik ben niet de meest sociale persoon, om eerlijk te zijn. Meestal zit ik gewoon maar wat te werken aan het huis, te schrijven of te tuinieren. In mijn hart ben ik een plattelandsmeisje gebleven. Ik houd heel erg van spitten, planten en zaaien bijvoorbeeld. Het is zo tastbaar, zo echt. Het heeft ook iets wonderlijks. Je steekt een klein zaadje in de grond en er groeit iets ongelooflijks uit. Met muziek maken is het net hetzelfde. Ik vraag me soms af waar het vandaan komt.’

Het was een stap die haar geen kwaad heeft gedaan. Sade is er tijdens haar tien jaar afwezigheid niet ouder op geworden. Op de vooravond van haar 51e verjaardag is er in haar gezicht geen rimpel te bespeuren en ook haar verschijning is nog steeds bepaald indrukwekkend. Ze is groter dan ze op het podium lijkt. In combinatie met haar gewelfde hoofd, gitzwart haar, dat haar gezicht fraai kadreert, en grote amandelvormige ogen geeft het haar een exotische allure waarvoor menig vijftigplusser zou tekenen. Looks die Sade naar eigen zeggen nauwelijks kunnen schelen. ”Hoe is het om je eigen hoofd op de cover van een magazine te zien staan?’, krijg ik vaak te horen. De waarheid is dat ik het niet echt zie. Ik leg het verband niet tussen wat ik in de spiegel zie en wat er op zo’n cover staat.’

En dat meent ze ook. Een aandachtszoeker is Sade nooit geweest. De voorbije vijftien jaar gaf ze hooguit een handvol interviews, ze ging slechts één keer op tour. Je zou je haast gaan afvragen wat Sade ertoe bewogen heeft om naar de muziekwereld terug te keren. Voor het geld moet ze het alvast niet doen. Met haar 50 miljoen verkochte platen – het grootste aantal ooit voor een Britse artieste – heeft ze meer verdiend dan ze ooit zal kunnen uitgeven. En haar noden zijn al, zoals ze zelf aangeeft, veeleer bescheiden. ‘Ik ben niet iemand die veel geld nodig heeft. Je kunt inbreken in mijn huis en een half uur later weer buitengaan zonder iets dat het waard was om te stelen.’ Meer dan een boutade: de kamer op de eerste verdieping waar we het interview afnemen, blinkt uit in soberheid, met kale muren, een geboende houten vloer en twee witte stoffen sofa’s als enige meubels. Er ligt centrale verwarming, maar voor dit interview zitten we op een rood tapijt voor een primitief elektrisch vuurtje dat – zo vermoeden we – de sixties nog heeft meegemaakt. Het is niet het enige brandertje in haar huis waarvan ze geen afscheid heeft kunnen nemen, zegt ze. ‘Wat kan ik zeggen? They’remy favourite.’

Met een beetje goodwill kun je er een metafoor voor haar manier van werken in zien. Ze werkt nog altijd samen met hetzelfde trio waarmee ze in 1983 begon en het was ook deels uit loyaliteit dat de nieuwe plaat er is gekomen. ‘De band wilde het graag doen. Ik had zitten schrijven in Londen, maar ik wilde niet dat iedereen meteen naar hier overvloog. Ik wilde de druk afhouden en op mijn eigen tempo werken. Pas toen ik verhuisd was en de band nog altijd happig was op een nieuwe plaat, zei ik ‘oké, we doen het’. Ik dacht dat ik het misschien niet meer in me had. Ik denk dat bij elke plaat, maar uiteindelijk vlieg ik er telkens kop vooruit weer in.’

Soldier of Love werd grotendeels geschreven en opgenomen in 2008 en 2009 tijdens een reeks sessies in Peter Gabriels Real World Studio, dicht bij waar ze woont. Het resultaat klinkt vintage Sade: de songs dragen onmiskenbaar haar melancholische stempel. Nochtans ziet haar persoonlijke leven er veel gelukkiger uit dan vroeger, nu ze een nieuwe vriend heeft – een voormalige Royal Marine. Vanwaar dan die tristesse? ‘Het is wat ik doe. Ik kan het niet helpen. Ik geloof ook dat verdriet dat je goed verwerkt voor meer geluk zorgt. Het zuivert je. Blije songs kunnen je net triester doen voelen. En ik ben geen depressivo, maar ik heb wel een neiging tot melancholie. Iemand zei me ooit dat ik een steenbok ben, geboren onder de triestigste ster. Misschien is het dat wel?’

‘Into every life a little rain must fall’, voegt ze eraan toe, een oud-Engelse uitdrukking die wonderwel bij haar aansluit. Want de regen viel al vroeg in haar leven. Haar ouders scheidden toen ze vier jaar oud was. Haar moeder, een verpleegster, keerde terug naar Engeland met Sade en haar oudere broer, terwijl haar Nigeriaanse vader, een academicus, in Ibadan bleef. Het gebroken gezin ging bij haar Engelse grootouders in het oosten van Engeland wonen. Haar moeder werkte voltijds in de omringende dorpen, wat betekende dat Sade snel op eigen benen moest staan. Ze groeide op als een tomboy die er hele dagen met haar fiets op uit trok en graag naar cowboyfilms keek. Nog altijd heeft ze mannelijke trekjes: een diepe, masculiene stem, klaar om te lachen, en een stoere pose, benen uiteen, die vreemd staat bij haar elegante mulatlooks. ‘Mijn vrienden merken vaak op dat ik mijn teksten uit een mannelijk perspectief schrijf, ook op Soldier of Love. Het moet zijn dat ik die strijd van het leven als een typisch mannelijk fenomeen zie’, zegt ze.

Als kind had ze geen keuze. ‘Er waren geen meisjes van mijn leeftijd in de buurt waar ik opgroeide, dus speelde ik met de vriendjes van mijn broer. Tot mijn negende heb ik nooit een vriendinnetje gehad. Maar ik had wel alle vrijheid die ik wilde. Ik was weg op mijn fiets van ’s morgens tot ’s avonds en hielp mijn grootouders in de tuin. Vrijheid die mijn moeder mij gaf, al had ze geen keuze – ze werkte voltijds.’ Ze leerde alles over rondzwerven in de bossen en boomklimmen – landelijke geneugten die ze nu doorgeeft aan haar dochter Ila.

Op school werd al snel duidelijk dat ze een artistiek talent had en ze kreeg een plaats aan de St Martins School of Art and Design in Holborn, waar ze terechtkwam in de opkomende Londense clubcultuur van de vroege jaren 80. Ze trok rond in een afgeleefd transitbusje, meestal zelf aan het stuur, als zangeres in het soulgroepje Pride.

Muziek was nochtans niet haar eerste roeping. Na haar studies ging ze aan de slag als kleermaakster. Pas toen het overwegend blanke soulcombo kwam aankloppen, in een poging om met de zwarte zangeres, fan van Amerikaanse souliconen als Donny Hathaway en Bill Withers, hun geloofwaardigheid op te vijzen, koos ze voor de muziek. ‘Ik had weinig zelfvertrouwen als zangeres, maar ik ontdekte dat ik graag songs schreef.’ Een van de nummers waaraan ze meeschreef was Smooth Operator, dat ze solo zong en dat al snel de aandacht van een rist platenmaatschappijen trok. Na langdurige onderhandelingen verliet ze in 1983 Pride en tekende ze bij het label Epic. Voorwaarde was wel dat ze drie van haar bandleden mocht meenemen – gitarist en saxofonist Stuart Matthew-man, toetsenist Andrew Hale en bassist Paul Denman.

Ze noemden zichzelf Sade, een naam die 27 jaar later nog altijd bestaat. Er zijn genoeg ruzies geweest, vooral over muziek – ‘omdat mijn shit-o-meter veel gevoeliger is dan de hunne’, lacht ze – maar de groep is nooit gesplit en de bezetting bleef ongewijzigd. ‘Ze zijn als oude familievrienden’, zegt ze. ‘En natuurlijk zijn er momenten dat het minder gaat, maar over het algemeen is alles goed gelopen.’

Even snel als ze beroemd werd, ontdekte ze de keerzijde van het succes. Terwijl haar platen in de hele wereld miljoenen keren over de toonbank gingen, klommen paparazzi in de bomen rond haar huis in Londen, wachtend op die ene foto. Ze ergerde zich aan de valse geruchten over haar privéleven en kreeg een afkeer van interviews en de pers. ‘Het werd me duidelijk dat praten met de pers hetzelfde was als geheimen delen met iedereen naast wie je ooit op de bus hebt gezeten. Zo voelt het nog altijd, om eerlijk te zijn. En wie heeft daar nu zin in?’ Het kwam dan ook als een opluchting toen Engeland in de jaren 90 zijn obsessie met Sade opgaf.

Zodra de media haar met rust lieten en er genoeg geld op de bank stond – de Rich List van The Sunday Times achtte haar goed voor 30 miljoen pond – nam Sade gas terug en stortte ze zich op haar gezinsleven. Geen makkelijke rit, zo bleek. Een strong independent woman, sinds haar kindertijd gewoon om voor zichzelf te zorgen, is nu eenmaal ‘geen pushover’, zoals een collega het verwoordde. ‘Ik heb genoeg leergeld betaald’, zegt ze zelf over haar liefdesleven. Haar zes jaar durende huwelijk met de Spaanse regisseur Carlos Pliego eindigde in 1995 ‘omdat hij het moeilijk had om me met de wereld te delen’. Een daaropvolgende relatie met een Jamaicaanse muzikant die ze in Londen leerde kennen, schonk haar in 1996 dochter Ila, maar eindigde abrupt na een chaotische trip naar Kingston. Deze keer zou haar man – ze ontmoette hem na haar verhuis naar Stroud – echter wel eens De Ware kunnen zijn, zo zegt ze. ‘Ian was een Royal Marine, dan een brandweerman, en ging uiteindelijk wetenschappen studeren. Ik zei vroeger altijd dat als ik een man kon vinden die hout kon klieven en een mooie glimlach had, het niet uitmaakte of hij een aristocraat of een man van de straat was, zolang hij maar een goed mens was. Het is uiteindelijk een man van de straat mét een diploma geworden’, lacht ze. ‘Ik heb een heel lieve stiefzoon die bij ons woont. Ik voel me gelukkig, alsof ik eindelijk de hoofdprijs heb gewonnen.’

En nu heeft ze ook een album uit waarop ze trots is. Wat het plaatje nog completer maakt, is dat ze met Soldier of Love haar dochter bij haar muziek kon betrekken. ‘Ila is het centrum van mijn leven, maar ik probeerde haar af te schermen van de muziekwereld. Ik had haar wel meegenomen tijdens mijn laatste tour in 2001, maar ik wilde niet dat ze de concerten zag. Ik wilde niet dat ze mensen naar haar moeder hoorde roepen – ze was er nog niet klaar voor.’ Nu ze een tiener is en alles weet wat er te weten valt over haar beroemde ouder, is daar verandering in gekomen. In de aanloop naar Soldier of Love gaf Ila haar mening over de songs en zingt ze zelfs op een van de tracks, Babyfather. ‘Ila zei dat ze vond dat mijn muziek heel emotioneel klinkt. Dat betekende heel veel voor mij.’

Denkt Sade dat de wereld op haar heeft gewacht, acht jaar na de Lovers Live-tour? Lange stilte. ‘Mmm, ja, dat denk ik wel. Ik ben geen materialistische vrouw, maar ik heb hele hoge artistieke eisen. Ik doe nooit minder dan het beste dat ik kan, hoe lang dat ook mag duren. En ik denk dat wie de moeite doet om naar de plaat te luisteren dat ook wel zal doorhebben, of ze het nu leuk vinden wat we maken of niet.’

© Sony

Soldier of love

Uit bij Sony.Voor bespreking zie pagina 36.

© Sony – Vertaling en bewerking: Geert Zagers

Boven een touraffiche van Sade heeft iemand met een spuitbus ‘This bitch sings when she wants to’ geschreven. Daar zit flink wat waarheid in.

‘Ik heb een zeer gevoelige bullshitmeter.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content